Riskante beleidsvrijheid in jeugdzorg
De lang verwachte beleidsbrief over de decentralisatie van de jeugdzorg is er. De staatssecretarissen Veldhuijzen van Zanten en Teeven kondigen bijna juichend aan dat deze decentralisatie grote beleidsvrijheid voor de gemeenten met zich mee zal brengen.
De beleidsbrief ademt de sfeer van een totale win-winsituatie voor alle betrokkenen. De VNG, die op beleidsvrijheden had aangedrongen, reageerde al even positief. Bij zoveel enthousiasme lijkt er weinig aanleiding om het gezamenlijke feestje te verstoren. Toch is er aanleiding voor enige zorg. Vastgesteld moet worden dat de beleidsvrijheid vooral nodig is om de armoede te verdelen. Indien de gemeenten precies dezelfde jeugdzorg zouden moeten bieden als de huidige, dan is het onmogelijk om de decentralisatiekorting van 300 miljoen euro op te brengen. Gemeenten moeten dus de mogelijkheid hebben om te schrappen in voorzieningen. Voor de staatssecretarissen moet het een aantrekkelijk idee zijn om bezuinigingsdoelstellingen af te kunnen wentelen. En als dat dan ook nog kan worden verpakt in een mooie nieuwe beleidsvrijheid, dan wordt aan iets negatiefs een geheel positieve invulling gegeven.
Ook op andere plaatsen In de beleidsbrief wordt deze omkeringstechniek zonder enige schaamte toegepast. In de huidige regeling hebben ouders en kinderen een ‘recht op zorg’. In de nieuwe situatie wordt dat omgezet in een ‘zorgplicht van de gemeente’. Ook deze omzetting moeten we positief waarderen, omdat volgens de bewindslieden het ‘recht op zorg’ nogal eens leidde tot te veel en te zware jeugdzorg. Als dat recht min of meer is afgeschaft, kunnen gemeenten in het kader van hun zorgplicht helemaal geen zorg meer geven of veel lichtere vormen. En omdat dat veel goedkoper is, moet dat als een zegen voor het land worden beschouwd.
Je moet het maar zo durven opschrijven. Ook los van een expliciet ‘recht op zorg’ blijft echter het gelijkheidsbeginsel op de jeugdzorg van toepassing. Zowel voor de Wet maatschappelijke ondersteuning als voor de toekomstige jeugdzorg zullen in de nabije toekomst vele juridische procedures worden gevoerd waarbij aandacht wordt gevraagd voor vormen van ongelijke behandeling. Tot nu toe zijn die vormen van ongelijkheid in de Wmo nog enigszins onder de oppervlakte gebleven, maar er zijn steeds meer signalen dat er tussen gemeenten nauwelijks aanvaardbare verschillen gaan ontstaan. Voor de jeugdzorg bestaat hetzelfde risico. En dat roept de principiële vraag op of dit wel de beleidsvrijheid is die gemeenten moeten willen. De Bureaus Jeugdzorg worden bijvoorbeeld afgeschaft.
De Centra voor Jeugd en Gezin worden de toegangspoort. Gemeenten kunnen daarbij kiezen voor een zeer lage organisatiegraad van deze centra, waardoor er minder kosten aan zijn verbonden en dat zal dan ook wel gebeuren. Dit betekent dat mogelijk de gehele institutionele omgeving van de jeugdzorg over enige tijd nagenoeg zal zijn verdwenen. Ook waar het gaat om de vraag hoe de verschillende vormen van zorg zich tot elkaar verhouden, moeten allerlei beslissingen worden genomen. Bundeling en integratie van zorgpakketten - dat zijn nette en verhullende woorden voor verschraling - liggen daarbij voor de hand.
De betrokkenheid van deskundigen moet eveneens op een efficiënte wijze worden georganiseerd. Hoe minder deskundigen, des te lager zijn de kosten, dus zal het aantal deskundigen wel worden gedecimeerd. Vastgesteld moet worden dat de in de beleidsbrief gegeven beleidsruimte zeker van betekenis is. Het kan aanknopingspunt zijn voor een betere organisatie van de jeugdzorg, maar er zijn wel heel veel risico’s voor verschraling en ongelijke behandeling. De ruimte voor gemeentelijke beslissingen in autonomie is er nauwelijks meer en die zou moeten worden vergroot om het lokale politieke domein te versterken. De beleidsvrijheid uit deze beleidsbrief leidt echter eerder tot een verzwakking van dit politieke domein, omdat de organisatie van de jeugdzorg zich niet goed leent voor een vergaande differentiatie.
Het is namelijk zeer de vraag of de in de beleidsbrief geschetste vraagstukken van jeugdzorg wel goed kunnen worden opgelost in gemeenten die erg van elkaar verschillen waardoor er allerlei afwijkende arrangementen zullen ontstaan. Kortom: ruime beleidsvrijheid voor gemeenten, maar het zou wel eens de verkeerde vrijheid kunnen zijn.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.