Rechter staat verhoren Somerense ambtenaren toe
De ontslagen Somerense wethouder Guido Schoolmeesters mag een onderzoeker van Necker van Naem en drie gemeenteambtenaren horen over hun inbreng voor het rapport van Necker van Naem en bij antwoorden op raadsvragen. De rechtbank Oost-Brabant wees de bezwaren van de gemeente Someren en het onderzoeksbureau af. ‘Het belang van waarheidsvinding prevaleert boven het belang van vertrouwelijkheid.’
De ontslagen Somerense wethouder Guido Schoolmeesters mag drie gemeenteambtenaren horen over hun inbreng voor het rapport van Necker van Naem naar zijn integriteit en bij antwoorden op raadsvragen over deze zaak. De rechtbank Oost-Brabant wees de bezwaren van de gemeente Someren en het onderzoeksbureau af. ‘Het belang van waarheidsvinding prevaleert boven het belang van vertrouwelijkheid.’
Zwaarwichtige bezwaren
Schoolmeesters vroeg een paar weken geleden om het voorlopig getuigenverhoor, waarmee hij ‘eerherstel’ hoopt te bewerkstelligen. Een dergelijk verzoek kan een rechter alleen weigeren bij ‘zwaarwichtige bezwaren’, bijvoorbeeld wanneer het in strijd is met de goede procesorde of misbruik van bevoegdheid of als de verzoekende partij bij toewijzing van het verzoek onvoldoende belang heeft. Om een voorlopig getuigenverhoor kan onder meer worden verzocht om een betere inschatting te kunnen maken van de kansen in een (eventuele) bodemprocedure.
Onrechtmatig
Schoolmeesters overweegt die bodemprocedure en baseert deze op zijn stelling dat onderzoeksbureau Necker van Naem jegens hem onrechtmatig heeft gehandeld door de manier waarop dat het rapport tot stand heeft gebracht. De inhoud van het rapport zou ook onrechtmatig jegens hem zijn en hem schade hebben berokkend. Met het getuigenverhoor wil hij de handelswijze van het onderzoeksbureau zelf nader onderzoeken. Uit het rapport van Necker van Naem bleek dat Schoolmeesters een bouwbedrijf en zijn zoon had bevoordeeld bij het kopen van een huis in Someren. De onderzoekers spraken van ‘verwijtbaar, niet-integer handelen’. Maar volgens Schoolmeesters kan hem niets worden verweten.
Geen inzage
Schoolmeesters heeft geen inzage heeft gekregen in de door de tijdens het onderzoek geïnterviewde ambtenaren afgelegde verklaringen. Door het horen van de getuigen wil hij achterhalen op basis van welke informatie de conclusies zijn getrokken die in het rapport van Necker van Naem staan vermeld: wat is feitelijk gezegd door de geïnterviewden, hoe dat is dat geanalyseerd door de onderzoekers en welke conclusie hebben de onderzoekers daaruit getrokken. De rechter vindt dat Schoolmeesters hiermee voldoende concrete feiten heeft gesteld die hij met het getuigenverhoor wil onderzoeken en ook voldoende heeft onderbouwd wat de te horen getuigen daarover kunnen verklaren. Het verweer dat Schoolmeesters op een “fishing expedition” zou zijn, omdat hij met het verhoor enkel op zoek gaat naar informatie zonder die voldoende specifiek te omschrijven, verwerpt de rechter eveneens hierom.
Beantwoording raadsvragen
Dat Schoolmeesters de feiten, zoals Necker van Naem deze in het onderzoeksrapport heeft vermeld, niet betwist, maakt nog niet dat hij geen belang heeft bij zijn verzoek. Hij stelt immers dat Necker van Naem aan de hand van de hem bekende stukken niet de conclusies heeft kunnen trekken die het in het rapport heeft getrokken. Schoolmeesters heeft er volgens de rechter belang bij om deze ambtenaren ook te horen over de beantwoording van de raadsvragen door de burgemeester, omdat Necker van Naem daarin ook een rol heeft gespeeld en voor Schoolmeesters niet duidelijk is wie welke vragen heeft beantwoord en in hoeverre antwoorden van zowel het onderzoeksbureau als antwoorden van de ambtenaren corresponderen met de uiteindelijke antwoorden die aan de gemeenteraad zijn verstrekt. Dat Schoolmeesters geen belang zou hebben bij zijn verzoek, omdat hij Necker van Naem heeft gevrijwaard van enige aansprakelijkheid is volgens de rechter een verweer dat in een eventuele bodemprocedure gevoerd kan worden, ‘maar doet niet af aan de toewijsbaarheid van dit verzoek’.
Waarheidsvinding
Zowel Necker van Naem als de gemeente Someren beroepen zich op een zwaarwichtig belang vanwege de vertrouwelijkheid die aan de door het bureau geïnterviewde ambtenaren is toegezegd ten aanzien van de door hen bij het bureau afgelegde verklaringen, maar de rechter vindt dit belang 'onvoldoende zwaarwichtig' om het verzoek om een voorlopig getuigenverhoor af te wijzen. ‘Het belang van de waarheidsvinding dient in het kader van dit verzoek te prevaleren.’ Schoolmeesters kan nu immers op geen enkele manier controleren of de door het bureau getrokken conclusies op de verklaringen van de ambtenaren gebaseerd hadden kunnen worden. Weliswaar is tussen het bureau en de ambtenaren geheimhouding afgesproken, maar er is niets gebleken van afspraken dat zij of de onderzoekers niet gehoord mogen worden.
Vooralsnog openbaar verhoor
Tot slot had de rechter voorgesteld om vanwege de afgesproken vertrouwelijkheid het voorlopig getuigenverhoor achter gesloten deuren te houden. De gemeente Someren en Necker van Naem wilden dan dat de verklaringen van de ambtenaren na het getuigenverhoor ook vertrouwelijk zouden blijven. Maar Schoolmeesters zag daar niets in, want dan zou hij de verklaringen niet in een eventuele bodemprocedure als bewijs kunnen gebruiken. De rechtbank vindt dat Necker van Naem en de gemeente onvoldoende naar voren hebben gebracht om nu al, voordat tot het getuigenverhoor wordt overgegaan, te bepalen dat het getuigenverhoor achter gesloten deuren moet plaatsvinden en dat hetgeen de ambtenaren zullen gaan verklaren vertrouwelijk dient te blijven. Als een van de partijen daar bij het getuigenverhoor om vraagt, zal de rechter-commissaris daar dan een beslissing over nemen.
Reacties: 4
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Onderzoekbureaus en commissies moeten steeds meer maatwerk leveren en per geval afwegen hoe ze de behoorlijkheidseisen van het onderzoek gaan inrichten. Op voorhand dus en met instemming van alle betrokkenen.