Ex-vluchteling landt in provinciehuis
Rateb Abawi (28) vlucht met zijn ouders begin jaren negentig voor de moedjahedien. Die vuren ‘wel honderd bommen per dag’ af op Kabul, de hoofdstad van Afghanistan waar de Abawi’s woonden, ‘een land dat altijd fijn was geweest, waar westerlingen graag op vakantie kwamen.
Met een vliegtuig ontsnapte Rateb Abawi aan de Afghaanse burgeroorlog. De peuter van toen klom op tot bestuursadviseur bij de provincie Zuid-Holland. ‘Wie zijn stinkende best doet, komt er.’
Rateb Abawi (28) vlucht met zijn ouders begin jaren negentig voor de moedjahedien. Die vuren ‘wel honderd bommen per dag’ af op Kabul, de hoofdstad van Afghanistan waar de Abawi’s woonden, ‘een land dat altijd fijn was geweest, waar westerlingen graag op vakantie kwamen.’ Ratebs moeder moet de hele vlucht hebben gehuild. ‘Alles moesten ze achterlaten: hun land, familie, vrienden, hun hele leven. Mensen beseffen vaak niet hoe zwaar dat is. Bovendien was er angst: wat zou de toekomst hen brengen?’
Rijksambtenaar productiemedewerker
Tijdens de burgeroorlog die het land sindsdien in zijn greep houdt, trekken veel Afghanen naar buurlanden als Iran en Pakistan. Daar voelen Abawi’s ouders als liberale moslims minder voor: de dreiging kwam van radicale moslims, dan is het logischer om voor een niet-moslimland te kiezen. En zo komen ze uiteindelijk in Nederland terecht.
Na in een ozc in Luttelgeest te hebben gezeten en daarna in een azc in Leusden, krijgen ze een woning in Wijchen toegewezen. Abawi’s vader en moeder weten geen vervolg te geven aan de carrières die ze in het oude vaderland hadden. Papa, rijksambtenaar infrastructuur, komt als productiemedewerker in een fabriek te staan, moeder – onderwijzeres – op een kinderdagverblijf. ‘Maar dat is nooit een punt geweest voor ze. Het woog totaal niet op tegen het voordeel dat Nederland óók bood: in veiligheid kunnen leven en je kinderen een toekomst kunnen bieden.’
Trainee provincie
Abawi grijpt de mogelijkheden met beide handen aan. ‘Door heel hard werken’ slaagt hij erin de route van de mavo naar de universiteit met succes te doorlopen. Hij hoort jongeren van etnische minderheden nog weleens reppen over minder kansen, maar is zelf meer van de school: wie zijn stinkende best doet, komt er.
Zeer recentelijk ging hij als bestuursadviseur van een gedeputeerde aan de slag. En dat bij de provincie waar hij drie jaar geleden als trainee begon: Zuid-Holland. Na de havo koos Abawi voor hbo bedrijfskunde, omdat hij economie en wiskunde leuk vond en er goed in was. In zijn laatste jaar begon hij met tien anderen het adviesbedrijfje Lemon Eleven, maar het idee een vervolgstudie te doen – een bestuurskundige opleiding in het bijzonder – trok aan hem. Vandaar dat hij in 2009 aan de Erasmus Universiteit ging studeren, na zijn hbo te hebben afgerond.
Vervoerszaken
‘Mijn politieke hart bleef kloppen, dat was het. Politiek is ons met de paplepel ingegoten’, zegt hij. Abawi heeft naast zijn politieke inborst nog een motief om de commerciële pad te verruilen voor een gouvernementeel traject: ‘Dan kan ik iets terug doen voor de maatschappij die me zo veel bracht. Bij de provincie zat ik tot voor kort op OV, hield me onder meer bezig met de waterbus tussen Rotterdam en de Drechtsteden. Natuurlijk maken in de eerste plaats de mensen op en rond die forensenboten het verschil, maar toch: op de achtergrond kun je ook iets betekenen. Ervoor zorgen bijvoorbeeld dat alle betrokken partijen met elkaar in gesprek blijven. Ook droeg ik mijn steentje bij aan sociale veiligheid in het openbaar vervoer, een van mijn andere dossiers.’
Dat moet thuis toch iets hebben losgemaakt: zoonlief in vervoerszaken, toch min of meer datgene waar vader zich ooit mee bezighield. Abawi glimlacht. Dat deed wel iets, ja.
Lees het volledige artikel in de serie Goed Geland in Binnenlands Bestuur nr. 23 van deze week (inlog)
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.