Terugdringen externe inhuur Overijssel ‘proces van lange adem’
Minder externe inhuur, vaker een keuze voor het aannemen van mensen in vaste dienst. Daar wil de provincie Overijssel naar toe.
De provincie Overijssel is een derde van de totale loonsom kwijt aan de inhuur van externe medewerkers: 33,5 procent. Het landelijk gemiddelde is de helft minder. Wat is er aan de hand?
De afwijkend hoge score van Overijssel komt naar voren uit de Personeelsmonitor Provincies 2021 van het A&O fonds Provincies. Desgevraagd laat de provincie weten zich ‘hier zeer wel bewust van te zijn’ en de intentie te hebben de omvang van inhuur te beperken. Die intentie is als zodanig uitgesproken bij de Perspectiefnota 2021.
Nieuwe functies
De oorzaak voor het hoge percentage komt volgens een woordvoerder van de provincie voort uit een besluit uit 2012 om omvangrijke incidentele uitgaven met tijdelijke bezetting, dus inhuur, te bemensen. Die incidentele uitgaven en daaraan verbonden projecten lopen nog steeds door en hebben deels zelfs een structureel karakter gekregen. Daarnaast huurt de provincie in voor nieuwe functies die tien jaar geleden bij het maken van het nieuwe functiegebouw niet waren voorzien, maar die nu structureel van belang zijn. Een voorbeeld daarvan is een chief information security officer.
Onderlinge binding
Hoewel de provincie een flexibele schil van belang acht, merken ze in Zwolle dat de huidige omvang van inhuur een wissel trekt op de organisatie. Daarbij moet onder andere worden gedacht aan opeenvolgende (inwerk)begeleiding, onderlinge binding, verankering van deskundigheid en continuïteit van het netwerk in de omgeving.
Vaste dienst
De provincie streeft om die reden en conform de opdracht uit het coalitieakkoord er sinds vorig jaar naar vaker de keuze te willen maken om mensen in vaste dienst te nemen. Inmiddels zou het aandeel externe inhuur afnemen, zij het in nog beperkte mate. ‘Een proces om de omvang van inhuur te beperken kent een lange adem’, aldus de woordvoerder. Die langzame afname komt dan onder andere door het feit dat de provincie met diverse dossiers zegt te zijn geconfronteerd die onvoorziene extra en specialistische inzet met zich mee hebben gebracht. Als voorbeeld wordt het dossier Kanaal Almelo – de Haandrik aangehaald: de verzakkingen van zo’n 400 woningen langs het kanaal nadat dat geschikt werd gemaakt voor grotere schepen. ‘Daarnaast hebben we bij een aantal grote infraprojecten een initiatiefrijke en regisserende rol ingenomen waar meerdere overheden bij betrokken zijn. We ontvangen achteraf van medeoverheden een deel van de inhuur terug, in de vorm van een financiële bijdrage aan het project.’
Inhuren van externe deskundigheid behoort bovendien plaatsvinden op basis van een uitvoerige omschrijving van de randvoorwaarden voor de opdracht.
Rapportages dienen exact te voldoen aan de verstrekte opdracht en doelstelling. Externe deskundigen zijn namelijk tuk op vervolgopdrachten.
Doorberekening van financiële bijdragen aan medeoverheden zal t.o.v. de totale uitgaven aan externe deskundigheid bij de provincie Overijsel niet al te veel voorstellen.