Oude wijn in nieuwe zakken
Limburg heeft geschiedenis geschreven: het is de eerste provincie ooit met een extraparlementair college van Gedeputeerde Staten. Ook opvallend: de klassieke bestuurderspartijen VVD, CDA en PvdA zitten in vrijwel alle tot nu toe gevormde colleges, ondanks het verlies van deze partijen. De vorming van nieuwe colleges duurde dit keer wel erg lang.
Geen aardverschuivingen in provincieland
Ruim drie maanden na de Statenverkiezingen zijn er nog niet in alle provincies nieuwe colleges gevormd. Zo zitten Flevoland en Zuid-Holland, bij het ter perse gaan van dit nummer, nog steeds zonder en is het extraparlementair college van Limburg pas vorige week geïnstalleerd. In Flevoland gloort er wel licht aan het einde van de tunnel. De informateurs Willibrord van Beek (VVD) en Bas Jan van Bochove (CDA) hebben vorige week geadviseerd een formateur te benoemen om een college van VVD, Groen- Links, CDA, PvdA, ChristenUnie en D66 rond te breien.
‘Ik heb ze allemaal nodig. Dat is geen luxe, maar noodzaak’, aldus Van Beek, oud-commissaris van de koning in Utrecht. Provinciale Staten hebben daarmee ingestemd en de informateurs tot formateurs benoemd. De intentie is om op 10 juli het coalitieprogramma te presenteren en de gedeputeerden te installeren. Van Beek en Van Bochhove (voormalig Kamerlid) waren overigens niet de eerste informateurs in Flevoland. Eerder deed Annemarie van Gaal, op verzoek van Forum voor Democratie – de grote winnaar in Flevoland – een poging om een college te smeden van Forum voor Democratie, VVD, CDA, ChristenUnie en de PvdA. Dat mislukte omdat de PvdA uit de onderhandelingen stapte. De partij wilde dat de Flevolandse tak van Forum afstand zou doen van een aantal uitspraken die Forum- voorman Thierry Baudet had gedaan, over onder meer dat journalisten, wetenschappers, kunstenaars en architecten de Nederlandse cultuur ondermijnen. Later gaven D66 en GroenLinks aan evenmin met Forum in zee te willen gaan.
Ook in Zuid-Holland lijkt er schot in de zaak te komen. Medio mei legde de eerste informateur, VVD-coryfee Hans Wiegel, zijn taak neer. Het was hem niet gelukt een coalitie tot stand te brengen met in ieder geval winnaar Forum voor Democratie en VVD. Inmiddels hebben twee nieuwe informateurs, op verzoek van de VVD, verkend welke partijen gezamenlijk een coalitie willen vormen ‘die voldoende inhoudelijke basis heeft om te kunnen rekenen op een werkbare meerderheid in Provinciale Staten’, aldus de VVD in een persbericht. De Noordwijkse waarnemend burgemeester Jon Hermans-Vloedbeld en co-informateur Sjoerd Vollebregt (voorzitter van de Economic Board van de Drechtsteden) hebben maandag geadviseerd formatieonderhandelingen te starten met VVD, GroenLinks, CU/SGP, PvdA en CDA.
Versnippering
‘Informateurs hebben echt meer tijd nodig. Nog niet zo heel lang geleden was iedereen bij wijze van spreken al met Pasen klaar, maar in ieder geval toch wel in mei en uiterlijk begin juni waren de meeste colleges gevormd. Nu duurt het langer’, constateert politicoloog Harmen Binnema (Universiteit Utrecht). De versnippering is daar deels oorzaak van. De zetels zijn over een grote hoeveelheid partijen uitgesmeerd, waardoor er brede coalities moe(s)ten worden gesmeed. De ‘motorblokken’ in veel colleges zijn veelal dezelfde als de vorige bestuursperiode, maar ‘zeker nieuwe partijen die toetreden willen iets van zichzelf laten zien. Dan kost het wat meer tijd om tot overeenstemming te komen’, aldus Binnema.
Ook de portefeuilleverdeling vergt met een breed samengesteld college en veelal meer gedeputeerden extra tijd. Er is een wettelijk maximum van zeven gedeputeerden en met breed samengestelde colleges komt het vrijwel niet voor dat een partij meerdere gedeputeerden mag leveren. ‘Als je met zoveel partijen de posten moet gaan verdelen, wil iedereen toch een mooie portefeuille hebben en het optimale uit die ene post halen.’ De afstemming in de vele fracties die een coalitie willen vormen, speelt ook mee. ‘Waar in het verleden vaak bestaande coalities doorgingen, was wel sprake van wat accentverschillen en hier en daar nieuwe poppetjes, maar je was toch vrij snel klaar. Maar je wilt toch ook aan de buitenwereld laten zien dat het ertoe doet dat jij als partij in een college zit en dat er dingen toch echt anders gaan. En daar hebben de veranderende verhoudingen van het aantal zetels aan bijgedragen.’
De groeiende importantie van het provinciaal takenpakket en de winst van Forum voor Democratie hebben bijgedragen aan de langere duur van de collegevorming, voegt Marcel Boogers, hoogleraar innovatie en regionaal bestuur (Universiteit Twente), daaraan toe. ‘In Nederland blijkt de rare wet te gelden dat grote winnaars bij de verkiezingen toch wel serieus de kans bij formatiebesprekingen moeten krijgen. En bij Forum was dat onder meer ingewikkeld omdat niet bekend was waarvoor de partij staat.’ Ook het ‘gedoe’ binnen Forum maakte het er volgens Boogers niet makkelijker op.
De grote politieke dossiers die nu op het bordje van de provincie liggen, hebben ook voor vertraging gezorgd. Ruimtelijke ordening, het klimaat, de regionale energiestrategieën en huisvesting noemt Boogers als voorbeeld. ‘Beleidsinhoudelijk moet je dan langer met elkaar doorpraten over wat de koers van de provincie op die dossiers moet zijn.’ Hoewel het kerntaken van de provincie waren en zijn, hebben die kerntaken in de ogen van Boogers een centralere rol gekregen in de aanpak van grote maatschappelijke opgaven. ‘De dossiers hebben een groter gewicht gekregen. De provincie heeft aan gewicht gewonnen en dat betekent dat er uitgebreider moet worden doorgesproken over “wat gaan we als provincie doen”.’
Pluche
Naast de lange (in)formatieduur, vindt Binnema de terugkeer van de klassieke drie bestuurderspartijen – VVD, CDA en PvdA – in bijna alle colleges op- ‘ Ik heb ze allemaal nodig. Dat is geen luxe, maar noodzaak’ vallend. In acht van de twaalf provincies maken deze drie partijen deel uit van de nieuwe colleges en daar komen Flevoland en Zuid-Holland waarschijnlijk nog bij. In nog eens twee provincies zitten twee van deze drie partijen in het nieuwe college.
‘Het grote verschil is dat ze nu allemaal wel twee of drie extra partijen nodig hebben om een meerderheid te vormen. Daarmee vormen ze niet meer zoals voorheen een heel krachtig blok, dat het met zijn drieën regelde.’ De terugkeer van de PvdA is des te meer opvallend omdat de sociaaldemocraten in alle provincies – uitgezonkeld derd Flevoland – zetels verloren. In vier van de acht provincies (Groningen, Friesland, Overijssel en Utrecht) zat de PvdA de vorige periode in de oppositiebankjes; nu zit de partij er weer op het pluche.
Hoewel opvallend, snapt Binnema de keuze voor de PvdA wel. ‘De PvdA heeft zich de afgelopen jaren als oppositiepartij constructief opgesteld. Je weet wat je aan ze hebt, ze hebben een reservoir aan geschikte bestuurders. Het is een nuttige partij om, ondanks de niet briljante verkiezingsuitslag, met het aantal zetels dat ze hebben tot meerderheden in de Staten te komen.’
Daar sluit Boogers zich bij aan. ‘Ze zijn toch een factor van belang in de provinciale politiek. Deels om een meerderheid te krijgen, maar ook omdat ze bestuurlijk talent in kunnen zetten. Daar wordt ook altijd naar gekeken.’ Volgens Binnema vindt GroenLinks – naast Forum de andere grote winnaar van de Statenverkiezingen – het ook wel prettig om niet alleen met het CDA en de VVD te besturen. GroenLinks zit in zes van de twaalf provincies in het college; in vier provincies als nieuwkomer. Daar komen Flevoland en Zuid-Holland mogelijk nog bij.
Van aardverschuivingen kun je al met al op provinciaal niveau niet spreken. ‘Wat je in provincies ziet is wat men op landelijk niveau “het brede midden” noemt’, aldus Binnema. Hij heeft het dan over CDA, VVD, PvdA en dan met – in wisselende combinaties – GroenLinks, ChristenUnie en D66. De coalities worden breder, maar de meerderheden in de coalities worden juist steeds krapper, valt Binnema verder op. In de helft van de provincies zijn meer partijen tot het college toegetreden. In Zeeland heeft de coalitie een nipte meerderheid van 20 van de 39 zetels. Ook in dat opzicht snapt Binnema dat met klassieke partijen op safe wordt gepeeld. De SP speelt in geen enkel college meer een rol. De ChristenUnie heeft in vijf provincies bestuursverantwoordelijkheid genomen, tegen vier in de vorige periode. Flevoland en Zuid-Holland komen daar wellicht nog bij. D66 is uit veel colleges verdwenen. In de vorige periode was de partij in negen van de twaalf provincies in het college vertegenwoordigd, nu in vier en met mogelijk Flevoland erbij vijf.
Onbekendheid
Wat Forum betreft, heeft de onbekendheid met de partijstandpunten en afgevaardigden de partij parten gespeeld, stellen Binnema en Boogers. ‘In het verleden was het ook altijd zo dat gevestigde partijen bij een nieuwkomer de kat uit de boom kijken. Ze willen eerst aan een nieuwe partij wennen en pas daarna komen nieuwkomers in aanmerking voor bestuursverantwoordelijkheid’, aldus Binnema. Toch verrast het hem dat Forum nergens aan de bak is gekomen. ‘Ik had het idee dat de collegevorming met Forum in ieder geval in Zuid-Holland een eind op streek was.’ In Limburg is weliswaar een van de gedeputeerden van Forum-huize, maar de gedeputeerden zitten daar op persoonlijke titel in het college en niet namens hun partij. ‘Als je twijfels hebt bij het bestuurlijk talent van een partij wordt het ingewikkeld’, aldus Boogers. ‘Dat is ook van de redenen waarom regeren met Forum niet gelukt is.’
Benieuwd zijn Binnema en Boogers naar het reilen en zeilen van het extraparlementaire college in Limburg. ‘Het was niet zo gek om met CDA, Forum, de PVV en de VVD wat te gaan proberen’, vindt Binnema. ‘Bij andere partijen was er veel weerstand om met deze partijen een coalitie te vormen, dus zou het heel lastig worden. Het lijkt vanaf afstand bezien een constructie die uit nood geboren is en niet een vooropgezet idee over politieke vernieuwing. In de constellatie die was ontstaan, was dit het hoogst haalbare. Het is wel interessant om te zien of het het extraparlementair college gaat lukken om per onderwerp meerderheden in de Staten te krijgen.’
Dat vindt ook Boogers. ‘Het blijft heel spannend, want we zijn het in Nederland niet gewend. Maar dat je het eens probeert, is volgens mij heel verstandig. Als je enorm brede of ingewikkelde coalitie zou vormen, is elkaar stevig de hand vasthouden de enige manier om te overleven. Je krijgt dan hele scherpe tegenstellingen tussen oppositie en coalitie. Je krijgt ook een scherpe fractie- en collegediscipline om die coalitie bij elkaar te houden. Dat komt de kwaliteit van het debat niet ten goede. Nu doen ze in Limburg meer recht aan de veelkleurigheid van de Staten, door met wisselende meerderheden te gaan regeren en het van het onderwerp laten afhangen of ze over links of over rechts gaan.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.