‘Agressie hoort erbij'
Het aantal raadsleden dat met agressie, bedreiging of geweld te maken heeft gehad, is verdubbeld. Toch doen raadsleden daar zelden aangifte van. ‘Agressie hoort erbij.'
Het aantal raadsleden dat met agressie, bedreiging of geweld te maken heeft gehad, is verdubbeld. Toch doen raadsleden daar zelden aangifte van.
Verdubbeling
‘If you can’t stand the heat, get out of the kitchen.’ Deze houding kenmerkt de opstelling van raadsleden. Scheldpartijen, smaad en lastercampagnes, dreiging met geweld, doodsbedreigingen, brandstichting, vernieling van persoonlijke eigendommen en bedreiging van gezins- of familieleden. Maar liefst 26 procent van de raadsleden heeft ermee te maken gehad. Dat blijkt uit het onderzoek, dat het Perikles Instituut samen met het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) en de Vertrouwenslijn uitvoerde. De cijfers liggen aanzienlijk hoger dan de aantallen die uit eerdere onderzoeken naar bedreiging en agressie tegen raadsleden naar voren kwamen. Het CCV publiceerde in september 2015 een onderzoek over raadsleden en veiligheid. Het aantal raadsleden dat aangaf zich bedreigd en geïntimideerd te voelen, lag toen op 13 procent. Met name de mogelijke vestiging van asielzoekerscentra heeft volgens het onderzoek geleid tot de verdubbeling van het aantal incidenten.
Direct effect
Daarnaast is de verantwoordelijkheid van raadsleden de laatste jaren zichtbaarder en groter geworden. De gemeenteraad is steeds meer verantwoordelijk geworden voor zaken die rechtstreeks ingrijpen in het leven van de inwoners, zoals de zorg en arbeidsdeelname. Dat kan er volgens het onderzoek toe leiden dat burgers hun gemeentelijke vertegenwoordigers eerder aansprakelijk achten voor zaken die een direct effect hebben op hun dagelijks leven.
Weinig aangifte
Ondanks de stijging van het aantal incidenten, blijkt de aangiftebereidheid onder raadsleden klein. Slechts 1 op de 5 stapt naar de politie. De ernst van de voorvallen is daarbij bepalend. Bij verbale agressie kiezen de raadsleden er in het algemeen voor om zelf met de persoon in kwestie in gesprek te gaan. Scheldpartijen via sociale media is zelfs voor 97 procent van de raadsleden geen reden voor aangifte. Driekwart van de raadsleden vindt zelfs bedreiging via sociale media niet zwaarwegend genoeg. Maar wanneer het gaat om vernieling van persoonlijke eigendommen is een grote meerderheid wel bereid naar de politie te stappen. Bij bedreiging van familieleden is dat zelfs tachtig procent. Wel geven verschillende raadsleden aan dat de politie de aangifte niet altijd serieus neemt of de aangifte wil omzetten in een melding.
Grote steden
Raadsleden in grote steden blijken nog veel vaker last te hebben van bedreiging, intimidatie of geweld dan in kleinere plaatsen. Twee derde van de grootstedelijke raadsleden geeft aan daarmee te maken te hebben gehad. Opvallend is ook dat meer ervaren raadsleden veel eerder bereid zijn aangifte te doen dan nieuwkomers. Leden van de raad die deze taak al voor 2002 uitoefenden doen in vergelijkbare gevallen 40 procent vaker aangifte dan mensen die recenter in de raad zijn gekomen. De oudere raadsleden lijken het helemaal niet zo vanzelfsprekend te vinden dat burgers zich agressief gedragen. Omgekeerd lijkt de jongere generatie een hogere tolerantiegrens te hebben en eerder te vinden dat het ‘erbij hoort’, aldus de onderzoekers.
Geen protocol
Wanneer raadsleden zich bedreigd voelen, weten ze vaak niet welke stappen ze kunnen ondernemen. 67 procent van hen zegt niet te weten of de gemeente daar een protocol voor heeft.
Wanneer raadsleden worden bedreigd of uitgescholden, zijn ze niet vaak geneigd dit ter sprake te brengen. Voornaamste reden daarvoor is dat ze zich niet veilig voelen om dat te doen. Saillant gegeven: in vier gemeenten gaven raadsleden aan bedreigd en geïntimideerd te zijn door collega-raadsleden.
Reacties: 6
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
1. Slechts eenderde van de bedreigingen is anoniem
2. Mensen uit alle lagen van de bevolking gaan over de schreef. We kennen ook voorbeelden van directeuren van maatschappelijke instellingen, ondernemers en welgestelden. Nadenkende mensen met een maatschappelijke carrière die zich ook misdragen.