Niet-stemmer duwen en verleiden
Met meer (mobiele) stemlokalen, een stemwijzer, een verkiezingsfestival en communicatiecampagnes kunnen gemeenten zorgen voor een betere opkomst bij de verkiezingen
Dat concludeert het Centrum voor Toegepaste Politieke Wetenschappen van de Vrije Universiteit Amsterdam in het rapport Almere, Onderzoek opkomstbevordering. Het onderzoek werd gedaan in opdracht van Almere, dat zich zorgen maakt over de lage opkomst tijdens voorgaande gemeenteraadsverkiezingen. In 1998, 2002 en 2006 respectievelijk 50,8 procent, 47,6 procent en 47,9 procent; steeds zo’n 10 procent lager dan het landelijk gemiddelde. De gemeente wilde weten hoe opkomstbevorderende middelen effectiever kunnen worden ingezet.
De verklaring voor de lage opkomst in Almere is een combinatie van factoren, denkt onderzoeksleider André Krouwel: een jonge stad waar nog weinig binding mee is, veel jongeren, relatief veel lager opgeleiden en allochtonen. De conclusies in het rapport zijn niet één op één te vertalen naar andere gemeenten, maar de structurele effecten zijn volgens Krouwel wel overal zichtbaar. Er zijn maar weinig burgers in Almere totaal afgehaakt van de democratie (zie grafiek), blijkt uit het onderzoek. Krouwel: ‘Er zijn veel redenen om niet te gaan stemmen, maar er zijn maar heel weinig mensen die zeggen dat ze principieel niet stemmen. Dat betekent dat er veel mogelijkheden zijn ze toch naar de stembus te lokken.’
Burgerplicht
De belangrijkste factoren die zorgen voor een hoge opkomst liggen op het bordje van politieke partijen (zie ‘5 tips’). Gemeenten kunnen vooral faciliteren. Meer stemlokalen levert een hogere opkomst op, tot zo’n 5 procent; een digitale stemhulp 2 tot 13 procent; gratis vervoer (bijvoorbeeld van een bejaardentehuis naar de stembus) 1 tot 3 procent; een gerichte campagne tot 3 procent en een verkiezingsfestival tot 6 procent. ‘Zowel de politiek als de overheid moet ervoor zorgen dat verkiezingsdag een bijzondere dag is. Verkiezingsfestivals vergroten het collectief bewustzijn dat stemmen belangrijk is’, aldus Krouwel.
De politicoloog benadrukt dat gemeenten middelen gericht in moeten zetten. ‘Politieke partijen maar ook overheden verspillen veel energie en geld aan activiteiten die weinig zoden aan de dijk zetten. Je ziet gemeenten een algemene brief of folder rondsturen, de rijksoverheid maakt algemene reclamespotjes. Het is grotendeels weggegooid geld.’
De benadering van burgers moet zo persoonlijk mogelijk zijn. Krouwel: ‘Als je een verkiezingsfestival organiseert, moet dat niet van alles wat zijn. Jongeren moet je aanspreken met een poppodium, ouderen met een speciaal programma. Een mediacampagne heeft alleen zin als je specifieke doelgroepen aanspreekt.’ Nog altijd onderschrijft 80 procent van de Nederlandse kiezers de stelling dat stemmen een plicht is, blijkt uit verkiezingsonderzoek.
Krouwel: ‘Die diepgewortelde burgerzin kan worden benut. Burgers moeten het idee krijgen dat iemand naar henkijkt. Je moet als het ware de druk opvoeren. Door meer stemlokalen in te richten, laat je mensen niet wegkomen met het argument dat er geen stemlokaal in de buurt is, door een stemwijzer kunnen burgers niet meer zeggen dat ze niet weten wat ze moeten stemmen, door tijdens een festival de verkiezingen onder de aandacht te brengen, kunnen ze niet meer zeggen dat ze het niet doorhadden. En door mensen gericht aan te spreken, kunnen ze niet zeggen dat verkiezingen hen niet aangaan.’
5 Tips voor hoge opkomst
Gemeenten kunnen de faciliteiten rond verkiezingen zo optimaal mogelijk maken, maar het zijn de politieke partijen die de grootste invloed hebben op de opkomst tijdens verkiezingen, blijkt uit het onderzoek Almere, Onderzoek opkomstbevordering. De tips:
-
Stop met folders uitdelen, posters plakken, algemene brieven en e-mails, radio- en tv-spotjes. De gemeten effecten zijn miniem.
-
Zorg voor spannende verkiezingen. In 2006 streden in Rotterdam de PvdA en Leefbaar Rotterdam om wie de grootste zou worden. De opkomst was nog hoger dan in 2002 met Fortuyn. Een manier om spannende verkiezingen te krijgen is door verschillen met andere partijen te benadrukken. Verkiezingen moeten ergens over gáán, inhoud telt!
-
Recruteer aansprekende politici.
-
Stuur partij-activisten en sympathisanten er herhaaldelijk op uit - het zogenoemde canvassen. Peer-contacten werken het best: jongeren moeten jongeren aanspreken, ouderen ouderen, collega’s collega’s, leden van een sportclub medeleden. Eén contact is niet genoeg, het moeten er meer zijn.
-
Probeer niet een kiezer ervan te overtuigen op jouw partij te stemmen. Dat werkt soms zelfs averechts. Als hij/zij gaat stemmen is dat al winst.
Lees hier het onderzoeksrapport Opkomstbevordering.
Gelukkig kan hier nog een goed uitvoerbare tip aan worden toegevoegd: zorg voor voldoende stembureaus. Het onderzoeksrapport dat de basis is van het bovenstaande artikel stelt 'Over het effect van meer stemlokalen (en ambulante stemlokalen) om de afstand van huisdeur tot stemlokaal te verkleinen is weinig bekend'. Dat klopt niet helemaal. Uit onderzoek van Peter Kooreman en ondergetekende blijkt dat het aantal stembureaus als percentage van de kiesgerechtigde bevolking een sterk positief effect heeft op de opkomst. Ook het invoeren van het stemmen in een stembureau naar keuze heeft een positief effect gehad op de opkomst. Dit is niet iets dat wij concluderen op basis van gesprekken met kiesgerechtigden - wat iemand zegt te gaan doen is immers vaak iets anders dan wat iemand uiteindelijk echt gaat doen. Ons resultaat volgt uit een uitgebreide analyse van feitelijke verkiezingsuitslagen (gemeenteraad en Tweede Kamer) in de periode 1994-2006. Wie het na wil lezen kan terecht in Public Choice, jaargang 139, april 2009, blz. 159-170 (o.a. te downloaden via www.coelo.nl).