Crisisorganisaties onvoldoende voorbereid op klimaatramp
Door het toenemende risico op klimaatrampen moeten we meer investeren in crisisorganisaties. Momenteel gaat het juist de verkeerde kant op.
Het nieuws over weersextremen volgt elkaar snel op. Extreme hitte en recordhoeveelheden neerslag zorgen met grote regelmaat voor gevaarlijke situaties. Bosbranden teisteren verschillende landen in Zuid-Europa, terwijl wateroverlast en stormen dichterbij huis tot problemen leidden. Recent waarschuwde de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) dan ook dat mensen zich beter moeten voorbereiden op rampen en weerbaarder moeten worden.
Dat is inderdaad hard nodig, want de kans op een ramp in Nederland neemt alsmaar toe. En als het tot een ramp komt, dan zullen onze hulpdiensten snel overrompeld raken. Het Nederlandse crisisstelsel is momenteel namelijk niet voorbereid op een grote ramp. Het ontbreekt aan mensen en middelen om bij een grote bosbrand of overstroming effectief op te treden. Crisisorganisaties in Nederland zijn veel kleiner dan in andere landen en hebben daarmee minder mogelijkheden achter de hand voor als het misgaat.
De cijfers liegen er niet op. In Nederland is bijvoorbeeld slechts één op de 800 mensen actief bij de brandweer, terwijl dat in de Verenigde Staten één op de 320 inwoners is, en in Duitsland zelfs één op de zestig inwoners. Ook is er maar één ambulancemedewerker voor elke 2500 Nederlanders beschikbaar tegen een ambulancemedewerker per 1150 inwoners in de VS. Qua intensive care kunnen we in Nederland opschalen tot ongeveer 1135 bedden. Maar Duitsland en de VS hebben relatief meer dan vier keer zo veel bedden beschikbaar voor hun inwoners. En ook de operationele kracht van de Nederlandse politie ligt behoorlijk onder het Europese gemiddelde.
De efficiëntie van ons crisisstelsel kan ons uiteindelijk fataal worden
Dat hoeft overigens niet direct een probleem te vormen. Nederlandse crisisorganisaties zijn namelijk heel efficiënt. Er wordt een groot aantal mensen bediend met relatief weinig middelen. Dat is mogelijk, omdat we in een verstedelijkt gebied wonen. Anders gezegd, een Nederlandse ambulance kan met 15 minuten rijden veel meer mensen bereiken dan in de meeste andere landen. Dus zijn er ook minder nodig.
Die redenering gaat echter alleen op als er geen grote incidenten zijn, waarbij plotseling veel gewonden vallen, want dan is het systeem erg kwetsbaar. Dat wordt steeds problematischer nu de effecten van klimaatverandering voelbaarder worden. Klimaatverandering draagt onder andere bij aan een toename van (grote) rampen. Bij dit soort rampen is er direct een massale behoefte aan hulpdiensten. Slachtoffers kunnen doorgaans niet wachten tot er hulp komt uit naburige regio’s. Bovendien is de kans groot dat dit soort (klimaat)rampen meerdere regio’s tegelijk zullen raken. En tot slot zijn crisisorganisaties vaak dagen of zelfs weken bezig met de bestrijding van een ramp, wat voor personele problemen zorgt als het stelsel is ingericht op efficiëntie.
Vanwege het toenemende risico op klimaatrampen is het noodzakelijk om snel meer te investeren in de capaciteiten van onze crisisorganisaties. Vooralsnog gaat het wat dat betreft juist de verkeerde kant op. Zo is het aantal operationele mensen bij de brandweer in de afgelopen 25 jaar gestaag afgenomen, ondanks de bevolkingsgroei. Dit soort trends zijn zorgelijk en onhoudbaar in een wereld vol weersextremen. De efficiëntie van ons crisisstelsel kan ons uiteindelijk fataal worden.
Jori Kalkman, universitair Hoofddocent, Nederlandse Defensie Academie
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.