Mystery Burger: Hamvraag voor ‘t Hambroek
Het is hoog opgelopen. Niet de waterstand in de Hambroekplas, maar de gemoederen in de raad van de gemeente Berkelland. Ze is teruggekomen van reces om met de wethouder te debatteren over de bestemmingsplanwijziging in het natuurgebied.
Voor de vergadering heeft zich één inspreker gemeld: Menco Wierda van Grondbank Nederland, een bedrijf dat zich heeft gespecialiseerd in het verwerken van vervuilde grond. Hij spreekt, op zakelijke toon, sussende woorden. ‘Als er geen draagvlak is, zullen wij geen materialen toepassen,’ zegt hij eufemistisch. Volgens Wierda hoeft de raad zich geen zorgen te maken. ‘Ik zou u willen verzoeken de mogelijkheid open te houden dat onze materialen worden toegepast.’ In de eerste termijn blijken de meeste fracties de bestemmingsplanwijziging te steunen, al lijkt niemand enthousiast voor de vervuilde slib. ‘Niet net zoals in 2007, toen de piepschuimbolletjes boven kwamen drijven,’ zegt D66’er Erik Slotboom. Erika Ordelman (Gemeentebelangen) maakt wel een kanttekening. ‘Wat ons betreft mag er geen verontreinigde grond worden gebruikt. Dat mag immers alleen als de bestaande bodem dat ook al is.’ Iets wat Knuvers benadrukt. ‘De omgevingsdienst heeft dat vanochtend aan mij bevestigd,’ zegt hij. Beide raadsleden willen van de wethouder weten hoe het nú gesteld is met de bodem van de plas. Volgens wethouder Marijke van Haaren heeft de gemeente geen keus. ‘Eigenlijk ontkom je er niet aan licht-verontreinigende slib te gebruiken,’ meent ze. Volgens de bestuurder heeft het college ook liever niet dat er vuile grond wordt gebruikt, maar wil ze de mogelijkheid ertoe openhouden. De vraag hoe het nu gesteld is met de bodem, beantwoordt ze niet. In de tweede termijn herhalen Ordelman en Knuvers de vraag. ‘Ik wil wel weten hoe we nu omgaan met het storten van vervuild slib,’ stelt Knuvers. ‘Kan dat gewoon, of moeten we een nulmeting van de bodem doen?’ ‘Het klopt dat je alleen mag storten wat er ligt,’ bevestigt wethouder Van Haaren in haar tweede repliek. ‘Voor zo ver mij nu bekend, is dat schone grond.’ Ze haalt haar schouders op. ‘Daarom is er dit plan voor een afwijkingsbevoegdheid gevraagd,’ legt de bestuurder uit. In de raad wordt wat ongemakkelijk geschuifeld. ‘Zouden wij willen overgaan op het storten van vervuild slib op een schone grond, kom ik altijd eerst bij u terug!’ Knuvers interrumpeert. ‘Als de grond zo goed als zeker schoon is, hoeft de uitzondering niet in het plan.’ Ordelman valt hem bij. ‘Ik wil de toezegging dat de raad uiteindelijk besluit of er vervuilde grond wordt gebruikt,’ verordonneert ze. ‘Dat zeg ik toe,’ antwoordt de wethouder. De rest van de raad ziet het kalmpjes aan. Uiteindelijk stemt alleen de fractie van Paul Knuvers tegen het plan. ‘Als er schone grond ligt, mag er geen vuile op,’ herhaalt hij. Of daarop een uitzondering moet worden gemaakt, horen de bewoners van Berkelland later wel weer.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.