Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Liever praten dan beboeten

Bureau Halt spreekt met jongeren die zich niet aan coronaregels houden. Doel is bewustwording bij hen en ondersteuning van gemeenten, politie en buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) in de handhaving. Het Openbaar Ministerie wilde er eerst niet aan, maar na een maand coronamaatregelen werd Halt toch ingezet.

12 juni 2020
Corona-Amsterdam-shutterstock-1721704480.jpg

Jongeren leren belang van afstand houden

‘We hadden al actie ondernomen om onze interventie klaar te zetten, maar het Openbaar Ministerie wilde dat eerst niet’, zegt Halt-directeur Janet ten Hoope. ‘Alleen de boete was beleid, maar van onderop, vanuit politie en gemeenten, werd gezegd: dit voelt niet goed. Die jongeren kunnen beter naar Halt, met hun ouders erbij. Die oproep kwam vooral vanuit dienders op straat: doe dat gesprek, daar hebben we zelf geen tijd voor.’

Met een nieuwe gedragsinterventie biedt Halt ‘een snelle pedagogische reactie’, gericht op bewustwording en handhaving van het (onlangs weer verruimde) samenscholingsverbod. Die interventie werd pas in de week van 20 april j.l. actief. ‘In het begin was die behoefte er niet. Eerst waarschuwen en dan boetes, was de lijn’, aldus strategisch adviseur en landelijk projectleider Marie-Louise van Maarseveen. ‘Na een tijdje kwamen signalen binnen dat het lastig was bij jongeren de regels te laten doordringen. Die signalen hebben we gebundeld en aangeboden. Het handhavingsbeleid is daarna gewijzigd en Halt is eraan toegevoegd. Het OM vond dat al zo vaak was gewaarschuwd en jongeren nu door zouden moeten hebben dat samenscholen niet kon. Een pedagogische interventie was op zijn plaats. Toen kwam er ruimte voor onze inzet.’

Alle regionale hoofdofficieren gaven een aanwijzing aan de boa’s en er kwamen regionale afspraken over de inzet van Halt. Met de aanwijzing werden boa’s bevoegd jongeren naar Halt te verwijzen bij overtreding van artikel 443 van het Wetboek van Strafrecht. Dit artikel heeft een link naar artikel 2.2 in de noodverordeningen, maar eigenlijk naar alle regels in de noodverordeningen. Eerst kregen 12- tot 15-jarigen een waarschuwing, daarboven kregen jongeren meteen een boete van 95 euro.

Op 16 april kwam de wijziging in het handhavingsbeleid. Sindsdien is de lijn: 12- tot en met 17 jaar direct naar Halt bij de eerste overtreding, bij de tweede overtreding een boete en bij de derde keer een OM- of kantonzitting eventueel in combinatie met een gedragsaanwijzing.

Regionale verschillen
Wat is de uitkomst? De meest actuele landelijke cijfers zijn van week 17 tot en met week 22. Daaruit blijkt dat 734 jongeren zijn doorverwezen naar Halt na overtreding van de noodverordeningen. ‘Er zijn regionale verschillen’, zegt Van Maarseveen. Vooral in drie regio’s wordt veel doorverwezen: Oost-Nederland (136), Den Haag (132) en Oost-Brabant (118). ‘Dat hangt ook af van de mate van bekendheid met Halt, de aanwijzing en de handhaving. Het gaat dan om de communicatie intern in de organisatie en de mate van prioritering en handhaving. En ook de hoeveelheid jongeren en hun gedrag op straat, in de buitengebieden bijvoorbeeld, speelt mee.’

De Halt-interventie heeft zes pijlers: signaleren en doorverwijzen, reflectie, ouders, versterken sociale vaardigheden, excuus/herstel en toekomst. ‘Wat zit er achter het feit? Boosheid, agressie, groepsdruk? Ook ouderbetrokkenheid is belangrijk. Ouders moeten instemmen met Halt onder 16’, zegt Van Maarseveen. Maar we willen vooruitkijken met de jongere. We hebben een schakel naar hulpverlening, gemeente en wijkteam. Binnen ons eigen werkgebied kennen we partners, zoals jongerenwerk, jeugdzorg en reclassering.’

Halt is een hybride organisatie, zowel justitieel als gemeentelijk. Halt-straffen zijn voor first offenders van kleinere misdrijven en overtredingen. ‘We voorkomen dat zij in het strafrecht belanden en een strafblad krijgen. Traditioneel geven we veel voorlichting aan scholen en we doen steeds meer aan vroeginterventie op scholen en in wijken bij grensoverschrijdend gedrag’, aldus Ten Hoope. ‘De Halt-medewerkers kijken wat de zorgen erachter zijn en spreken met ouders. In groepsaanpakken hebben we een rol, we doen onder meer huisbezoeken.’

Het aantal overtredingen met de politie als verwijzer daalde de afgelopen jaren tot 2019, vertelt Ten Hoope. ‘Maar in gemeenten waar boa’s worden ingezet om jeugdigen te begrenzen, stijgt het aantal zaken weer.’

Is dat niet het kip-of-het-eiverhaal? ‘Ja, als er een handhavingstekort is, zijn zij minder vaak op straat. De jeugd is wel op straat, dus als boa’s handhaven, dan is er ook handhaving. De politie heeft veel prioriteiten. Boa’s kunnen de handhaving van de ‘kleine norm’ opvullen: festivals, uitgaansgelegenheden en evenementen.’ Nu boa’s de anderhalve meter afstand in groepen moeten handhaven, geeft dat een extra impuls aan de samenwerking.

‘Gemeenten en boa’s vinden het fijn dat ze ons als instrumentarium hebben. Het is een extra optie voor ze, waar ze zelf geen tijd voor hebben’, aldus Van Maarseveen. Het gaat dan om het gesprek met de jongere en de ouders, de leeropdracht die gericht is op bewustwording en een tweede gesprek over hoe ze de opdracht ervoeren en ze in de toekomst met de regels omgaan.

Uit de Halt-praktijk hoort Van Maarseveen terug dat er twee soorten gesprekken zijn. Enerzijds de ouders en jongeren die balen dat ze bij Halt zijn, omdat ze het lastig vinden om zich aan de regels te houden, er onbekend mee zijn of ze onduidelijk vinden. ‘Ze vinden het ook lastig dat ze soms een compliment en dan weer een boete krijgen. Maar ze vinden het wel fijn om te reflecteren, inzicht in de achtergrond van regels te krijgen. We geven ook een toelichting op de regels: wie zitten er om jou heen? Zijn dat mensen in de risicogroep?’ En dan zijn er de lastige gesprekken met veel weerstand over überhaupt de regels. Ze vragen zich af hoe ze die regels dan moeten kennen en zijn boos op verschillen in handhaving. ‘Maar de meeste mensen willen geen boete, dus dan gaan we wel aan de slag met de jongeren en maken ze ook de leeropdracht.’ Ten Hoope vult aan dat ouders ook blij zijn met Halt. ‘Ze hadden nog zo gezegd tegen hun kinderen om zich aan die regels te houden. Zij zien het als ondersteuning van de opvoeding.’

Rap maken
De grote vraag is natuurlijk of de gedragsinterventie ook echt werkt. Volgens Ten Hoope biedt Halt maximaal 20 uur interventie. Deze interventie duurt vier uur en bij recidive acht uur. ‘In het eerste gesprek zoomen we eerst in op het feit, in de leeropdracht gaan ze op zoek naar de regels die er zijn en dan is er een interview met de ouders/verzorgers. Met videobellen bespreken we de opdracht en dan is de straf afgerond gaat er een bericht naar boa of politie, zowel wanneer de straf negatief als positief is afgerond.’ Meestal wordt de interventie binnen een week opgepakt. ‘Anders weet de jongere het niet meer.’ In een maand kunnen veel meters worden gemaakt, maar soms vinden ze de opdracht te moeilijk.

‘Ze kunnen dan een vlogje, presentatie of rap maken. Je gaat in gesprek op een manier die bij de jongere past.’ Het Halt-jongerenpanel gaf aan dat zij zelf liever een boete zouden krijgen dan naar Halt gaan. ‘Dat is gemakkelijker. Als je naar Halt moet, dan schamen ze zich. Een boete is the easy way out. Je mist daarbij de mogelijkheid om de zorg erachter te ontdekken. Je raakt jongeren kwijt. Je komt niet zomaar in huis. Waar zitten ze dan?’ Een derde reden waarom een boete niet werkt is dat de economische impact van de corona-aanpak jongeren raakt. ‘Alleen vakkenvullers hebben een baan, horeca is pas net weer open. Jongeren kunnen die boetes niet betalen. Materieel zijn er best veel redenen niet voor de boete te gaan. Maar als we negatief verwijzen en de zaak teruggaat naar politie of boa, dan volgt alsnog een boete.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie