Kans op toeval
Menigeen zal het zich niet beseffen, maar leven is gevaarlijk. Ga maar na. Al wie ademt, kan in no time geveld worden door een fatale hartaanval. Wie ’s ochtends vol goede moed de deur van zijn woonhuis uitstapt, kan zo maar, in een moment van onoplettendheid, onder de tram lopen.
En wie werkt, loopt bijna continue het risico slachtoffer te worden van een even dodelijk als bloederig bedrijfsongeval. Maar thuis blijven zitten is ook zoiets, want voor je het weet, slaat de vlam in frituurpan en is het leed niet te overzien.
Het leven is, kortom, niet zonder risico’s. Rampspoed als hierboven beschreven is van alle tijden. Sterker nog, hoewel ik het nooit wetenschappelijk heb onderzocht, ben ik geneigd te geloven dat het risico dat kleeft aan deelname aan de samenleving, in vroeger tijden zelfs aanzienlijk groter was dan het nu is. Bij het gebrek aan een afdoende zeewering liep immers bij het geringste zuchtje wind het grootste deel van ons land onder water. Wie er een enigszins afwijkende kledingkeuze en vrijetijdsbesteding op na hield, was al tamelijk snel als heks tot de brandstapel veroordeeld. Wie zich onvoorbereid in ruig en dunbevolkt gebied waagde, liep gerede kans het slachtoffer te worden van straatroverij en zinloos geweld.
Hoe anders is het nu geregeld. Er zijn sinds 1953 miljarden geïnvesteerd in de bescherming tegen het wassende water en de idee alleen al van een stijgende zeewaterspiegel leidt tot de roep om een nieuw Deltaplan. Wie zich dezer dagen als heks profileert, wordt hoogstens nog uitgenodigd voor talkshows als Jensen. (Lijkt me bijna net zo’n traumatiserende ervaring als een heksenverbranding, maar dit terzijde). En alle roep om meer blauw op straat ten spijt, past toch ook de constatering dat we op het gebied van openbare orde en veiligheid sinds de Middeleeuwen toch een paar slagen hebben gemaakt.
Dus als er vervolgens iets gebeurt wat je als onheil zou mogen beschrijven, is dat een kwestie van jammer. Kan gebeuren. Het enige verschil is dat samenlevingen in het verleden in rampspoed altijd de sterke arm van het Opperwezen – in welke vorm dan ook – vermoedden. Slechte oogst, orkanen, oorlogen, hongersnoden: het was òf een uiting van de toorn Gods òf het bewijs van Zijn Almacht. Tot ver in de vorige eeuw werd een miskraam in grote katholieke gezinnen welhaast geaccepteerd als een van God gegeven onderdeel van de routine: snel vergeten en op weg naar de volgende boreling.
Hoe anders is het nu. In onze sterk geseculariseerde samenleving zijn heel veel risico’s geminimaliseerd, maar desondanks – of misschien wel juist, daarom – lijkt onze samenleving moeilijker met tegenvallers om te kunnen gaan. Voor ieder ongemak dient een verklaring te worden gevonden. En als die niet één-twee-drie gevonden kan worden – omdat er sprake is van botte pech – dan wijst de vinger al snel naar de overheid. Die heeft dan te weinig maatregelen genomen om de kans op toeval tot nul te reduceren. Hebben kerk en staat toch meer met elkaar gemeen dan in de regel wordt aangenomen.
Ad Burger
Schrijven is ook gevaarlijk.
'Zich beseffen" bestaat niet in het Algemeen Beschaafd Nederlands. We hebben het gewoon over beseffen of over zich realiseren (< F 'se realiser').
Nog zoiets: de laatste tijd worden 'zich ergeren' (F: 's'irriter à') en 'irriteren' verwisseld - modieuze stukjesschrijvers hebben het dan over "ik irriteer mij aan", i.p.v. ik erger mij aan of dit irriteert mij.
U schrijft 'continue' (Engels) waar het continu (inderdaad óók Frans) moet zijn.
Groet, Edward