Jeugdproblematiek: administratief probleem
En wéér ligt er een begroting waarin de hardnekkige problematiek rond overlastgevende en criminele jongeren wordt teruggebracht tot een hoofdzakelijk administratief probleem.
‘Binnen twee jaar (2011-2013) dienen de 89 criminele jeugdbendes, die eind 2010 met de shortlistmethodiek in kaart zijn gebracht, te worden aangepakt’. Per lokale driehoek wordt hiervoor een plan van aanpak opgesteld, meldt het kabinet.
Dat belooft weer bergen papier die als eerste doel hebben bepaalde verkeerde statistieken omlaag te krijgen. Cynisch gesteld: als een jongere niet meer crimineel is maar enkel nog overlast geeft, is de missie alweer volbracht. Alsof Henk en Ingrid dáár iets mee opschieten…
Jaar in jaar uit worstelen de opeenvolgende regeringen met misschien wel een van de grootste en meest urgente problemen in de hedendaagse maatschappij: hufterig, overlastgevend gedrag van jongeren, vaak Marokkaans maar ook van andere origine. Jongeren die gewoon op een (ambacht)school moeten zitten, of ’s morgens naar hun werk gaan. Dat vereist allereerst een scherpe, doeltreffende handhaving van de leerplicht, en het scheppen van opleidingen en baanmogelijkheden voor jongens die nu de kans hebben om zich op straat te misdragen en zich daar, generatie op generatie, te ontwikkelen tot doorgewinterde crimineeltjes en criminelen.
Het aangekondigde optuigen van sancties (zoals verlenging jeugddetentie) en de verbetering van de talloze registraties helpt, maar biedt geen structurele oplossing.
Een daadwerkelijke oplossing vergt ook een harde aanpak van de ouders die niet bereid of in staat zijn om hun jongens, broertje na broertje, op het rechte pad te houden. Taskforce na Taskforce, voor Antillianen, voor Marokkanen, heeft inmiddels de tanden stukgebeten op dit probleem. De spanningen in de prachtwijken lopen zichtbaar op. In Culemborg rommelt het weer, in Helmond wordt geroepen om burgerwachten. Hoe lang gaat dat nog goed?
In Amsterdam-West loopt PvdA-kamerlid Diederik Samsom een poos mee als straatcoach en vertelt dan op tv dat ‘de ouders moeten worden aangesproken’. Het klopt, maar het gebeurt niet. Maak een wet dat ouders van straattuig de kinderbijslag per onmiddellijk verliezen, en zie dan eens wat er gebeurt. Alle deskundigen zeggen het al jaren: de enige sanctie die sommige probleemgezinnen voelen en respecteren, is een financiële.
De aanpak van dit probleem moet niet worden overgelaten aan de lokale driehoek. Straatterreur is een landelijk probleem, vergelijkbaar met het voetbal-hooliganisme van enkele jaren geleden dat inmiddels redelijk succesvol de kop is ingedrukt, juist vanwege een massale, gecoördineerde inzet van rijksmiddelen.
Laat de regering, in de rug geblazen door de PVV, nu eens met een heldere, harde aanpak uit één koker – van één ministerie – komen, zodat we volgend jaar in de gelekte Miljoenennota kunnen lezen dat er eindelijk zichtbare, concrete vorderingen zijn gemaakt. Dat de rust op straat is weergekeerd. Dat Henk en Ingrid weer vertrouwen krijgen in de regering van dit land dat zoveel beter kan. Dat is voor de gemiddelde burger vele malen dringender dan de aanpak van internationale kinderontvoering, internationale adoptie en internationale mensenhandel.
Sjors van Beek
Mijn laatste bijdrage aan deze - overigens boeiende - discussie.
We zijn het dus eens dat de Marokkaanse jongens bovengemiddeld veel overlast veroorzaken. Monopolie op straatterreur is technisch gezien inderdaad onjuist, laten we er 'riante koppositie in straatterreur' van maken.
Dat de Marokkaanse jongens niet altijd bovenaan staan in de door u genoemde statistieken, is logisch. Het sissen van 'hoer' is geen strafbaar feit. Marokkaanse jongens zijn grootmeesters in het zoeken van de randen van de strafwet.
Deel van het probleem is juist dat de overlast, die ik dus inderdaad wekelijks waarneem, met de huidige juridische middelen soms niet is aan te pakken. Zie het wegpesten van het Utrechtse homostel, zie de zwembadperikelen.
Verder zijn veel van die jongens minderjarig. Dat maakt aanpakken via strafrecht nog veel lastiger tot soms onmogelijk (twaalfminners).
Voorts zijn veel feiten niet toe te schrijven aan een dader, maar weet ondertussen iedereen wie er achter zitten. Ik noem brandstichting en ruiten ingooien en banden lekprikken bij mensen die het lef hebben om deze jongens aan te spreken. Zie Diamantbuurt indertijd.
Ik heb vorig jaar een verhaal gemaakt (zie archief van BB) over een snackbarhoudster in Helmond die zeventien (!) keer aangifte heeft gedaan tegen een groep van deze jongens wegens dit soort feiten. Nul keer opgetreden omdat ze niet te pakken waren.
Voorts: niet elke dader wordt gepakt. Maar, zoals in het geval van mijn inbraken in mijn huis, hebben getuigen Marokkaanse jongens gezien. Ze zijn nooit gepakt.
De derde-generatie Marokkaans-Nederlandse jongeren (inmiddels de meerderheid) staan in alle registraties als Nederlander. Er is een verbod op etnisch registreren. Helaas. Maar ondertussen weten Henk en Ingrid en ik heus wel dat het vaak om jongens van Marokkaanse afkomst gaat. Zie de dader (meneer Hafid B.) van mijn autodiefstal. In NL geboren en getogen, evenals zijn ouders.
Natuurlijk zijn er ook andere jongeren fout bezig. Maar het is appels met peren. Lonsdalers geven een heel ander soort last (qua aard en omvang) dan Marokkanen. Idem voor Antillianen. Ik blijf zeggen: er is een specifiek Marokkanen-probleem in dit land. En bovendien: voetbalhooligans zijn nagenoeg 100 procent autochtoon. Die groep is gewoon benoemd en aangepakt?. Waarom de Marokkanen dan niet? .
Uw vergelijking met Joden, en de daaraan gekoppelde beschuldiging van discriminatie, betreur ik zeer. Een zwaktebod, waarvan ik er dan ook nog wel enkele in de aanbieding heb.
As u had geschreven dat u het zo fijn vindt dat die aardige negers altijd uw boodschappentassen dragen, was dat ook discriminatie. Als de PVV zegt dat er teveel moslims in de regering zitten, is dat discriminatie. Als ik zeg dat er teveel protestanten of katholieken of vegetariërs of vleeseters in het kabinet zitten, is het ineens een interessante politieke observatie. Dat is een hypocriete dubbele moraal.
Joden veroorzaken geen overlast op straat, Marokkaanse jongens wel. Joden werden slachtoffer van discriminatie zonder dat ze dit over zichzelf hadden afgeroepen. Marokkaanse jongens (ik herhaal elke keer maar weer: jongens, niet oudere mannen, vrouwen of meisjes) verzieken het publieke domein in tientallen Nederlandse gemeenten, niet alleen Amsterdam West. Waarom denkt u dat er miljoenen subsidie gaat naar 22 'Marokkanen-gemeenten'? is dat ook discriminatie?
In Rotterdam was vorig jaar 44 procent (!) van alle Marokkaanse jongens tussen 15 en 24 jaar in aanraking geweest met de politie. Me dunkt... Die jongens moeten niet klagen over discriminatie, ze moeten hun gedrag gewoon aanpassen, dan hebben ze nergens last van. Waarom, beste Sophie, wordt er niet negatief gesproken over Turkse jongens? Waarom worden zij niet 'gediscrimineerd'? Antwoord: omdat ze zich gedragen.
Tot slot: u schreef aanvankelijk niets over het boek over de angstcultuur. U verweet mij slechts angstig gedrag waardoor ik het gezeik van de Marokkaanse jongens wellicht over mezelf afriep. Dat is de wereld op de kop. En als dat de teneur is van het door u aangehaalde boek, dan geloof ik er bij voorbaat al niet in. Ik praat nagenoeg dagelijks met Marokkaanse, Turkse en Antilliaanse jongens hier op straat, zoals ik dat met iedereen doe. Ik heb geen angst. Ik heb er gewoon genoeg van dat die Marokkaanse jongens ons 'Hollanders' en 'christenhonden' (want zo spreken ze over ons) als oud vuil behandelen. Leest u wel eens dat er een Marokkaanse vrouw van haar tas is beroofd? Nee hè? Toevallig hè? Wie discrimineert er nu eigenlijk?
Is het u nooit opgevallen dat Marokkaanse jongens, als ze door iemand worden aangesproken, altijd blindelings en zonder aanziens des feiten de zijde van de andere Marokkanen zullen kiezen?
U begrijpt: mijn opiniestuk was geen ondoordachte opwelling. Het was een poging om - ongetwijfeld goedbedoelende - Nederlanders (ongeacht etnische herkomst) wakker te schudden en hen de feiten eens onder ogen te laten zien.
Tot zover.