Integriteit is zaak burgemeester
Voor integriteitstrainingen gaat de kwestie-Barneveld een klassieker worden. Een raadslid onderhandelt voor zijn kinderen over de aankoop van een groot perceel met woning. Splitsing van het perceel voor de bouw van een tweede woning was door de gemeente steeds afgehouden, maar toen het raadslid er mee aan de slag bleek splitsing ineens wel mogelijk.
Op dat moment gaan vele bellen rinkelen. De verkoper stuurt in de zomer van 2014 een brief naar de gemeente waarin de beschuldigende vinger wijst in de richting van het raadslid. De ambtelijke organisatie meldt dat alles keurig is verlopen. Ondertussen zoemt op het gemeentehuis maandenlang het gerucht rond dat er iets is met het raadslid en de aankoop van het betreffende perceel. Het betreffende raadslid weet ondertussen van niets en ook de burgemeester is door de ambtelijke organisatie niet geïnformeerd.
In februari 2015 – een half jaar na de eerste beschuldiging – komt het raadslid er achter dat hij wordt beticht van belangenverstrengeling. Hij stapt meteen op de verkoper af – een partij- en geloofsgenoot – en verzoekt hem dringend om de beschuldigingen van tafel te halen en wel omdat deze hem in aanzienlijke politieke moeilijkheden kunnen brengen. Omdat de kinderen van het raadslid aan de transactie hebben verdiend, biedt het raadslid een financiële compensatie aan en ook is er de suggestie om de kwestie in de kerkenraad te bespreken. Het raadslid is van opvatting dat hij zich ten volle mag verweren tegen beschuldigingen van deze aard, vooral nu aantoonbaar is dat deze kant noch wal raken.
Pas dan – een half jaar na de eerste beschuldiging – wordt de burgemeester van Barneveld geïnformeerd en deze komt meteen stevig in de benen. De hoogleraar Van den Heuvel wordt als integriteitsonderzoeker ingeschakeld en deze constateert dat de gemeente geen enkele blaam treft en hij constateert ook dat het raadslid op geen enkele wijze invloed heeft uitgeoefend op het splitsingsbesluit van de gemeente. Op dat moment had in Barneveld de vlag uit gekund. Alle betrokkenen waren van iedere blaam gezuiverd. Maar aan het slot van zijn rapport komt Van den Heuvel tot de conclusie dat het raadslid zich toch niet integer heeft gedragen. Hij had niet op de verkoper mogen afstappen om hem compensatie te bieden en de kerkenraad er bij te halen. Deze handelwijze zou onrechtmatig zijn want in strijd met de Awb waarin belangenverstrengeling en de schijn daarvan worden verboden. Het gevolg van het rapport was dat het raadslid meteen met pek en veren werd overladen. Door zijn fractie werd hij uitgestoten vanwege dit onrechtmatig handelen en, na het besluit om in de raad te blijven, uit het presidium geweerd en in politiek en samenleving met de nek aangekeken.
De conclusie van Van den Heuvel dat hier sprake is van onrechtmatig handelen is zeer aanvechtbaar en ook is door de onderzoeker geen hoor en wederhoor toegepast. Veel belangrijker is echter in dit dossier dat de burgemeestersrol in Barneveld niet goed is ingevuld. Indien de burgemeester meteen op de hoogte was gesteld, zou hij het raadslid hebben geïnformeerd over de ingediende verwijten en hem in bescherming hebben moeten nemen toen duidelijk werd dat er geen grond was voor de beschuldiging. Nu de burgemeester deze rol niet heeft opgepakt, was het raadslid op zich zelf aangewezen en opereerde hij weliswaar rechtmatig, maar wel onhandig in de richting van de verkoper. Ook in dergelijke gevallen is de burgemeester echter primair en vol verantwoordelijk en aanspreekbaar voor het feit dat hij maandenlang onwetend werd gehouden en voor het feit dat het raadslid uiteindelijk in een situatie belandde waarin hij van belangenverstrengeling werd beticht, terwijl hij zich in zijn eentje moest verweren tegen een volkomen onjuiste beschuldiging op dit vlak.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.