Advertentie

Hoe gemeenten (niet) moeten omgaan met burgerinitiatieven

Zo nu en dan laten ambtenaren zich te veel leiden door hun eigen voorkeuren en smaak, ziet deze onderzoeker.

31 augustus 2023
Een buurtfeestje in Amsterdam, een voorbeeld van een burgerinitiatief. Foto: Amber Beckers (ANP)
Een buurtfeestje in Amsterdam, een voorbeeld van een burgerinitiatief. Foto: Amber Beckers (ANP)

Burgerinitiatieven zijn in opkomst. Waar gemeenten voorheen vooral afwachtten tot inwoners zich meldden, stimuleren zij tegenwoordig steeds vaker burgers actief en expliciet om zichzelf te organiseren. Stadssociologe en bestuurskundige Vivian Visser deed onderzoek naar hoe (lokale) overheden vorm geven aan dit zogenoemde ‘uitnodigend besturen’, en hoe burgers dit ervaren. Vandaag verdedigt zij haar proefschrift Who is invited?

Directeur

Shared Service Centrum Ons
Directeur

Informatiespecialist

Yacht
Informatiespecialist

Het is volgens Visser een van de belangrijkste verschuivingen: burgers worden niet alleen uitgenodigd om mee te denken in beleidsvorming, maar ook om nadrukkelijk mee te doen in beleidsimplementatie. Dat maakt zij op uit de Omgevingsvisies van gemeenten, die Visser voor haar dissertatie onderzocht. ‘Eerder deelde de gemeente met haar inwoners de initiatieven die zij ontplooide. Nu zeggen zij steeds vaker: bewoners, komt met initiatieven. Wij ondersteunen jullie’, zegt de promovenda.

Incapabel, log en bureaucratisch

Vanuit het perspectief van lokale overheden is deze sturingsstijl de gewenste weg voorwaarts. Daar hoort een specifiek beeld van de samenleving, overheid en burger bij, als motivatie voor dit beleid. ‘In die Omgevingsvisies zijn alle inwoners uitsluitend actieve, ondernemende burgers die graag een steentje bijdragen aan de maatschappij. Iedereen wil zich ontwikkelen en zich inzetten voor het algemeen belang’, licht Visser toe. De samenleving wordt geschetst als een wereld met allerlei urgente problemen: klimaatverandering, de energietransitie, verregaande digitalisering, enzovoorts. ‘Maar op de lokale overheid kunnen de inwoners niet rekenen. Die schilderen zichzelf in de visies af als incapabel, log en bureaucratisch. Burgers zijn beter in staat om de grote uitdagingen van deze tijd op te lossen.’

Een video met een ietwat elitaire, welbespraakte wethouder is niet bepaald uitnodigend voor veel mensen

Natuurverschijnsel

Hierdoor wordt de verschuiving van initiatief bij de overheid naar initiatief bij de burger gelegitimeerd. Visser: ‘Daarmee wordt het gepresenteerd als een logisch gevolg, alsof het een soort natuurverschijnsel is. Terwijl het in feite natuurlijk een (politieke) keuze is. Taken en verantwoordelijkheden die voorheen bij gemeenten lagen worden uitbesteed aan burgers.’

Conflict of discussie

Daarbij rijst de vraag of burgers zich eigenlijk wel herkennen in dat actieve, ondernemende beeld. Dat lijkt niet voor iedereen het geval. ‘Bovendien wordt er niet gerept over dat burgers onderling van mening verschillen. Er is geen ruimte voor conflict of discussie. Als het gaat om urgente problemen en moeilijke keuzes zouden inwoners ineens allemaal hetzelfde denken over de oplossing. In de Omgevingsvisies wordt het gepresenteerd alsof er een soort algemene volkswil is, maar die is er niet.’

Yuppen zonder auto

Als voorbeeld noemt Visser een burgerinitiatief dat parkeerplaatsen wilde inruilen voor meer groen in de wijk. ‘Veel yuppen waren hier voor, want die hadden toch geen auto. Maar meer praktisch geschoolden waren juist afhankelijk van dit vervoermiddel. Ambtenaren die gingen over de wijkbudgetten zaten met de handen in het haar. De buurtbewoners wilden namelijk verschillende dingen!’

Vivian Visser
Vivian Visser

Vivian Visser studeerde filosofie en stadssociologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR). Hierna werkte ze als adviseur voor verschillende (semi)overheidsorganisaties, totdat ze de EUR Excellence Scholarship ontving, waarmee ze de Research Master in Sociology of Culture, Media and the Arts (onderzoeksmaster, cum laude) kon volgen. Na haar afstuderen ging ze aan de slag als promovenda bij het departement Bestuurskunde en Sociologie (EUR) en bij GovernEUR, het impactcentrum van de Rotterdamse universiteit.

Plat praten

Vanuit het perspectief van praktisch opgeleide burgers geldt dat zij minder geneigd zijn om initiatieven te starten, bijvoorbeeld omdat zij een afkeer hebben van de manieren van doen die dominant zijn binnen overheidsorganisaties. Het zijn diepgewortelde gevoelens die niet gemakkelijk te verhelpen zijn. ‘Ik had emotionele interviews met burgers die meenden dat zij toch niet serieus zouden geworden genomen, omdat ze een beetje plat zouden praten en niet theoretisch zijn geschoold.’

Elitaire wethouder

Om ook deze doelgroep een welkom gevoel te geven zouden gemeenten kritisch moeten kijken naar de manier waarop zij hun uitnodiging voor participatie in initiatieven verkondigen. ‘Een video met een ietwat elitaire, welbespraakte wethouder is niet bepaald uitnodigend voor veel mensen. Brieven zijn al helemaal ineffectief. Onderzoeken laten zien dat zodra mensen het logo van de gemeente bovenaan de brief zien, ze ‘m überhaupt niet openen. Uit angst voor rekeningen, of ze denken: zal wel niks voor mij zijn.’

Usual suspects

In plaats daarvan moet er worden gekeken wie de uitnodiging verspreidt. Inmiddels experimenteren gemeenten daar al mee. ‘Wat kan helpen is een buurtbewoner of een bekende Nederlander de uitnodiging laten uitdelen.’ De manier waarop bijeenkomsten over burgerinitiatieven worden vormgegeven zijn eveneens belangrijk. Visser: ‘Vaak zie je dat een ambtenaar in overhemd in een zaaltje uitlegt wat de mogelijkheden zijn voor het aanvragen van subsidies voor bewonersinitiatieven. De usual suspects komen dan wel: witte, oudere en theoretisch opgeleide burgers die met veel zelfvertrouwen hun initiatief pitchen. Praktisch geschoolden voelen zich daar echter niet zo comfortabel. Ze zijn bijvoorbeeld bang om ‘domme vragen’ te stellen of niet goed uit hun woorden te komen. Bovendien willen ze vaak gewoon aan de slag gaan, in plaats van brainstormen en het plakken van gele post-its.’

Naast rapmuziek vond de ambtenaar het verstandig om een operagezelschap te benaderen

Flyers uitdelen

Daarom adviseert Visser om vooral naar plekken te gaan waar de mensen toch al zijn. En kijk daarbij wie je wilt bereiken. ‘Door aanwezig te zijn bij een sportmiddag op school, bereik je bijvoorbeeld jonge ouders. Dan sluit je als gemeente aan bij de leefwereld van die specifieke doelgroep. En ga daar vervolgens in gesprek. Alleen flyers uitdelen is niet voldoende.’

Compensatie

Veel ambtenaren doen hun best en zetten zich extra in. Maar desondanks zijn praktisch opgeleide burgers ondervertegenwoordigd in participatie in burgerinitiatieven, wat het risico met zich meebrengt dat bestaande sociale ongelijkheden worden vergroot. Ook gemeentemedewerkers maken zich zorgen, ziet Visser. ‘Ter compensatie gaven zij de voorkeur aan initiatieven van bewoners uit de wat lagere sociale klassen.’

Rapmuziek

Dat kan echter ook betuttelend uitpakken. Zo wilde een bewoner in Rotterdam een muziekfestival in de buurt organiseren. Deze burger was niet helemaal bekend binnen de gemeente, en daarom wilde een ambtenaar hem dolgraag ondersteunen bij dit initiatief. Die ondersteuning sloeg echter om in bemoeizucht, want naast rapmuziek vond de ambtenaar het verstandig om een operagezelschap te benaderen. Visser: ‘Ongetwijfeld met de beste bedoelingen, vanuit een soort verheffingsideaal, maar deze medewerker redeneerde niet vanuit de leefwereld van de inwoner. Laatstgenoemde voelde zich betutteld, want wat bleef er dan nog over van zijn idee?’

Bloemen

Zo zijn er meer voorbeelden van ambtenaren die zich te veel lieten leiden door hun eigen voorkeuren en smaak. Visser pleit dan ook voor een persoonlijkere en meer empathische benadering, die sensitief is voor de leefwereld van burgers. ‘Stuur niet op de inhoud, maar op het proces. Kijk bijvoorbeeld of een bewoner genoeg medestanders heeft voor zijn of haar initiatief. Maar houd je buiten bijvoorbeeld de line-ups van feestjes, of welke bloemen er worden geplaatst in de vrijgekomen groene ruimte. Dat gebeurt namelijk echt’, zegt Visser lachend.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

R. D.
Vervang 'theoretisch gsc' en 'praktisch' geschoolden voor 'hoogopgeleid' en 'laagopgeleid' en je hebt weer een begrijpbaar stuk.
Door iets anders te gaan noemen wordt het niet beter of slechter, maar wel onduidelijker.
Advertentie