Het moreel kompas van bestuurders
Wachtgeld voor politici. De kranten staan er weer vol mee. Het maakt in ieder geval duidelijk dat het moreel kompas bij bestuurders niet allemaal één kant op wijst. Niets menselijks lijkt ook bestuurders vreemd. Maar toch. Het straalt op alle politici af. Ook op raadsleden in gemeenteraden die hard werken aan integer en transparant bestuur. Mij kost het in ieder geval tijd en een blikwisseling om zo’n kwestie te benutten als casuïstiek voor het vakmanschap van raadsleden. Waarbinnen integriteit en weerbaarheid van raadsleden een essentieel element is.
Een wachtgeld regeling voor landelijke politici en bestuurders is natuurlijk uitstekend. Zeker als een politieke functie als roeping, als maatschappelijke plicht werd gezien. Want niets zo grillig als politiek. Maar die steeds terugkerende discussies over geld voor politici en de verwijzing naar de daarop van toepassing zijnde regels laten een moment ontstaan dat we niet meer met aanvullende maatregelen kunnen volstaan. Want reken maar dat er straks als oplossing over deeltijd, of gelijke beloning etc. zal worden gesproken.
Politicus en bestuurder zijn geeft je macht. Tegelijk weten we dat spaarzaam omgaan met macht en gul werken vanuit gezag de grootste kans voor een stabiele samenleving geeft. Gezag ontwikkelen vraagt niet alleen bewustzijn voor je omgeving, voorleven aan je omgeving, maar als eerste zelfkennis. Al was het maar om te voorkomen dat je foute beslissingen doorlopend (weg) rationaliseert. Dus is een omgeving ingesteld op feed-back essentieel voor succes.
Die omgeving moet ook tijdig spiegelen op de welhaast natuurlijke neiging van politici en bestuurders om ‘door een rietje naar informatie te kijken’. Zeker om dat die manier van kijken en politiek bedrijven leidt tot een stapeling van oplossingsregelingen. Die veelheid ontneemt je het zicht op de geest van de basisregeling. De stapeling van vergoedingen voor politici en bestuurders is zo’n voorbeeld. Enkele decennia geleden had een raadslid één vergoeding. Inmiddels bestaat de vergoeding uit vele elementen. Bij Kamerleden en bestuurders een zelfde beeld. Die stapeling versterkt het gevoel ‘er recht op te hebben’. En maakt lui voor een toets aan je moreel kader. Bovendien ontstaat daardoor blijkbaar een ‘baan gevoel‘. En binnen een baan lijkt het ten opzichte van een roeping eenvoudiger op te merken dat je recht hebt gebruik te maken van de regels. De ‘letter’ gaat boven de ‘geest’. Die baan maakt het ook mogelijk dat je bestuurder bent in een gemeente omdat je daar het meeste kan verwezenlijken van de ideeën en gedachtes die je zelf al jaren koestert. In plaats van dienstbaar te zijn aan de andere bestuursorganen en aan de samenleving.
En dan raakt het een kwestie die dieper ligt dan de vraag of je er als bestuurder recht op hebt. Dan raakt het het hart van onze democratie. En hoe willen de inwoners gekozen vertegenwoordigers en benoemde bestuurders zien. Als mensen die zich geroepen voelen betekenis te geven aan een samenleving, Of als mensen die een klus willen klaren. Daarover spreken lijkt me mooier een betekenisvoller.
Reacties: 5
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Dat je, zoals vandaag van Dijkhoff bekend werd, naast een 'gratis' dienstauto ook nog een kilometervergoeding krijgt, is weliswaar een automatisme, maar dan kun je vraagtekens zetten bij de regeling. Als de dienstauto je ter beschikking wordt gesteld, moet de vergoeding voor dezelfde reizen automatisch vervallen.
Kortom, dat vraagtekens gezet worden bij sommige vormen van inkomsten is op zich legitiem, maar het recht heeft wel twee kanten: gevraagd of ongevraagd. De column gaat uitsluitend over ongevraagd recht.
De deeltijd-wethouders die in de vorige raadsperiode voltijder waren, krijgen een volledig wachtgeld waar vervolgens de inkomsten als deeltijd-wethouder van worden afgetrokken. Wethouders kunnen soms meer verdienen, en ministers en staatssecretarissen verdienen altijd meer dan Kamerleden. Van hun wachtgeld worden de inkomsten als Kamerlid afgetrokken. Het verschil mogen ze houden. Zo zit het systeem in elkaar. Het systeem kan ter discussie worden gesteld, maar degene die door het automatisme geld krijgt is daardoor en daarom nog geen graaier.
Blijkbaar ben je voor een beleidsadviseur slecht op de hoogte. Er is hier wel degelijk sprake van een recht en geen automatisme. Na het vervallen van je baan krijg je namelijk de vraag of je wachtgeld wenst te ontvangen of niet. Er is dus geen plicht tot afname. Blijkbaar geldt landelijk dat het accepteren of verwerpen is, maar lokaal is dat niet zo.