Godslasterlijk
Mag ik ongestraft beweren dat Jezus Christus een zwaar afvallige jood was die de ergste blasfemie bedreef door zichzelf tot Goddelijk persoon uit te roepen?
Mag ik zonder voor de rechter gesleept te worden Boeddha een wereldvreemde charlatan noemen die bovendien nog onder een ernstige vorm van obesitas gebukt ging? En mag ik in het publiek hardop zeggen dat Mohammed een schraal poëet was die zich van onbegrijpelijke wartaal bediende terwijl hij zich aan een veel te jong meisje vergreep? Sterker nog.
Mag ik volhouden dat de roomse hostie net zo weinig van Jezus' lichaam bevat als de roomse wijn van zijn bloed? Mag ik openlijk beweren dat de God van Urk en Staphorst een misdadiger is die mensen al voor hun geboorte tot het hellevuur verdoemt? En mag ik het als mijn overtuiging naar voren brengen dat Allah zich van een wel erg duistere profeet bedient om zijn voornemens met de mensen bekend te maken? Of moet ik er ook dan rekening mee houden dat ik binnen de kortste keren een proces-verbaal wegens godslastering, subsidiair het beledigen van een heilig boek of een andere kernwaarde van een godsdienst of een levensovertuiging?
De uitgelekte conceptbrief van het ministerie van Justitie is duidelijk. Nee, dat mag ik straks allemaal niet. Ik moet met mijn ongelovige fikken afblijven van alles dat voor anderen heilig is. En zo niet, dan ben ik in ernstige overtreding en dus zwaar strafbaar. Zodra een persoon van atheïstische of zelfs van agnostische signatuur de zin 'God bestaat niet' over zijn lippen krijgt, krijgt elke roomse biechteling, elke gereformeerde avondmaaltijder, elke islamitische vrouwenhater, elke boeddhistische scherpslijper en elke aanhanger van een van de dertienduizend natuurafgoden van minister Ernst Hirsch Ballin het volste recht om hem een geestverwante advocaat op het dak te sturen.
Vlak voordat de brief uitlekte las ik in Vrij Nederland een wonderschoon interview met de betreffende minister. Hij gaf daarin impliciet het meest waardige antwoord op xenofoben als Wilders, door te wijzen op zijn eigen veelgelovige achtergrond en op de ellende die vreemdelingenhaat over zijn ouders uitgestort had. Maar vreemdelingenhaat is toch iets heel anders dan waarheden, hoe onaangenaam ook, over de godsdienstbeleving van anderen naar voren brengen? Ik weet niet of de in de brief vervatte opvattingen het uiteindelijk tot wetsvoorstel of wet brengen. Ik kan het me amper voorstellen. Het zou, op zijn minst, de ongelovigen in Nederland tot binnensmondse mummelaars degraderen. Het maakt een einde aan de vrijheid van meningsuiting, zodra die een andersdenkende onaangenaam in de oren klinkt.
Het allerwonderlijkste is het nog wel dat Hirsch Ballin met zijn opvattingen naar buiten komt als antwoord op het verzoek van een groot deel van de Tweede Kamer om de godslastering juist uit het wetboek van strafrecht te halen. Een volwassen verlangen dat iedereen, gelovig of ongelovig, van gelijke rechten voorziet. En dat allerminst tot de gevreesde vrijbrief leidt om elke belediging maar met de mantel der liefde te bedekken. Een wetsontwerp dat er louter op gericht is om de lange tenen van de gelovige medemens in bescherming te nemen, kent maar één uitkomst: een desavouering van de ongelovige.
Verder ben ik van mening dat God niet bestaat.
Ik heb niets tegen anders denkenden, gelovig of niet. Wel heb ik iets tegen personen of groepen die menen vanuit hun persoonlijke overtuiging anders dan zij denkende individuen te kunnen beknotten. Het was enigszins voorspelbaar dat het primitieve gedachtengoed van enkele "niet denkenden" een kolfje naar de hand zou zijn van conservatief nederland. Laten we deze ontwikkeling in de kiem smoren en ons hard maken voor verworven vrijheden en rechten, geldend voor iedereen!