Geen rechtstreekse verkiezingen regiobestuur
Er komen geen rechtstreekse verkiezingen voor het algemeen bestuur van regionale samenwerkingsverbanden. Er komt meer lokale en regionale ruimte om een passende samenwerkingsvorm ‘op te tuigen’. Dit zijn enkele maatregelen die minister Ollongren van Binnenlandse Zaken wil nemen.
Rechtstreekse verkiezingen voor het algemeen bestuur van regionale samenwerkingsverbanden komen er niet. Er komt meer lokale en regionale ruimte om een passende samenwerkingsvorm ‘op te tuigen’. Bepaalde, nader vast te leggen, besluiten die in een gemeenschappelijke regeling worden genomen, moeten in de toekomst eerst aan raadsleden worden voorgelegd voordat het bestuur een besluit mag nemen.
Doorsnijden banden
Dit zijn enkele maatregelen die minister Ollongren van Binnenlandse Zaken wil nemen om de legitimiteit van regionale samenwerkingsverbanden én de rol van gemeenteraden in gemeenschappelijke regelingen (GR’en) te versterken. ‘Een rechtstreekse verkiezing zou de banden met de gemeente doorsnijden en een einde betekenen van de zeggenschap van de gemeenten in het bestuur om hun lokale belangen veilig te stellen. Dat impliceert overigens ook dat daarmee een drempel zou worden opgeworpen om taken in een samenwerkingsverband onder te brengen’, schrijft Ollongren in een brief aan de Kamer. Daarin ontvouwt de minister haar plannen om de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) aan te passen.
Sterkere positie
‘Het toenemende belang van de regio voor de aanpak van grote maatschappelijke opgaven en het toenemende aantal verplichte gemeenschappelijke regelingen zorgen voor een toenemend gewicht en complexiteit van sommige gemeenschappelijke regelingen, waardoor ook een sterkere positie voor gemeenteraden gewenst is om een steviger positie te krijgen in het gesprek met colleges over de sturing op deze gemeenschappelijke regelingen’, aldus Ollongren in haar brief aan de Kamer.
Buitenspel
De politieke verantwoording binnen een gemeenschappelijke regeling kan onder meer worden versterkt door meer betrokkenheid van raadsleden in het bestuur of door inspraak van burgers en maatschappelijke organisaties. ‘Dit kan bijdragen aan het kantelen van het beeld dat samenwerking leidt tot bestuurdersbestuur of verlegd lokaal bestuur waarbij raadsleden buitenspel staan’, aldus de minister. Ollongren wil via een wetswijziging ruimte geven om af te wijken van de ‘strikte bepalingen in de Wgr over de samenstelling van het algemeen en dagelijks bestuur van een openbaar lichaam’. In lang niet alle gevallen mogen raadsleden deel uitmaken van een bestuur van een gemeenschappelijke regeling. Dat hangt af van de bevoegdheden die aan de GR worden overgedragen.
Inspraak
Verder wil de minister via de Wgr regelen dat er afspraken over inspraak moeten worden gemaakt. Ze wil tevens de verplichting van een periodieke evaluatie in de wet opnemen. ‘Een periodieke evaluatie kan een goed moment bieden om uittreding uit een gemeenschappelijke regeling onder passende voorwaarden mogelijk te maken.’ Gemeenten ervaren problemen met de uittreding uit een gemeenschappelijke regeling, stelt de minister. ‘De Wgr verplicht gemeenten om hierover afspraken te maken bij het aangaan van een regeling, maar in de praktijk leiden die er soms toe dat uittreding erg lastig (duur) wordt waardoor men als het ware ‘gevangen’ blijft in een samenwerkingsverband.’
Gele kaart
Ter versterking van de positie van gemeenteraden wil Ollongren verder de mogelijkheid in de wet opnemen om (categorieën van) besluiten aan te wijzen, waar gemeenteraden eerst hun mening over moeten geven voordat het bestuur van de GR een besluit mag nemen. Mogelijk dat daar een facultatief herroepingsrecht aan wordt gekoppeld; een soort ‘gele kaart’. De minister wil daarnaast bekijken of er in de Wgr controle-instrumenten ontbreken, die de Gemeentewet nu wel kent. ‘Daarbij denk ik onder meer aan de bevoegdheden van een rekenkamer(commissie) en het (regionale) recht van enquête voor gemeenteraden gezamenlijk.’
Eigen opgaven
De Wgr zal in de toekomst meer ruimte bieden voor differentiatie en variëteit in de manier waarop de samenwerking wordt vormgegeven. Iedere regio heeft zijn eigen opgaven, cultuur en voorkeuren. ‘Als samenwerking zo kan worden georganiseerd dat deze optimaal aansluit bij de opgaven en cultuur in een regio, kan dat bijdragen aan zowel de effectiviteit van de gemeenschappelijke regeling, als aan de legitimiteit daarvan’, aldus de minister.
Conceptwetsvoorstel
De komende tijd wil Ollongren in gesprek met tien regio’s die problemen ervaren met de legitimiteit van gemeenschappelijke regelingen. Die gesprekken moeten leiden tot concrete voorstellen om de legitimiteit van gemeenschappelijke regelingen te versterken, binnen de kaders van het verlengd lokaal bestuur. Daarnaast wil de minister met raadsleden en wethouders uit verschillende regelingen in gesprek over ervaren belemmeringen bij regionale samenwerking. De opbrengst van deze pilots en gesprekken worden meegenomen bij de uitwerking van de maatregelen die Ollongren voor ogen heeft. Eind dit jaar komt ze een conceptwetsvoorstel tot wijziging van de Wgr.
Reacties: 5
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.