Geen extra instrumenten burgemeesters bij integriteitsrisico
Burgemeesters en Commissarissen van de Koning (CdK) moeten geen extra instrumenten krijgen om niet-integere wethouders naar huis te sturen of te voorkomen dat ze worden benoemd. Dat stelt Douwe Jan Elzinga, hoogleraar constitutioneel organisatierecht aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Burgemeesters en Commissarissen van de Koning (CdK's) moeten geen extra instrumenten krijgen om niet-integere wethouders naar huis te sturen of te voorkomen dat ze worden benoemd. Er moet een landelijk integriteitsbureau in het leven worden geroepen, door de minister van Binnenlandse Zaken gecertificeerd, dat integriteitsonderzoeken voor kandidaat-wethouders uitvoert. De gemeenteraad moet op basis van die rapportage een besluit nemen over de benoeming van een kandidaat.
Veiligheidsklep
Als de raad alsnog een rapportage van dat landelijk bureau - waaruit een duidelijk integriteitsrisico van een kandidaat-wethouder naar voren komt - naast zich neerlegt zou, als ‘veiligheidsklep’, de minister van Binnenlandse Zaken de benoeming van de wethouder kunnen vernietigen. Daarvoor pleit Douwe Jan Elzinga, hoogleraar constitutioneel organisatierecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij reageert hiermee op het aftreden van de Brunssumse burgemeester Luc Winants. Winants trad af nadat de raad van Brunssum Jo Palmen tot wethouder benoemde, voordat de uitkomsten van het integriteitsonderzoek bekend werden. Daaruit bleek dat Palmen een ‘hoog risico’ voor de gemeente vormt.
Onwenselijk
Elzinga vindt het ‘volkomen ondenkbaar en onwenselijk’ én veel te vroeg om burgemeesters of CdK’s extra instrumenten te geven om hun taak op het gebied van bestuurlijke integriteit naar behoren te kunnen uitoefenen. De Brunsummse burgemeester Winants pleit daar wel voor. Dat deed ook de Limburgse gouverneur Theo Bovens eind november in Nieuwsuur. ‘De benoeming van een wethouder is een exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad’, benadrukt Elzinga. Bovendien zijn burgemeesters pas sinds februari vorig jaar verantwoordelijk voor de bevordering van de bestuurlijke integriteit van de gemeente. ‘Hier moet je eerst een tijdje mee experimenteren. Het is te vroeg om nu meteen te zeggen dat die burgemeester daarop moet kunnen ingrijpen.’
Rechtstreeks gekozen
Bovendien verandert straks mogelijk de positie van de burgemeester, als de Kroonbenoeming uit de wet is geschrapt. ‘Als de burgemeester straks zijn eigen wethouders benoemt en rechtstreeks is gekozen, is dat een heel andere figuur dan de burgemeester die we nu hebben. We hebben nu een neutrale burgemeester. Het is heel vergaand als de burgemeester gaat interveniëren in die partijpolitieke autonomie om wethouders te benoemen.’
Bevoegdheid raad
Hij roept in herinnering dat - bij het besluit om burgemeesters verantwoordelijk te maken voor de bevordering van de bestuurlijke integriteit - de vraag is gesteld of de burgemeester extra bevoegdheden zou moeten krijgen, bijvoorbeeld door een niet-integer raadslid naar huis te kunnen sturen. ‘Toen is uitdrukkelijk gezegd: nee. Het is een heel belangrijk principe dat raadsleden zelf over hun zetels beschikken. Politieke partijen, fracties en burgemeesters kunnen daar niet over beschikken. Dat geldt eigenlijk ook voor wethouders. Die burgemeester heeft wel een taak; hij moet waken, waarschuwen, gesprekken voeren en tegen mensen zeggen dat ze het beter anders kunnen doen. Maar de wetgever heeft heel nadrukkelijk gezegd dat zij die burgemeester geen handhavingsinstrumenten geeft omdat dat te vergaand is. Dan maak je inbreuk op de bevoegdheid van de gemeenteraad.’
Vernietigen
De hoogleraar verwacht niet dat minister Ollongren van Binnenlandse Zaken de benoeming van de omstreden Brunssumse wethouder Jo Palmen zal vernietigen. ‘Dat is een ingreep die nog nooit is gebeurd, die we niet kennen in Nederland.’ Als Ollongren dat toch doet, verwacht Elzinga dat de gemeenteraad van Brunssum tegen de interventie van de minister in beroep zal gaan bij de Raad van State. Hij acht de kans groot dat de afdeling bestuursrechtspraak de beslissing van de minister zal vernietigen. ‘Dat zou een enorme afgang voor de minister zijn.’
Vaag
Elzinga vindt het overigens een groot probleem dat de regels omtrent bestuurlijke integriteit onduidelijk en vaag zijn. ‘De regels in het strafrecht en de Gemeentewet zijn vrij helder, maar we zijn sinds de dualisering met gedragscodes begonnen. Dat zijn geen juridische documenten, maar sociale afspraken die je onderling maakt over wat je wel en niet aanvaardbaar vindt. Die zijn in gemeenten nogal verschillend. De meeste wethouders, raadsleden en burgemeesters sneuvelen over die gedragscode, niet over regels van het wetboek van strafrecht of de Gemeentewet’, aldus Elzinga. Daarnaast lopen volgens hem de beoordelingen uiteen van bureaus die integriteitsonderzoeken voor gemeenten uitvoeren, waarbij er strenge en minder strenge beoordelaars zitten. ‘Er zit een zekere willekeur in integriteitsonderzoek.’ Een landelijk, door BZK gecertificeerd, integriteitsbureau zou daar een einde aan kunnen maken.
Lees in het eerstkomende nummer van Binnenlands Bestuur meer over de integriteitskwestie in Brunssum.
Reacties: 6
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Ik weet niet wie het onderzoek naar Palmen uitvoerde (BING?), Maar net als in dit geval zullen negatieve resultaten van integriteitsonderzoeken altijd in twijfel getrokken worden, hoeveel certificaten ook aan zo'n bureau hangen!!
Zo'n bureaucratische/regeltechnische oplossing gaat niet werken. Het zorgwekkende is niet zo zeer dat er aan Palmen getwijfeld wordt, maar dat dit acceptabel geacht wordt door een Raad.