bestuur en organisatie / Partnerbijdrage

Een leven lang ontwikkelen

Een woud aan regelingen en een lappendeken met gaten.

BMC
24 maart 2022
Een leven lang ontwikkelen

Een leven lang ontwikkelen. Het thema staat in Nederland steeds prominenter in de schijnwerpers. De overheid probeert via diverse financiële prikkels leven lang ontwikkelen te stimuleren. Ook in diverse adviezen over de arbeidsmarkt van de toekomst staat leven lang ontwikkelen met stip op 1. Toch blijkt een leven lang ontwikkelen in de praktijk nog niet zo gemakkelijk te realiseren. Wat is de relatie van werknemers en werkgevers met het arbeidsmarktbeleid van de overheid? In dit tweede artikel in onze artikelenreeks over een leven lang ontwikkelen gaan wij hier nader op in.

Bij een leven lang ontwikkelen komen allerlei werelden samen. In ons vorige artikel maakten wij een korte analyse van  het huidige onderwijsaanbod, gedifferentieerd naar opleidingsniveau. Er zijn grote verschillen tussen onderwijsinstellingen in hun aanbod voor volwassenen, waarbij blijkt dat vooral het formele onderwijs (mbo, hbo, wo) niet voldoende is toegerust op een leven lang ontwikkelen.

De pijn zit echter alleen niet alleen bij de onderwijsinstellingen. Want hoe zit het eigenlijk met werkgevers? Zouden werkgevers niet de voornaamste aanjager van een leven lang ontwikkelen moeten zijn omdat zij het meeste directe  belang hebben bij goed geschoold personeel? Hun interesse ligt vooralsnog vooral bij directe inzetbaarheid op de werkvloer. Kennisontwikkeling speelt slechts een ondersteunende rol. Dit zorgt ervoor dat, mede door het uitblijven van gericht overheidsbeleid, werknemers slechts beperkt gebruikmaken van de opleidingsmogelijkheden binnen en buiten hun eigen vakgebied.

In dit artikel gaan we dieper in op de relatie van werkgevers en werknemers met het arbeidsmarktbeleid van de overheid. We schetsen eerst de huidige situatie op de arbeidsmarkt en gaan vervolgens in op de vraag naar scholing enerzijds en het aanbod anderzijds. We sluiten af met een aantal conclusies.

Partijen op de arbeidsmarkt

Werknemers die een baan hebben en een opleiding willen volgen, kunnen, zo zagen wij in ons vorige artikel, over het algemeen het beste terecht bij een bedrijfsopleiding; die is beschikbaar en sluit het beste aan bij hun vraag. Maar hoe zit het met medewerkers die hun baan verliezen of hebben verloren en die een opleiding willen volgen? Zij kunnen meestal niet terecht bij de interne bedrijfsopleiding en moeten bovendien zo snel mogelijk op zoek naar een nieuwe baan. Om hierin te ondersteunen is Nederland onderverdeeld in 35 arbeidsmarktregio’s waarin gemeenten, UWV, vakbonden en ROC’s samenwerken. Die samenwerking werd in 2012 geregeld in de wet Structuur uitvoering werk en inkomen (Suwi).

Door de coronacrisis is de ontwikkeling van de dienstverlening van de arbeidsmarktregio’s in een stroomversnelling geraakt. Zo beschikken de arbeidsmarktregio’s nu over werkgeversservicepunten, die bemiddeling, training en begeleiding aanbieden. Ook zijn er als gevolg van de coronacrisis regionale mobiliteitsteams (RMT’s) opgericht om mensen (weer) aan het werk te helpen of te houden. Deze teams begeleiden mensen van een baan in een sector waar werkloosheid dreigt of ontstaat naar sectoren waar meer kansen liggen. Omdat competenties hierbij heel belangrijk zijn, zijn de leerwerkloketten bij veel RMT's aangesloten. Dit loket neemt competentietesten af en biedt ondersteuning bij om- en bijscholing. De precieze uitwerking en het aanbod verschilt per regio. De RMT’s zelf beschikken bovendien over een ruim budget voor om-, her- en bijscholing en er zijn mogelijkheden om door praktijkleren snel te kunnen wisselen van sector en werk.

De vraagzijde: een woud aan regelingen en dienstverlening

Vanuit het huidige arbeidsmarktbeleid compleet met een structuurwet (wet Suwi) en arbeidsmarktregio's, valt te verwachten dat er een stevige basis ligt voor de verdere implementatie van een leven lang ontwikkelen. Helaas is de realiteit dat mensen gemakkelijk verdwalen in het woud aan regelingen en ongetwijfeld goedbedoelde dienstverlening (zie kader ‘Begrijpt de werkzoekende het nog wel?’).

Het Rijk heeft nieuwe stappen gezet om volwassenen te stimuleren aan hun ontwikkeling te werken. Denk aan het beschikbaar stellen van een leven lang leren krediet en een STAP-budget dat vanaf 1 maart beschikbaar is of het door het parlement gevraagde afrekenen van collegegeld per studiepunt. Hierbij gaat het echter om toevoegingen en aanpassingen op tientallen bestaande potjes, budgetten en financieringsmogelijkheden, die de toegankelijkheid en overzichtelijkheid niet ten goede komen. Dit is een probleem, want deze nieuwe stappen moeten niet alleen een antwoord zijn op de recente (grote) (sociaal-)economische crises. Het is ook een antwoord op een aantal meer structurele vraagstukken. Eén daarvan is de vergrijzing; een al decennia geleden voorspeld demografisch vraagstuk, maar pas relatief recent ontwikkelt het Rijk beleid om de arbeidsmarkttekorten als gevolg van de vergrijzing effectief tegen te gaan. Onze vacatures kunnen niet vervuld worden door alleen jongeren op te leiden: ook volwassenen zullen zich moeten om-, en bijscholen. Daarnaast zullen ook jongeren blijvend moeten werken aan het op peil houden van hun basiskennis en vaardigheden.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.