Term ‘doe-democratie’ is misleidend
De discussie rondom de term ‘doe-democratie’ moet opnieuw worden aangewakkerd, vindt Hiska Ubels. 'Iets op eigen houtje doen voor de samenleving om door overheidsbezuinigingen veroorzaakte gaten te vullen, hoe gewaardeerd de uitkomsten ook, hoeft an sich weinig met democratie te maken te hebben.’
De discussie rondom de term ‘doe-democratie’ moet opnieuw worden gevoerd. ‘Iets op eigen houtje doen voor de samenleving om door overheidsbezuinigingen veroorzaakte gaten te vullen, hoe gewaardeerd de uitkomsten ook, hoeft an sich weinig met democratie te maken te hebben.’
Balans
Dat betoogt Hiska Ubels in een essay in Binnenlands Bestuur van deze week. Aan democratie ligt verkiesbaarheid, representativiteit en verantwoording ten grondslag. ‘Het is daarom tijd voor een zorgvuldige en genuanceerde discussie over waar nu de balans hoort te liggen.’ Gemeenten zijn in beginsel verantwoordelijk voor de lokale democratie, welzijn en leefbaarheid, stelt Ubels. ‘Op grond waarvan mag en kan ze op democratische gronden iets verwachten van (zichzelf opwerpende) vrijwilligers en waar liggen enerzijds de fundamenteel democratische en ethische en anderzijds de praktische grenzen.’ Het is belangrijk om deze discussie te voeren, benadrukt ze, omdat we aan de vooravond staan van ‘niet eerdere vertoonde en omvangrijke collectieve opgaven waarbij inwonerbetrokkenheid van cruciaal belang is, zoals vanuit de nieuwe Omgevingswet en het Klimaatakkoord.’
Koplopers
Ieder burgerinitiatief verschilt, maar is er wel een aantal algemene succesfactoren aan te wijzen, weet Ubels die eerder dit jaar op het onderwerp is gepromoveerd. ‘Hoe hoger de zelfsturingscapaciteit hoe meer kans op succes. Er zijn enthousiaste en competente koplopers nodig die ook na verloop van tijd concrete resultaten blijven halen’, aldus Ubels. Betrokkenheid vanuit het dorp is van groot belang; dat lukt op de langere termijn vooral als er regelmatig zichtbare successen worden geboekt. ‘Anders dan vaak verondersteld, lijkt sociale cohesie eerder een randvoorwaarde voor succes dan een uitkomst.’ Een soepel meewerkende gemeente is uiteraard van belang, evenals duidelijk verwachtingsmanagement vanaf het begin van een traject.
Beperkingen
Gemeenten moeten zich ook niet rijk rekenen. De inzet van vrijwilligers kent beperkingen. ‘Zelfredzaamheid op vrijwillige basis op dorpsniveau − zeker als het gaat over het overnemen van publieke taken op langere termijn – lijkt niet realistisch. Burgerinitiatieven leiden ook lang niet altijd tot verhoogde samenwerking in dorpen; vaak nemen al actieve vrijwilligers het voortouw. ‘Overheden gaan hier vaak in hun kosten-batenanalyse ten onrechte aan voorbij’, stelt Ubels. Ook is het de vraag hoe burgerinitiatieven voldoende democratisch kunnen worden georganiseerd en hoe de legitimiteit ervan op de lange termijn kan worden gewaarborgd. ‘In de praktijk blijkt het lastig inwoners op dorpsniveau blijvend te betrekken; veel inwoners kunnen of willen domweg niet meedoen. Betrokken vrijwilligers zijn vaak ook slechts in beperkte mate representatief. Tevens ontbreken vaak de competenties en tijd om de vanuit democratisch oogpunt gewenste dialoog met het dorp te organiseren, zeker op langere termijn. Hierdoor krijgt tegenmacht minder kans.’
Lees het hele essay in Binnenlands Bestuur nr. 15 van deze week (gratis inlog)
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Echter, hoe keer je de zaken ten goede in een volkomen gesegregeerde samenleving met opgekomen radicaal activisme, waar het alleen in de kern om eigen cultuur/belangen/invloed gaat, of dat nu proportioneel is, is niet relevant. Deze evolutie plaatsvindt in een particratie. De historie laat zien, dat als dit zich uitbreidt en versterkt, op een gegeven moment een kantelpunt dreigt naar totale onbeheersbaarheid, of zelfs een totaal verval, met name als ook de conjunctuur naar een dieptepunt gaat. Daarom wilde Pim Fortuyn (socioloog en econoom) de migratie zoveel mogelijk indammen en zich richten op integratie, emancipatie, op collectieve verantwoordelijkheid met rechten en plichten, op goed onderwijs, waar tevens vorming een centrale positie weer krijgt, op gedeelde normen en waarden, die cruciaal zijn voor een gezonde samenleving, op de menselijke maat en die weer centraal komt in de publieke sector en vakmensen weer het heft in handen krijgen, op integriteit binnen politiek en bestuur, op nefaste bureaucratie die moet verdwijnen en dat irreële idealen, nodige politieke pragmatiek, niet overwoekerd. Opvang in regio, zoals hij al bepleitte en daarvoor miljarden naar VN vluchtelingenwerk mochten gaan. Een bepaalde mate van migratie in een later stadium kan, maar met elk jaar democratische afspraken, hoeveel en wie. De verwachtingen bij mensen op andere continenten zijn eigenlijk al tijden claims geworden, door die asielmagneet en wie die magneet omhoog houdt, niet alle voortvloeiende ellende daarvan, onderweg naar hier en bij afwijzing (niet terug willen of kunnen), voor hun rekening nemen! Zie de enorme spanningen in EU t.a.v. dit onderwerp.
Bij de oude zuilen was er zowel een gezamenlijke ondergrond als een dak. Dat is nu niet het geval en de huidige particratie en hoe die uitwerkt vormt ook geen dak en biedt geen ondergrond, door het cultuurrelativisme en het kosmopolitisme uit dezelfde dominante politieke hoek. Gemeenten trekken aan een kar met vierkante wielen om professionele mensen niet te hoeven betalen en meer gratis inspanningen van geschikte burgers te krijgen daarvoor. Die willen wel voor groot deel wat doen, maar niet in besturen zitten en meer een soort flexwerk in vrijwilligerswerk hebben. Of een afgebakende periode.