Burger wil echt meer invloed
Vooral mensen die negatief zijn over de politiek en de overheid willen meer directe democratie. Onder lager (74 procent) en middelbaar opgeleiden (66 procent) is meer steun voor meer directe democratie dan bij hogeropgeleiden (56 procent). De wens voor meer directe democratie hangt samen met afkeer van de Europese Unie en politieke onvrede.
Een meerderheid van de Nederlanders (65 procent) wil meer directe zeggenschap over belangrijke politieke kwesties. Het beter benutten van inspraakmogelijkheden, het gebruik van enquêtes en het door politici raadplegen van de achterban worden genoemd als geschikte instrumenten. Een op de tien burgers heeft geen behoefte aan meer directe zeggenschap.
Dat blijkt uit het eerste kwartaalbericht van 2016 over het Continu Onderzoek Burgerperspectieven (COB) van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Vooral mensen die negatief zijn over de politiek en de overheid willen meer directe democratie. Onder lager (74 procent) en middelbaar opgeleiden (66 procent) is meer steun voor meer directe democratie dan bij hogeropgeleiden (56 procent). De wens voor meer directe democratie hangt samen met afkeer van de Europese Unie en politieke onvrede.
Laag vertrouwen
Het vertrouwen in de politiek is onverminderd laag. 56% meent dat Kamerleden en ministers niet veel geven om wat burgers zij denken, 63% denkt dat burgers geen enkele invloed hebben op wat de regering doet en 45% vindt dat de overheid onvoldoende voor hen doet. Het percentage burgers dat vindt dat politici vaak onbehoorlijk met elkaar omgaan is de afgelopen drie maanden gestegen van 39% naar 44%. Nog geen kwart van de Nederlanders (24%) vindt politici bekwaam, 34% vindt van niet. Ruim zeven op de tien Nederlanders is voor een direct gekozen burgemeester. Veel minder steun (53-56%) is er voor een direct gekozen minister-president.
Reacties: 21
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Aan een toenemend negatief beeld over 'de politiek' draagt bij dat tegenwoordig - in tegenstelling tot 'vroeger' - veel minder mensen lid zijn van een politieke partij. Zo'n lidmaatschap betekent meer betrokkenheid in politieke zin, omdat kan worden deelgenomen aan meningsvorming en aan de voorbereiding binnen een partij van politieke besluitvorming. Er is dan minder afstand tot de politiek, minder vervreemding die tot negativisme leidt.
Ze zouden eens kunnen onderzoeken hoe bekwaam Nederlanders anderen in algemene zin vinden. Ik verwacht dat dat percentage niet veel anders zal zijn.
De NLer heeft een vrij hoge eigendunk. Het hele zooitje is hoogopgeleid en vindt zichzelf nogal intelligent. Dus natuurlijk willen ze allemaal het hier in hun eentje voor het zeggen hebben. Dat wordt ook wel het 'Peter R. de Vries-effect' genoemd.
De sfeer op de social media en op fora onder blogs geeft alvast een inkijkje in wat wij de komende tijd kunnen verwachten, wanneer al die zichzelf geniaal vindende egootjes daadwerkelijk iets te zeggen krijgen.
Het is zeker waar dat de goede smaak op social media soms ver te zoeken is. Dat laat onverlet dat er een discrepantie is tussen hoe een groot deel van onze inwoners over de Europese Unie denkt en hoe onze opeenvolgende regeringen hebben gehandeld. Daar mag je dus meer over te zeggen willen hebben. Sterker nog ik vind het eigenlijk onbestaanbaar dat zulke majeure beslissingen over onze hoofden genomen worden. Willen we ons (nog verder) overleveren aan de Europese Unie of willen we een zelfstandige natie blijven? Het gaat om onze toekomst dus het lijkt me vanzelfsprekend dat we daarover geraadpleegd worden.
Dit nieuwsbericht gaat over de politiek in het algemeen, niet alleen de EU.
En geeft mooi weer dat niet alleen de politiek, maar ook de media en uiteindelijk de burger eens goed te rade bij zichzelf moeten gaan hoe de democratie in dit land terug zou kunnen keren.
Een referendum onder valse voorwendselen met een enorme berg dubieuze propaganda (het nee-kamp) is alvast een voorbeeld van hoe het niet moet.
Over de remedies verschilt men echter van mening. Een van de interessantste – en minst besproken – mogelijke remedies is de zogenaamde directe democratie.
Hoe werkt onze democratie
Onze regering bestaat uit 15 ministers en de koning. Een parlement betekent hetzelfde als volksvertegenwoordiging, Eerste en Tweede Kamer en Staten-Generaal. Dus 150 leden van de Tweede Kamer en 75 leden van de Eerste Kamer. Het parlement staat tegenover de regering. De taken van een parlement zijn wetgeving (wetsvoorstellen moeten worden goedgekeurd door beide kamers) en het controleren van de regering. De regering moet zorgen dat de bestaande wetten worden uitgevoerd, in acute noodsituaties effectief wordt ingegrepen en (nieuwe) problemen worden aangepakt. Deze plannen worden vastgelegd in een miljoenennota. Uitwerking verschijnt in de troonrede.
De mogelijke oplossing directe democratie
Democratie betekent letterlijk „volksheerschappij?. In een democratie wordt geen autoriteit boven de bevolking erkend; het volk is soeverein. De wetten hebben in een democratie autoriteit omdat degenen die de wetten moeten gehoorzamen, ze op een of andere manier hebben goedgekeurd. Dit is door de Franse filosoof Rousseau verwoord als het „sociaal contract?: wetten zijn legitiem omdat het vrije afspraken zijn tussen gelijkwaardige en mondige burgers, die samen de rechtsgemeenschap vormen.
In een representatief stelsel als het onze is de volkssoevereiniteit echter niet gewaarborgd. Burgers kunnen niet anders dan eens in de vier jaar hun medebeslissingsrecht afdragen aan een klein groepje volksvertegenwoordigers, die vervolgens een monopolie op de besluitvorming hebben. Hierdoor kunnen wetten tot stand komen die niet door de meerderheid gesteund worden. De bevolking kan weliswaar de verkozenen bij een volgende stembeurt niet herkiezen, maar ze kan met geen wettig middel voorkomen dat er besluiten worden genomen die de meerderheid van de burgers niet willen.
Om deze situatie te maskeren, wordt een beroep gedaan op het argument van het „mandaat?. Burgers zouden in verkiezingen een mandaat geven aan het parlement. Dat is slechts schijn, omdat het mandaat in feite afgedwongen is. Aan de kiezers wordt immers nooit gevraagd of zij wel willen mandateren. Net als een authentiek geschenk is een authentiek mandaat een mandaat dat eventueel ook niet gegeven hoeft te worden.
Burgers zouden hun mandaat in eigen hand moeten kunnen nemen, en direct beslissen.
Meer info: directedemocratie.nu
Wel is het cruciaal dat als een referendum wordt gehouden, de uitslag gewoon staat. Dat betekent minimaal een brede politieke zelfbinding, en geen opkomstdrempels. Er is geen beter recept om cynische burgers te creëren, dan eerst veel stampij te maken over een referendum en mensen op het hart te drukken toch vooral hun democratische plicht te doen, en vervolgens de uitslag in de vuilnisbak te deponeren.
De kiezers die opkomen bij een referendum, moeten worden gezien als een super representatieve groep. Bij verkiezingen gelden nooit opkomstdrempels. Als het toegestaan is dat 20% van de kiezers een blanco cheque geeft aan 0,0001% van de burgers (de volksvertegenwoordiging) om vier jaar lang over elk denkbaar onderwerp te beslissen, waarom kunnen 20% van de kiezers dan niet beslissen over één afgebakend onderwerp?
Naast rechtsongelijkheid en cynisme onder de burgers, lokken opkomstdrempels ook boycotcampagnes uit van referendum tegenstanders. Een eenvoudige berekening laat zien dat tegenstanders van een referendumvoorstel verliezen wanneer ze opkomen, maar het referendum ongeldig kunnen laten verklaren (en dus winnen) als ze thuisblijven. In bijvoorbeeld Italië zijn boycotcampagnes (georganiseerd door o.a. Berlusconi en het Vaticaan) schering en inslag – Italië houdt veel referenda maar de meeste mislukken op de opkomstdrempel. In Nederland werd de eerste boycotactie georganiseerd in Haarlem door de PvdA. Er zijn ook de facto boycotacties, zoals we in Amsterdam zagen bij het referendum over stadsdeel Binnenstad, waarbij het Amsterdamse college door het bewust niet voeren van een campagne zorgde dat het onderwerp niet ging leven en de opkomstdrempel niet gehaald werd. Opkomstdrempels geven een premie aan hen die het debat willen ontlopen en door obstructie willen winnen. Dat moeten we niet willen.
De opkomst bij referenda zal gemiddeld altijd lager liggen dan de opkomst bij verkiezingen, omdat de laatsten over alle mogelijke thema’s gaan. Daarbij komt dat volgens onderzoek van Hans-Peter Kriesi, de doorslaggevende reden voor Zwitserse kiezers om op te komen bij referenda is of ze het onderwerp voldoende kunnen overzien. Kunnen ze dit naar eigen inschatting niet, dan blijven ze thuis zodat degenen die wel voldoende kennis hebben, de beslissing kunnen nemen. Directedemocratie.nu