Desinformatie: houd je bij de feiten
Hoe ga je als overheid om met desinformatie? Het ministerie van Binnenlandse Zaken maakte er een handleiding voor.
Desinformatie is een groeiend maatschappelijk probleem. Het leidt vaak tot uitvergroting van verschillen en verharding van het publiek debat. Daarmee is het een bedreiging van het open democratisch debat. Het verspreiden van desinformatie is echter niet verboden. Het valt in principe onder de vrijheid van meningsuiting. Hoe ga je er als ambtenaar en bestuurder dan mee om?
Vrijheid van meningsuiting
Met de handreiking Omgaan met desinformatie voor (mede)overheden probeert het ministerie van Binnenlandse Zaken daar een antwoord op te geven. De vrijheid van meningsuiting is dan wel vastgelegd in de Grondwet en verschillende Europese handvesten en verdragen, dat betekent echter niet dat die onbeperkt is. Zo is het niet toegestaan het gebruik van geweld tot propageren of aan te zetten tot discriminatie of haat, of iemand nodeloos te beledigen. Maar de overheid kan niet het verspreiden van informatie tegengaan louter omdat het onjuist of misleidend is
Schokkend
Om desinformatie tegen te kunnen gaan is het in eerste instantie zaak om die te herkennen. Daar geeft de handleiding een aantal tips voor: check allereerst de auteur, de bron en het webadres. Let daarbij vooral op kleine spelfouten in het webadres en op nagemaakte logo’s. Wees ook alert of foto’s en video’s niet gemanipuleerd zijn. Schokkende koppen en beweringen klinken vaak ongeloofwaardig. Meestal zijn ze dat dan ook.
Serieuze media
Verder kun je bekijken of het bericht via meerdere kanalen wordt verspreid en of daar ook serieuze media bij zitten of uitsluitend rondgaat bij sociale mediakanalen met een bepaalde signatuur. Om te bepalen of je als bestuurder of ambtenaar op een bericht reageert is het ook verstandig om te kijken of de desinformatie serieuze gevolgen kan hebben. Kijk ook vooral van wie een reactie gepast is. De afdeling communicatie of bij een inhoudelijk beleidsteam? Ook raden de opstellers van het handboek aan om de draaiboeken voor crises aan te vullen met de manier waarop je omgaat met desinformatie ten tijde van een crisis. Daarnaast is het belangrijk om in gesprek te gaan met de lokale media om te zien hoe zij kunnen bijdrage aan het verhogen van de mediawijsheid, vinden te opstellers.
Proactief
Het belangrijkste middel om desinformatie te voorkomen is proactief communiceren, zo stelt het handboek. Ga niet afwachten hoe er op bepaalde beleidsmaatregelen wordt gereageerd, maar leg vooral uit waarom nieuw beleid of nieuwe regels worden ingevoerd voordat die van kracht worden. Daarnaast is het belangrijk te overwegen of je eigenlijk wel moet reageren. Complotdenkers hopen vaak juist op een overheid die hun beweringen tegenspreekt, want hoe harder de overheid zegt dat het niet waar is, des te groter is blijkbaar het belang van de overheid om zaken onder de pet te houden, zo redeneren ze.
Feiten
En als je reageert is het volgens de opstellers van het handboek vooral belangrijk dat je niet tot op detail ingaat op de beweringen in zo’n bericht. Besteedt niet te veel aandacht aan het ontkennen van de desinformatie, maar presenteer de juiste feiten.
Op die manier wordt het overheidsbeleid al 20, 30 jaar betwijfeld en ondergraven. Dat gaat alleen veel subtieler, niet de confrontatie wordt gezocht, maar middels het bestuursrecht wordt ieder besluit aangevochten. Dat is een techniek die slechts voor HBO+ is weggelegd. Laten we eens analyseren welke middelen MBO- ter beschikking staat om overheidsbeleid te beïnvloeden. Kan het niet zijn dat de sterke opkomst van complotdenken in Nederland een van de gevolgen van de nieuwe 2-deling in de samenleving is?
Ik nam deel aan het STEM programma, het begeleiden van het wetenschappelijk, juridisch, onderzoek naar de werking van milieuwetgeving. Een van de conclusies van dat onderzoek was dat de Omgevingswet uit diende te gaan van vertrouwensgedrag. Zowel jegens bedrijven als jegens burgers.
Gemeentelijk beleid op basis van vertrouwensgedrag jegens burgers is in de stad Utrecht aan de wilgen gehangen.
Utrecht ent al jaren een linkse college. Dat college geeft haar apparaat tegenwoordig de opdracht om in ieder besluit alle bezwaarrisico's te analyseren en bij voorbaat uit te sluiten. Het vertrouwen in de burger is tot een absoluut nulpunt gedaald. Niet dat alle burgers dwars liggen, nee bepaald niet gelukkig, maar er is altijd wel een enkele of een kleine groep burger(s) wier risico's niet zijn geïnventariseerd en niet aantoonbaar zijn uitgesloten.
Als pleister werd de Crisis- en Herstelwet opgetuigd. Het kon toch niet zo zijn dat enkelingen het algemene belang zouden kunnen frustreren. Maar wanneer pas je die toe?
Het gedoe rondom de, veronderstelde, gezondheidsrisico's van windturbines is slechts een voorbode van wat ons te wachten staat. Het risico is niet uitgesloten, dus het algemene belang, in dit geval de CO² reductie, wordt openlijk gefrustreerd.
Het is al lang zo dat kleine minderheden het overheidsbeleid frustreren. Wat gaat Binnenlandse Zaken daar aan doen?