Defensieve provincies
Enig cynisme bij het voornemen van het kabinet om korte metten te maken met de bestuurlijke drukte, lijkt meer dan gerechtvaardigd. Minder overheid is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Uitpuilende boekenkasten met rapporten over een efficiëntere, kleinere en andere overheid zijn daarvoor het beste bewijs.
De financiële crisis en forse, noodzakelijke bezuinigingen fungeren nu als breekijzer om de uitgedijde bestuurlijke organisatie op de schop te nemen. Het moet gezegd, wat helpt is dat de grote, dominante bestuurderspartijen PvdA en CDA een streep hebben gezet door de afspraak dat de grondwettelijk verankerde bestuurlijke inrichting onveranderd blijft.
Wie tegelijkertijd goed heeft geluisterd naar minister van Financiën Bos vorige week in de Tweede Kamer en de toespraak van minister van Binnenlandse Zaken Ter Horst afgelopen zomer bij het afscheid van Jos van Kemenade als voorzitter van de Raad voor het openbaar bestuur (Rob), weet dat minder overheid vooral betekent: minder rijksdepartementen én minder provincie. Die boodschap lijkt nog niet bij alle provincies te zijn doorgedrongen.
Illustratief is de vreugde van de provincie Noord-Holland in haar reactie op Prinsjesdag dat het kabinet de zelfstandigheid van provincies met kracht wil bevorderen. Heeft men in Noord-Holland niet alleen weinig oog voor veilig bankieren met spaargelden, maar heeft men ook gemist dat Ter Horst blijkens haar Rob-toespraak geen toekomst ziet voor de huidige provincie?
Ze wil volstaan met Europa, Rijk en gemeente, plus flexibeler bestuursvormen om regionale vraagstukken aan te pakken. Zij weet zich, zo blijkt in deze Binnenlands Bestuur, gesteund door de coalitiepartijen: er zijn geen taboes bij het vinden van oplossingen om het aantal bestuurders en ambtenaren terug te dringen en de overheid efficiënter te maken.
De discussie over rol en taak van de provincies wordt hiermee vooralsnog slechts op scherp gezet. Het is niet vanzelfsprekend dat de coalitiepartijen ook de daad bij het woord voegen. Daarvoor hoeft men slechts terug te denken aan de kabinetsformatie toen de dringende oproep van de commissie-Kok en alle provincies om één Randstadprovincie te vormen, werd genegeerd. Het verschil met toen is dat de provincies financieel gekortwiekt worden door het kabinet, en dat provinciale bestuurders de laatste tijd nogal wat negatieve aandacht trokken.
Het IPO, de koepelorganisatie van de twaalf provincies, reageert vanuit het defensief. Of hult zich in stilzwijgen: een reactie op de aanval van Ter Horst - inmiddels drie maanden geleden - is uitgebleven. Als die tijd is gebruikt voor het formuleren van een modern, bij de huidige samenleving passend antwoord op rol en functie van de provincie, valt daarmee te leven. Zo niet, dan zou het IPO eens bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten kunnen informeren hoe die de gemeenten een nieuw, krachtig profiel als eerste overheid wist te geven.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.