De zwevende ambtenaar
Er kunnen verschillende redenen zijn om een ambtenaar over te plaatsen. De ambtenaar functioneert bijvoorbeeld niet goed in zijn eigen functie. Overplaatsen kan dan erger – zoals ontslag - voorkomen. Het komt ook voor dat de ambtenaar prima werk levert, maar dat de werkgever hem graag wil inzetten in een andere functie. Veelal vindt dit plaats in goed overleg tussen ambtenaar en werkgever. Maar vaak ook niet.
Volgens vaste jurisprudentie bestaat een definitieve overplaatsing uit twee stappen. Stap 1 is de ontheffing uit de oude functie; stap 2 het opdragen van een andere functie. In gevallen waar de ambtenaar niet goed meer functioneert ligt de nadruk natuurlijk vooral op de ontheffing uit de oude functie. In deze gevallen is vaak nog geen nieuwe functie gevonden. De ambtenaar wordt dan uit arren moede maar tijdelijk op een ander project ingezet. De rechter is kritisch op dit soort besluiten. Er moet wel uitzicht bestaan op een nieuwe, andere functie. De ambtenaar mag niet onaanvaardbaar lang blijven “zweven” in de organisatie, zonder een vaste functie.
Zo werden aan een inspecteur van de Inspectie Jeugdzorg van het Ministerie van VWS vanwege functioneringsproblemen voor een periode van zes maanden andere werkzaamheden opgedragen. Deze tijdelijke opdracht werd nog eens met zes maanden verlengd. Volgens de inspecteur was er nu in feite sprake van een definitieve ontheffing zonder dat uitzocht bestond op een nieuwe functie. Zij spande een bestuursrechtelijk kort geding aan.
De Voorzieningenrechter (zie Rechtbank Den Haag, 25 maart 2011, TAR 2011, 89) oordeelde dat er inderdaad inmiddels sprake was van een feitelijke ontheffing uit de functie. Er was wel voldoende dienstbelang voor deze ontheffing, gezien de blijvende problemen in het functioneren van de ambtenaar. Het stond vast dat er nog geen duidelijkheid was over een nieuwe functie. Partijen waren nog in onderhandeling over een oplossing, maar er was sprake van een complexe situatie waarbij de communicatie tussen partijen uiterst moeizaam verliep. De rechter oordeelde dat er nog geen sprake was van “onaanvaardbaar zweven” van de ambtenaar, maar hij maakt ook duidelijk dat deze situatie niet te lang mag blijven duren. Kortom: er zal in overleg heel snel een oplossing moeten worden gevonden. Lukt dit niet, dan moet de werkgever alsnog een plaatsingsbesluit nemen. Niet ondenkbaar is dat zo’n besluit ook weer aanleiding zal zijn voor diverse procedures, bijvoorbeeld over de vraag of de nieuwe functie wel passend is. (TAR 2011, 89)
Anja Hoffmans
Clingendael Advocaten
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.