Crisisweer
Maandagochtend een uur of halfelf. Ik loop over de Markt, op weg naar mijn financieel adviseur, voor het afwikkelen van mijn hypotheektransactie. Nee, aan mij zal het niet liggen dat de woningmarkt nog steeds in een dip zit.
Ik ben, zeker voor maandagochtend, in een best humeur en de omgeving lijkt zich daarin moeiteloos te schikken. De meeste cafés hebben hun terrassen al weer uitgestald, de Italiaanse ijssalon ontwaakt uit een diepe winterslaap en zelfs de basiliek staat in de vroege voorjaarszon aanzienlijk minder een belangrijke kerk te wezen dan normaal. Het is nog vroeg, maar de dag heeft de verwachting van rokjesdag in zich. (Met dank aan Martin Bril, die alleen al vanwege het duiden van dit verschijnsel het verdient op korte termijn de PC Hooftprijs te winnen.)
Mijn financieel adviseur heeft alle tijd. Tsja, zoveel klanten krijgt-ie tegenwoordig ook weer niet op een dag. En dus is iedere aanleiding voor een goed gesprek welkom. Veel tijd heb ik niet, want ik moet ’s middags – lekker belangrijk – nog naar een flitscongres in Utrecht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten over de aanpak, op lokaal niveau, van de economische crisis. Hij kan zich er moeilijk iets bij voorstellen, sterker nog, hij heeft er nooit over nagedacht wat de gemeente in deze tijden van recessie voor zijn nering en die van zijn collega’s zou kunnen betekenen. Het is immers een mondiale crisis en je beschikt als middelgrote Nederlandse gemeente over een behoorlijke mate van zelfoverschatting als je denkt dat je daarop enige invloed zou kunnen uitoefenen.
Wat dan wel helpt? ’Nou, dit’, zegt-ie, terwijl hij door het raam van zijn kantoor de Markt overschouwt. ‘Gewoon, het zonnetje dat schijnt, dat mensen weer naar buiten gaan. Dat ze als vanzelf weer zin krijgen om geld uit te geven’. Mijn financieel adviseur is er heilig van overtuigd: de vroege voorjaarszon doet meer voor de Nederlandse economie dan welk aanvullend bestuursakkoord van het kabinet dan ook. Collectief ophouden met somberen over de ontwikkeling van de economie lukt nu eenmaal beter op een mooie lentedag dan bij slagregens en een temperatuur van vier graden boven nul. Als het op de derde dinsdag van september nog steeds nog rokjesdag is, dan zijn we al een heel eind op de goede weg.
Hoe anders is de realiteit in Utrecht, waar de VNG de vloer moet delen met de Beauty Trade Special, een soort huishoudbeurs voor schoonheidsspecialistes. Op het VNG-congres verkennen de vertegenwoordigers van de verschillende gemeenten de marges van het gemeentelijk beleid en interpreteren ze het aanvullend beleidsakkoord van het kabinet. Ze concluderen dat de mogelijkheden beperkt zijn en verbazen zich over de vaagheid van de kabinetsplannen.
De deelneemsters aan de Beauty Trade Fair hebben enkel oog voor de producten van Donna Karan en huppelen vrolijk door de gangen van het Jaarbeurscongrescentrum. Ze zouden hoogstens graag willen dat nog een paar maanden mooi weer blijft. Voor een man van de statuur van onze MP moet dat te doen zijn.
Ad Burger
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.