bestuur en organisatie / Partnerbijdrage

Actualiteiten Wob - Misbruik Wob

Actualiteiten Wob - Misbruik Wob

09 december 2014

Afbeelding

Mr. F.I.M. (Fatou) Tevette

 

Oneigenlijk gebruik van de Wob

Er is de laatste jaren veel discussie over misbruik dan wel oneigenlijk gebruik van de Wob. Het komt de laatste jaren steeds vaker voor dat er veel Wob-verzoeken worden gedaan door eenzelfde verzoeker, die verdekt worden gedaan – bijvoorbeeld in een sollicitatiebrief, of algemene tekst. Vervolgens wacht de hiervoor bedoelde verzoeker af, stelt het bevoegd gezag in gebreke en probeert op die manier de dwangsom op te strijken. Er wordt eerdaags een wetsvoorstel verwacht, om de Wob te wijzigen. Het is onder andere de bedoeling om Wob-verzoeken uit te zonderen van de dwangsomregeling. Er zijn daarnaast inmiddels al wat uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en ook een aantal lagere rechters, waaruit volgt dat misbruik niet altijd loont.

Wobverzoek op verhullende wijze

Uit enkele uitspraken van de Raad van State volgt kort gezegd dat Wob-verzoeken die op verhullende wijze worden gedaan en waarbij de Wob niet concreet wordt genoemd, niet als Wob-verzoek hoeven te worden aangemerkt. In sommige gevallen is door de rechter aangenomen dat het oneigenlijke gebruik van de Wob (in combinatie met de dwangsomregeling) misbruik van recht opleverde in de zin van artikel 3:13, lid 1 juncto 3:15 van het Burgerlijk Wetboek. Dit heeft geleid tot niet-ontvankelijkheid van het beroep van dergelijke verzoekers, of het aan banden leggen van het aantal verzoeken dat mag worden ingediend op straffe van een dwangsom.

Dwangsomregeling Wob

In een recente uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland  was beroep ingesteld en was de rechtbank verzocht om de hoogte van de dwangsommen vast te stellen. In deze kwestie waren er veel verzoeken ingediend namens verschillende ‘betrokkenen’ door hetzelfde adviesbureau. De rechtbank Midden-Nederland heeft in de uitspraak van 28 oktober 2014 (ECLI:NL:RBMNE:2014:5278) geoordeeld dat op grond van de Wob geen belang gesteld hoeft te worden bij een Wob-verzoek. Maar, zo oordeelt de rechtbank, het doel van de aan de burger op grond van de Wob toekomende bevoegdheid is dat bepaalde documenten openbaar worden gemaakt.

De verzoeker hoeft volgens de rechtbank dus niet te specificeren waarom hij openbaarmaking wenst, maar het doel moet wel zijn dát de documenten openbaar worden gemaakt. Dat betekent volgens de rechtbank dat in het kader van de Wob sprake kan zijn van misbruik van bevoegdheden, als een betrokkene een verzoekt om documenten met een ander doel dan de openbaarmaking van de in die documenten vervatte informatie. In de onderhavige kwestie neemt de rechtbank misbruik aan van de Wobbevoegdheid. De rechtbank acht voor dit oordeel van belang dat de Wob-verzoeken en vervolgens de ingebrekestellingen op evident verhullende wijze zijn geformuleerd/gedaan, bijvoorbeeld door middel van een enkele zin in een lap tekst op een onlogische plek. De rechtbank neemt aan dat het niet anders kan zijn dan dat de verzoekers hebben beoogd te voorkomen dat het bevoegd gezag de brieven op eenvoudige wijze zou herkennen als Wob-verzoek (of zou herleiden tot een eerder verzoek). De verzoekers hadden ook een voorstel gedaan, om tegen betaling van een aanzienlijk bedrag de verzoeken in te trekken. Het bevoegd gezag was op dit verzoek niet in gegaan. De rechtbank overweegt dat de verhullende wijze waarop de Wob-verzoeken zijn ingediend er reeds toe leidt dat sprake is van misbruik van bevoegdheden. De beroepen zijn niet-ontvankelijk verklaard.

Kortom, in afwachting van een antwoord van de wetgever, is in de rechtspraak een lijn ingezet om misbruik van de Wob tegen te gaan, voor zover mogelijk geacht binnen de huidige wettelijke kaders. Alhoewel er bij sommige overwegingen uit juridisch oogpunt kanttekeningen zijn te plaatsen, is het voor de praktijk positief.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.