bestuur en organisatie / Partnerbijdrage

De Wet werk en zekerheid bij de Rijksoverheid

De Wet werk en zekerheid bij de Rijksoverheid. Terugdringen van oneigenlijk gebruik van flexibele contractvormen en arbeidsrelaties

14 december 2015

Afbeelding

Mr. R.J.W. (Rianne) Dreuning

Het is alweer bijna een jaar geleden dat de eerste wijzigingen van de Wet werk en zekerheid zichtbaar werden in het Burgerlijk Wetboek. Op 1 januari 2015 en 1 juli 2015 zijn wijzigingen doorgevoerd in onder andere de ketenregeling, de proeftijd, de aanzegtermijn en het ontslagrecht.

Wet werk en zekerheid

Al deze wijzigingen hebben grote gevolgen gehad voor de werkgevers en werknemers in de private sector. Dit heeft inmiddels ook al gezorgd voor de nodige jurisprudentie. De Wet werk en zekerheid heeft echter geen directe invloed op de publieke sector, de ambtenaren. Ambtenaren hebben een eigen ambtelijke rechtspositieregeling, zoals bijvoorbeeld het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR) en de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling voor de Sector Gemeenten en de Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO). Op grond van artikel 7:615 Burgerlijk Wetboek zijn de bepalingen in het BW over arbeidsovereenkomsten niet van toepassing op ambtenaren. Dat geldt dus ook voor de bepalingen die zijn gewijzigd in de WWZ. Maar deze bepalingen zijn weer wel van toepassing op uitzendkrachten en payrollwerknemers die werkzaam zijn bij de Rijksoverheid.

In dat kader heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties besloten enkele uitgangspunten van de WWZ te gaan hanteren. Dit is vastgelegd in de ‘Circulaire toepassing Wet werk en zekerheid bij de Rijksoverheid’ die op 1 november 2015 in werking is getreden.

Flexibele arbeidsrelaties bij de overheid

De Circulaire benadrukt het streven naar het terugdringen van oneigenlijk gebruik van flexibele contractvormen en arbeidsrelaties. Binnen het Rijk wordt namelijk ook frequent gebruik gemaakt van flexibele arbeidsrelaties, met uitzendkrachten, payrollwerknemers of zzp-ers. Het is van belang dat deze flexibele constructies mogelijk blijven, maar onder strengere voorwaarden.

Payrolling

Een uitzondering wordt gemaakt ten aanzien van payrolling, aangezien deze constructie na 1 mei 2016 niet meer mag voorkomen bij het Rijk. Payrollwerknemers met een contract voor onbepaalde tijd, die structurele werkzaamheden verrichten, krijgen een vaste aanstelling. Voor payrollwerknemers met een contract voor bepaalde tijd wordt de overeenkomst beëindigd, waarna zij op de ontstane vacature kunnen solliciteren. Hierbij wordt wel rekening gehouden met de eventuele voorrangspositie van bepaalde groepen ambtenaren conform het aldaar geldende vacaturebeleid.

Uitgangspunten Circulaire toepassing Wet werk en zekerheid bij de Rijksoverheid

Als algemeen uitgangspunt wordt gehanteerd, dat de inzet van flexibele contractvormen zich beperkt tot tijdelijke werkzaamheden. Voor structurele werkzaamheden geldt dat deze steeds zullen moeten worden verricht op basis van een aanstelling als ambtenaar.

Volgens de Circulaire moet de beoordeling, of er sprake is van tijdelijke werkzaamheden of van een tijdelijke vervulling van structurele werkzaamheden, op hoog ambtelijk niveau plaatsvinden. Welk niveau hiermee precies wordt bedoeld, wordt niet nader uitgelegd. Het lijkt mij in ieder geval het meest efficiënt als een eerste beoordeling plaatsvindt door een leidinggevende of afdelingshoofd, aangezien deze het dichtste bij de medewerkers en de werkzaamheden staan. Daarna kan dit worden teruggekoppeld aan een hoger ambtelijk niveau, waarna de formele beoordeling kan plaatsvinden.

Bovendien wordt in de Circulaire expliciet vermeld dat oneigenlijk gebruik van tijdelijke aanstellingen en uitzendkrachten niet past bij de bedrijfsvoering van de Rijksoverheid. Daarnaast wordt het hanteren van of meewerken aan draaideurconstructies om de ketenbepaling uit het BW of het ARAR te omzeilen niet toegestaan. De consequenties van overtreding van dit verbod zijn niet geregeld. Het ligt voor de hand dat in een gerechtelijke procedure op de schending van deze Circulaire een beroep kan worden gedaan.

Normalisering rechtspositie ambtenaren

Deze Circulaire past geheel in de ontwikkelingen van het Sociaal Akkoord en de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren. Bij tijd en wijle worden diverse bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek op de een of andere manier indirect ook van toepassing op ambtenaren. Te denken valt bijvoorbeeld aan de ketenregeling, die in de CAR/UWO in overeenstemming is gebracht met de WWZ.

Ondanks de vertraging in de behandeling van het wetsvoorstel normalisering rechtspositie ambtenaren in de Eerste Kamer, is er wel een tendens zichtbaar dat het civiele arbeidsrecht en het ambtenarenrecht materieel steeds meer naar elkaar toegroeien.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.