bestuur en organisatie / Partnerbijdrage

Het grote risico van het eigen risico

Het grote risico van het eigen risico

14 november 2014

Afbeelding

Mr. G.P.F. (Gregoor) van Duren

“Je kunt geen brandend huis verzekeren” is een gevleugelde uitspraak in het verzekeringsrecht. Je kunt namelijk alleen risico’s verzekeren. Een risico is een onzeker onheil in de toekomst. Een brandend huis is geen risico maar een feit.

In het sociale verzekeringsrecht is er al jarenlang een tendens richting eigen risico dragen. Het eigenrisicodragerschap is voor overheidswerkgevers bij wet verplicht sinds 2002, maar heeft eigenlijk altijd gegolden omdat de overheden voorheen altijd al hun eigen wachtgeldregeling betaalden

De loondoorbetalingsverplichting bij ziekte en de premiedifferentiatie voor de arbeidsongeschiktheidsverzekeringen zijn verregaande vormen van eigen risico dragen door de werkgever. Al deze vormen van eigenrisicodragerschap zijn wettelijk verplicht. Dat is anders bij het eigenrisicodragerschap voor de Wga. Met name nu in de wet Modernisering ZW de premiedifferentiatie is uitgebreid tot de vangnetters in de ZW en het Wga-gedeelte van de Wia-premie, wordt eigen risico dragen voor de Wga gepresenteerd als een aantrekkelijk alternatief voor werkgevers die vrezen te worden geconfronteerd met stijgende premielasten voor de WIA. Maar de werkgever die voor eigen risico dragen voor de Wga kiest, zal eerst een zorgvuldig onderzoek moeten doen naar de vraag of hij niet en brandend huis gaat verzekeren.

Eigen risico dragen voor de Wga

Het eigen risico dragen voor de Wga houdt in dat de werkgever gedurende tien jaar de Wga-uitkering moet betalen van de werknemer die op de eerste dag van de wachttijd voor de Wia bij hem in dienst was. Daarmee werkt het eigenrisicodragerschap voor de Wga niet alleen naar de toekomst, maar is er ook een groot “inlooprisico” omdat na de datum waarop het eigenrisicodragerschap ingaat alle WGA-uitkeringen voor rekening van de eigenrisicodrager zijn, ook al gaat het om ziektegevallen van werknemers of ex-werknemers die al in de wachttijd voor de Wia zaten, lang voordat het eigenrisicodragerschap inging. Dat geldt zelfs voor de zogeheten “Amber-gevallen”, waarin een (ex)werknemer de wachttijd voor de WIA reeds heeft doorlopen, maar geen WGA-uitkering ontvangt omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Indien er binnen vijf jaar een toename van de arbeidsongeschiktheid is wegens dezelfde ziekteoorzaken, kan deze werknemer zonder een nieuwe Wia-wachttijd te doorlopen een Wga-uitkering verkrijgen, die dan direct voor rekening van de eigenrisicodragende (ex)werkgever is indien de eerder doorlopen Wia-wachttijd is aangevangen toen de werknemer in dienst van de werkgever was

Overgang onderneming

Nu het toch over brandende huizen gaat: bij overgang van onderneming is het helemaal oppassen geblazen. In dat geval wordt de overnemende werkgever automatisch eigenrisicodrager voor de overgenomen werknemers en ex-werknemers van de overgenomen onderneming, zowel indien de overgenomen onderneming eigenrisicodrager was als indien de overnemende werkgever eigenrisicodrager is. Dit geldt zowel voor de ZW als de Wga. Het eigen risico voor Wga en ZW dient onderdeel te zijn van een due diligence-onderzoek voorafgaande aan de overnamebeslissing. Ik pleit er nadrukkelijk voor om een dergelijk onderzoek te laten verrichten voorafgaand aan iedere beslissing over het eigenrisicodragerschap, ook in andere gevallen dan een overgang van onderneming.

Beoordeling door Uwv van de arbeidsongeschiktheid

Een belangrijke complicatie bij het aangaan van het eigenrisicodragerschap is voorts de afhankelijkheid van de beoordeling door Uwv van de arbeidsongeschiktheid. Fouten van Uwv komen voor rekening van de eigenrisicodrager vanuit de gedachte dat de eigenrisicodrager maar tijdig bij Uwv aan de bel moet trekken als hij van mening is dat Uwv tekortschiet in de reïntegratiebegeleiding of het opleggen van maatregelen of sancties aan de Wga-uitkeringsgerechtigde die nalatig is in de nakoming van zijn verplichtingen.

Het meest pregnant komt die afhankelijkheid van Uwv echter tot uiting bij de opstelling van Uwv ten aanzien van de beoordeling van de duurzaamheid van de arbeidsongeschiktheid. Belangrijk voor de eigenrisicodrager omdat het eigen risico voor de Wga zich niet uitstrekt over de Iva-uitkering. Wat we in de praktijk zien is dat Uwv met name in gevallen waarin er sprake is van eigenrisicodragerschap voor de Wga, tot in het extreme vasthoudt aan het standpunt dat de soms al langlopende volledige arbeidsongeschiktheid niet duurzaam is omdat er nog een behandeling mogelijk zou zijn die in theorie tot een verbetering van de gezondheidstoestand zou kunnen leiden, hoe gering de kans daarop ook is. Daarmee wordt de volledige Wga-uitkering ten koste van de eigenrisicodrager nodeloos lang opgerekt.

Mijn advies aan werkgevers is dan ook om zich nog eens achter de oren te krabben indien de keuze voor eigenrisicodragerschap voor de ZW of de Wga aan de orde komt. De worst van de lagere premielasten mag de ogen niet doen sluiten voor de valkuilen die aan het eigenrisicodragerschap verbonden zijn. En als de keuze eenmaal is gemaakt, is er ook geen weg meer terug omdat ook het uitlooprisico zeer aanzienlijk is.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.