Een antwoord waar de verzekeraar niet om heeft gevraagd
Een antwoord (van de Hoge Raad) waar de verzekeraar niet om heeft gevraagd
Mr. V.L.S. (Vincent) van Cruijningen
Als een medewerker zich verzekerd heeft voor rechtsbijstand in arbeidszaken, krijgt u bij een conflict meestal te maken met een jurist van de verzekeringsmaatschappij. Dat is niet altijd naar de volle tevredenheid van de verzekerde. Dat leidt ertoe dat sommige verzekerden bedanken voor de bijstand door de verzekeringsmaatschappij en ervoor kiezen een eigen advocaat aan te zoeken. Dat brengt extra kosten met zich mee, die de verzekerde op basis van veel polisvoorwaarden in de regel niet kan afwentelen op de verzekeraar.
Bij de Hoge Raad is een zaak aanhangig van een verzekerde die het met die praktijk niet eens is. In dat kader heeft ons hoogste rechtscollege aan het Europese Hof gevraagd om een oordeel over de vraag of een rechtsbijstandsverzekeraar in zijn polissen mag regelen dat de kosten van een externe rechtshulpverlener alleen onder de dekking van de verzekering vallen, indien de verzekeraar van mening is dat de behandeling van de zaak aan een externe deskundige moet worden uitbesteed, ook als verplichte procesvertegenwoordiging niet bij wet is geregeld.
Op 7 november jongstleden heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie een arrest verwezen waarin de vraag van de Hoge Raad is beantwoord (zaaknr. C-442/12, bij mijn weten nog niet gepubliceerd). Het Hof oordeelt dat de Europese richtlijn 87/344 zo moet worden uitgelegd dat een rechtsbijstandsverzekeraar niet mag bedingen dat rechtsbijstand in beginsel wordt verleend door zijn eigen werknemers. Volgens het Hof mag die verzekeraar ook niet vastleggen dat de kosten van rechtsbijstand voor een door de verzekerde vrij gekozen advocaat of rechtsbijstandsverlener alleen vergoed kunnen worden indien de verzekeraar van mening is dat de behandeling van de zaak aan zo’n externe deskundige moet worden uitbesteed. Voor het Hof maakt het daarbij niet uit of de nationale wetgever procesvertegenwoordiging verplicht heeft gesteld of niet.
Het Hof vindt dus dat de vrije advocaatkeuze van de verzekeringnemer niet kan worden beperkt tot de situatie waarin de verzekeraar besluit externe rechtsbijstand in te (laten) schakelen, en al helemaal niet als die dat alleen doet in zaken waarin de advocatuur het procesmonopolie heeft. Volgens het Hof kunnen in bepaalde gevallen nog wel beperkingen worden gesteld aan de kosten die de verzekeraar vergoedt, maar die mogen niet zover gaan dat het voor de verzekerde in de praktijk onmogelijk wordt een eigen keuze te maken ten aanzien van wie hij inschakelt om zijn belangen te behartigen.
Op basis van de praktijk tot nu toe staat vaak in de polisvoorwaarden van de rechtsbijstandsverzekering dat externe kosten voor een groot deel of helemaal zijn meeverzekerd. Nu deze uitspraak van het Hof er ligt, is het de vraag of dat zo zal blijven. Mede op basis van ervaringen in de praktijk schat ik in dat steeds meer mensen zich zullen beroepen op de vrijheid een eigen deskundige in de arm te nemen, waardoor de verzekeraars zullen worden geconfronteerd met explosief stijgende kosten van externe rechtshulp. Of dat gebeurt en waar dat toe leidt moet nog even worden afgewacht, maar het laat zich raden dat de premie voor een rechtsbijstandsverzekering in de nabije toekomst omhoog zal gaan. Of deze ontwikkeling vooral een nieuwe drempel opwerpt voor de toegang tot het recht, of juist een verbetering van de positie van rechtzoekenden teweegbrengt, zal de tijd leren. Voor de korte termijn biedt dit arrest in elk geval kansen in gevallen waarin u er met de jurist van de verzekeraar niet uitkomt …
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.