Ontslaguitkering gewone functionaris ook openbaar maken op grond van de WNT
Ontslaguitkering gewone functionaris ook openbaar maken op grond van de WNT.
Met ingang van 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (de WNT) in werking getreden. De Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt) is met invoering van deze wet ingetrokken. In het kort gezegd behelst de WNT een regeling over de hoogte van de bezoldiging, de ontslagvergoeding van (top)functionarissen en de openbaarmaking van deze gegevens. Hoewel de naam van de wet anders doet vermoeden is er ook een verplichting opgenomen tot het openbaar maken van de bezoldiging en het openbaar maken van ontslaguitkeringen van “gewone” functionarissen. Met name de verplichting ten aanzien van de openbaarmaking van de ontslaguitkering is een aandachtspunt waarmee rekening dient te worden gehouden op het moment dat een dienstverband in onderling overleg wordt beëindigd.
Op grond van de WNT geldt een verplichting om de bezoldiging van alle topfunctionarissen openbaar te maken. Hierbij is de hoogte van de bezoldiging niet van belang. Deze openbaarmaking geschiedt op naam in de verslaglegging. Daarnaast geldt de verplichting om ook de bezoldiging van een “gewone” functionaris te publiceren indien de bezoldiging meer bedraagt dan het bezoldigingsmaximum. Deze bezoldigingsnorm bedraagt op dit moment €228.599, - (exclusief sociale verzekeringspremies en onbelaste onkostenvergoeding). Bij deze gewone functionaris hoeft niet de naam openbaar te worden gemaakt maar wel de functie of de functies en de duur van het dienstverband.
In de WNT is voorts een regeling opgenomen ten aanzien van de openbaarmaking van uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband. Onder uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband wordt verstaan: “de som van uitkering bij beëindiging van het dienstverband en beloningen betaalbaar op termijn die betrekking hebben op de beëindigingvan het dienstverband met uitzondering van uitkeringen die voortvloeien uit een algemeen verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst of een wettelijk voorschrift”. Voor topfunctionarissen geldt een maximale ontslagvergoeding van een jaarsalaris maar met een maximum van €75.000,-.
Een dergelijke definitie roept de nodige vragen op. Behoren hier bijvoorbeeld de kosten die worden gemaakt voor het inschakelen van een outplacementbureau of de vergoeding van kosten rechtsbijstand toe?
Een aanknopingspunt kan worden gevonden in de memorie van toelichting. Daarin wordt voor de uitleg van de definitie aansluiting gezocht bij de Richtlijnen voor de Jaarverslaglegging. Onder uitkeringen bij beëindiging van het dienstverband worden verstaan: afvloeiingsregelingen, golden parachuteregelingen, kantonrechtersformule en gouden handdrukken.
Bij beloningen die op termijn betaalbaar worden kan worden gedacht aan langdurig verlof/sabbaticals, jubileumuitkeringen, arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (of aanvullingen daarop), betaling bij arbeidsongeschiktheid, beloningen in verband met een regeling voor vervroegde uitkeringen zoals VUT en prepensioen en in de winst- en verliesrekening opgenomen pensioenlasten, aldus de memorie van toelichting.
Als het vorengaande wordt bezien dan kan worden betoogd dat de WNT ziet op de betaling van een geldsom. In de WNT zijn geen geboden of verboden opgenomen ten aanzien van de overige aspecten die deel uit kunnen maken van een beëindigingsregeling, zoals de kosten voor een outplacementtraject en de vergoeding van de kosten van rechtsbijstand. Ik acht het verdedigbaar om te stellen dat de vergoeding voor een outplacementtraject niet onder dedefinitie valt aangezien het gaat om het aanbieden van een faciliteit. In de WNT is daarover niets bepaald. Hetzelfde geldt voor de vergoeding van de kostenrechtsbijstand, dit betreft een onkostenvergoeding. In de WNT en de memorie van toelichting heb ik geen aanknopingspunt kunnen vinden voor de stelling dat deze vergoeding van kosten kan worden gekwalificeerd als een uitkering wegensbeëindiging van het dienstverband.
Uit de WNT volgt dat, in het kort gezegd, een ontslaguitkering van een topfunctionaris altijd openbaar moet worden gemaakt, ongeacht de hoogte van de ontslaguitkering. Daarnaast geldt er ook een openbaarmakingsverplichting van de ontslaguitkering van de “gewone” functionaris van wie het totaal aan uitkering wegen beëindiging van het dienstverband meer bedraagt dan de vastgestelde norm zoals bovenstaand is genoemd.
Bij het treffen van een regeling met een topfunctionaris om te komen tot een beëindiging van de aanstelling is het voorts nog van belang om er rekening mee te houden dat het verboden is om een afspraak te maken die inhoudt dat op een later tijdstip het dienstverband wordt beëindigd dan het tijdstip waarop de topfunctionaris de uitoefening van zijn taken beëindigt. Deze bepaling is opgenomen om ontduiking van de WNT te voorkomen. Aangezien het niet ongebruikelijk is om bij een beëindiging van het dienstverband afspraken te maken over vrijstelling van werkzaamheden is dit een bepaling waar wel degelijk rekening mee moet worden gehouden. Onder dit verbod valt niet het opnemen van vakantiedagen voorafgaand aan het ontslag maar dus wel een langdurige vrijstelling van werkzaamheden met behoud van bezoldiging als onderdeel van een beëindigingsregeling.
Dit verbod laat mijns inziens de mogelijkheid onverlet om een topfunctionaris te schorsen of in onderling overleg buitengewoon verlof te verlenen indien daartoe een noodzaak bestaat. Ik denk bijvoorbeeld aan de situatie dat de arbeidsverhouding dusdanig is verstoord dat het niet wenselijk is dat de topfunctionaris nog langer zijn functie uitoefent. In een dergelijk geval houdt de vrijstelling van werkzaamheden geen verband met een beëindigingsregeling maar is ingegeven om een einde te maken aan een ongewenste situatie en gebaseerd op een rechtspositionele grondslag.
Indien de werkgever en de topfunctionaris een hogere uitkering wegens beëindiging van het dienstverband overeenkomen dan op basis van de WNT is toegestaan, dan bedraagt de uitkering van rechtswege het bedrag dat ten hoogste is toegestaan. De betalingen die dat bedrag overschrijden zijn onverschuldigd betaald. Een uitzondering hierop geldt als een hoger bedrag is toegekend bij een rechterlijke uitspraak.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.