Wet normering bezoldiging Topfunctionarissen: wijzigingen per 1 januari 2017
Wet normering bezoldiging Topfunctionarissen: wijzigingen per 1 januari 2017. De belangrijkste veranderingen op een rij
Mr. G.G.E.A. (Jacobien) Frederix-Gianotten
De “Wet normering bezoldiging Topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector”, beter bekend als de WNT, stelt grenzen aan de salarissen van topfunctionarissen in de (semi)publieke sector. Deze bezoldigingsgrenzen gelden ook voor de zorgsector. Voor de zorgsector is dit echter verder uitgewerkt in een specifieke regeling: de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg en jeugdhulp.
Bezoldigingsplafond in zorg is afhankelijk van de klasse-indeling
Uit deze regeling blijkt dat het bezoldigingsplafond in de zorgsector wordt vastgesteld aan de hand van een aantal karakteristieken van de zorginstelling waaraan de topfunctionaris leiding geeft. Er wordt onder andere gekeken naar de kennisintensiteit, het aantal taken dat de zorginstelling verricht en het aantal relevante financieringsbronnen in relatie tot de omzet die de zorginstelling met deze financieringsbronnen genereert. Op basis van een staffelsystematiek die in de regeling is vastgelegd, wordt, per zorginstelling, voor iedere karakteristiek een aantal punten toegekend. Het totale aantal punten leidt tot een indeling in een bepaalde klasse. En daaruit volgt de maximaal te betalen bezoldiging (op jaarbasis). Er zijn vijf klassen. Hoe hoger de klasse, hoe hoger de maximaal toegestane bezoldiging.
De belangrijkste veranderingen in de WNT op een rij
Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste veranderingen per 1 januari 2017:
- De indexatie van de bezoldigingsmaxima
In klasse I mag de bezoldiging nu maximaal € 99.000,- bedragen, in klasse V maximaal € 181.000,-.
- Verandering van de staffelsystematiek
Ook de staffelsystematiek is per 1 januari 2017 gewijzigd. Een van de uitgangspunten van de regeling is dat de complexiteit van de werkzaamheden van een topfunctionaris toeneemt als een instelling geneeskundige vervolgopleidingen verzorgt. Tot 1 januari 2017 werden hierbij alleen instellingen die voor het verzorgen van deze geneeskundige opleiding een zogenaamde beschikbaarheidsbijdrage ontvingen, aangemerkt als instellingen die geneeskundige vervolgopleidingen verzorgen. Dat is veranderd. Vanaf 1 januari 2017 bepaalt niet langer het ontvangen van een beschikbaarheidsbijdrage, maar het verzorgen van een geneeskundige vervolgopleiding of een extra punt wordt toegekend. Daarnaast worden vanaf 1 januari 2017 hiervoor punten toegekend als de zorginstelling in ten minste één van de drie kalenderjaren voorafgaande aan het beoordelingsjaar een geneeskundige vervolgopleiding heeft verzorgd.
- Andere puntentoekenning op grond van het aantal financieringsbronnen
Ook de puntentoekenning op grond van het aantal financieringsbronnen is op 1 januari 2017 gewijzigd. Daardoor worden, als een zorginstelling ten minste € 10 miljoen aan opbrengsten heeft, financieringsbronnen eerder als relevante financieringsbron beschouwd.
Slotopmerking over de WNT
Het bovenstaande bevestigt maar weer eens dat de WNT voortdurend in ontwikkeling is. Via onze website en nieuwsbrief houdt Capra u van de wijzigingen op de hoogte.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.