bestuur en organisatie / Partnerbijdrage

Leidt loonbeslag tot strafontslag?

Het herhaaldelijk aanleiding geven tot loonbeslag wordt in verscheidene ambtelijke rechtspositieregelingen als plichtsverzuim genoemd

03 oktober 2013

AfbeeldingMr. E.K. (Eliza) Christiaansen

 

Een loonbeslag brengt kosten voor uw organisatie met zich mee. Uit onderzoek van het Nibud volgt dat het verwerken van één loonbeslag voor 50% van de bedrijven maximaal een uur kost. Voor 25% van de bedrijven kost dit tussen de 1 en 3 uur en een kwart heeft aangegeven er zelfs meer dan 3 uur mee bezig te zijn.

Het herhaaldelijk aanleiding geven tot loonbeslag wordt in verscheidene ambtelijke rechtspositieregelingen als plichtsverzuim genoemd. Dat is ook niet zonder reden: loonbeslagen kunnen het aanzien van de organisatie schaden en financiële problemen van een medewerker kunnen een integriteitsrisico vormen (de medewerker wordt vatbaar voor corruptie). Het bij herhaling aanleiding geven tot loonbeslag kan overigens ook plichtsverzuim zijn als het niet expliciet in de rechtspositieregeling staat vermeld.

In een zeer recente uitspraak van 29 augustus 2013 (ECLI:NL:CRVB:2013:1600) oordeelde de Centrale Raad van Beroep (verder: de Raad) over een zaak van een medewerkster bij de Belastingdienst/Douane die haar financiële verplichtingen meermalen niet (tijdig) nakwam. De werkgever zag zich in de periode van augustus 2006 tot mei 2008 viermaal geconfronteerd met beslag op het salaris van de medewerkster op grond waarvan haar in 2010 voorwaardelijk strafontslag werd opgelegd. In mei 2011 ontving de werkgever het bericht dat wederom beslag was gelegd op het loon van de medewerkster. Aanleiding daarvoor vormde een tweetal dwangbevelen van het centraal justitieel incassobureau (CJIB) die verband hielden met niet betaalde boetes wegens verkeersovertredingen. Daarop werd de het voorwaardelijk strafontslag ten uitvoer gelegd.

De medewerkster meende dat haar niet kon worden verweten dat beslag op haar loon was gelegd. Zij stelde dat de bank de door haar opgestuurde acceptgiro’s niet had voldaan. Vervolgens heeft zij volstaan met het indienen van klachten bij de bank en het doorsturen van kopieën aan het CJIB. Ze heeft de Raad met deze toelichting niet kunnen overtuigen. Volgens de Raad mag juist van ambtenaren werkzaam bij de Belastingdienst, worden verlangd dat zij hun financiële verplichtingen stipt en correct nakomen. Het bestaan van financiële problemen vormt een integriteitsrisico voor de ambtenaar en de Belastingdienst. De medewerker kan gevoeliger worden voor chantage, omkoping of diefstal. Het behoorde tot de verantwoordelijkheid van de medewerkster om de door haar verschuldigde bedragen tijdig aan het CJIB te voldoen en het had op haar weg gelegen om zekerheid te verkrijgen dat haar schuld aan het CJIB was voldaan.

Een hogere gevoeligheid voor chantage of omkoping of diefstal kan ook grond zijn voor een ongeschiktheidsontslag, zo volgt uit een uitspraak van de Raad van 15 oktober 2009 (ECLI:NL:CRVB:2009: BK1704). Centraal in deze uitspraak stond een medewerker van een penitentiaire inrichting die jarenlang met een schuldenproblematiek kampte die, ondanks begeleiding, juist nog in ernst was toegenomen.

“Niet ten onrechte heeft de minister zich op het standpunt gesteld dat de financiële situatie van appellant uitzichtloos was geworden. Appellant is hierdoor in een kwetsbare positie komen te verkeren met het risico dat hij makkelijker was te beïnvloeden; dit geldt te meer daar appellant op zijn werk ook eenvoudig in contact kon komen met gedetineerden. Als ambtelijk secretaris medezeggenschap beschikte hij over vertrouwelijke gegevens. Aangenomen dat appellant niet zo gauw vatbaar was voor chantage omdat al zijn collega’s op de hoogte waren van zijn financiële perikelen, is gelet op het zeer ernstige geldgebrek van appellant in elk geval verhoogde vatbaarheid voor omkoping allerminst denkbeeldig.”

Op 10 maart 2011 heeft de Raad zich uitgesproken over een zaak waarin een disciplinair ontslag van een medewerker van de politieregio Rotterdam-Rijnmond moest worden beoordeeld. Het ontslag volgde naar aanleiding van een drietal loonbeslagen. De ambtenaar was eerder al gewaarschuwd en had bovendien de door de korpsbeheerder aangeboden hulp in de vorm van een schuldhulpverleningstraject van de hand gewezen. De Raad verklaarde het beroep van de medewerker ongegrond. De Raad oordeelde onder meer dat “met de loonbeslagen het aanzien van de politie wordt geschaad” (ECLI:NL:CRVB:2011: BP7652).

Zoals uit de hier behandelde uitspraken volgt, is ontslag van een medewerker die bij herhaling aanleiding geeft tot loonbeslag, zeker haalbaar. Uit de woorden ‘bij herhaling’ kunt u overigens afleiden dat een goed werkgever zijn medewerker eerst hulp aanbiedt, bijvoorbeeld door te verwijzen naar een schuldhulpverleningstraject. Een rechter zal dat ook zeker waarderen. Daarentegen mag van de medewerker worden verwacht dat hij er alles aan doet om weer grip te krijgen op zijn financiële situatie, zo ook het accepteren van hulp die hem wordt aangeboden.

Indien u meer wilt weten over dit onderwerp, kunt u uiteraard altijd contact opnemen met ondergetekende of één van de andere advocaten van Capra.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.