Het beroepsgeheim van de bedrijfsarts volgens de tuchtrechter
Klacht gegrond en een waarschuwing voor de bedrijfsarts.
Een regelmatig terugkerend thema in de tuchtrechtspraak, ook ten aanzien van bedrijfsartsen, is het beroepsgeheim van medisch beroepsbeoefenaren. In mijn onderzoek naar tuchtrechtelijke uitspraken in 2021 blijkt ook daarover een uitspraak te zijn gedaan. In de loop van het jaar zullen ook andere tuchtrechtelijke onderwerpen aan bod komen.
Een bedrijfsarts wordt verweten dat hij zijn beroepsgeheim heeft geschonden door e-mailcorrespondentie over een second opinion aan diverse personen werkzaam binnen het bedrijf van de werkgever door te sturen (ECLI:NL:TGZCTG:2021:83). De klager bleek zich niet te kunnen vinden in het advies van de bedrijfsarts en had verzocht om een second opinion van een andere bedrijfsarts. De bedrijfsarts weigerde aanvankelijk medewerking vanwege ‘zwaarwegende argumenten’ (bestaande uit onder meer de gedachte dat in een dergelijke situatie een deskundigenoordeel via het UWV de beste optie was), maar ging later alsnog mee in het verzoek. Hij heeft vervolgens e-mailcorrespondentie over de second opinion doorgestuurd aan enkele personen binnen het bedrijf, zodat daarmee de werkgever op de hoogte was van het verzoek van de klager – de werkgever zou de second opinion namelijk moeten betalen en daarvoor akkoord moeten geven. Er stond volgens de bedrijfsarts geen medische informatie in de e-mails.
Noodzakelijkheidscriterium
Volgens het Centraal Tuchtcollege miskent de bedrijfsarts dat de correspondentie tussen hem en de klager naar aanleiding van de vraag van de klager over de mogelijkheden van een second opinion plaatsvond in het kader van de vertrouwensrelatie tussen klager en de bedrijfsarts. Anders dan de bedrijfsarts lijkt te veronderstellen, ziet het medisch beroepsgeheim volgens het Centraal Tuchtcollege niet alleen op zuiver medische gegevens maar op alle informatie die hij in het kader van de vertrouwensrelatie heeft verkregen. Het delen van deze informatie met derden valt, volgens het Centraal Tuchtcollege, niet onder het zogenaamde ‘noodzakelijkheidscriterium’, wanneer dit wel kan zijn toegestaan.
De bedrijfsarts stelde nog dat hij zich had gehouden aan de leidraad Bedrijfsarts & Privacy (2011) van de NVAB/Boaborea, maar volgens het Centraal Tuchtcollege betekent dat criterium alleen gegevens die de werkgever nodig heeft in het kader van de vaststelling van de (loondoor)betalingsverplichting en de verzuimbegeleiding en re-integratie aan de werkgever mogen worden verstrekt.
Klacht gegrond en een waarschuwing voor de bedrijfsarts.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.