Minister wijst verlaging kiesgerechtigde leeftijd af
Jongeren moeten actiever bij de politiek worden betrokken, maar 16- en 17-jarigen stemrecht geven gaat minister Bruins Slot te ver.
Minister Bruins Slot van Binnenlandse Zaken past ervoor het voorbeeld van Duitsland en België te volgen en de kiesgerechtigde leeftijd te verlagen van 18 naar 16 jaar. ‘De overgrote meerderheid in Nederland vindt 18 jaar een prima leeftijd.’
Bruins Slot antwoordde dat op een vraag van D66-Tweede Kamerlid Joost Sneller in de vaste commissie van Binnenlandse Zaken. Verwijzend naar een advies van de Raad voor het Openbaar Bestuur (Jong geleerd, oud gedaan) om te experimenteren met een verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd, vroeg Sneller de minister dat in elk geval voor de Europese verkiezingen mogelijk te maken. Daarvoor is volgens hem anders dan bij landelijke, gemeentelijke of provinciale verkiezingen geen grondwetswijziging nodig. In België is dat voor die verkiezingen in 2024 inmiddels geregeld.
Draagvlak
Uit het oogpunt van uniformiteit gaf Bruins Slot duidelijk aan geen uitzondering te willen maken voor de EU-verkiezingen. Voor verkiezingen op alle politieke niveaus de kiesgerechtigde leeftijd ‘gewoon’ op 18 jaar houden, is haar lijn. Dat deed haar voorgangster Ollongren (D66) ook. Bovendien ontbreekt volgens haar het draagvlak voor de verlaging van het stemrecht. De CDA-bewindsvrouw verwees naar onderzoek dat dat aantoonde.
Uit in opdracht van Binnenlands Bestuur uitgevoerd onderzoek door I&O Research bleek deze week dat driekwart van de Nederlanders tegen een verlaging van de stemgerechtigde leeftijd van 18 naar 16 jaar is. Zelfs onder de groep om wie het gaat, 16- en 17-jarigen, vindt ruim de helft (51 procent) dat de stemgerechtigde leeftijd niet omlaag moet, oordeelt 21 procent neutraal en weet 5 procent het niet.
Onvoldoende verstand
Nederlanders hebben er blijkens het onderzoek niet veel vertrouwen in dat 16-jarigen voldoende verstand van politiek hebben om te stemmen bij de verkiezingen. Maar de 16- en 17-jarigen hebben dat zelf ook niet. Iets minder dan de helft, 46 procent, is het eens met de stelling ‘16-jarigen hebben onvoldoende verstand van politiek om te stemmen bij verkiezingen’, terwijl een kwart (24 procent) het ermee oneens is.
Onderzoeker Asher van der Schelde van I&O Research: ‘Opvallend is dat 18- tot 24-jarigen het vaakst van mening zijn (56 procent) dat 16-jarigen onvoldoende verstand van politiek hebben om te stemmen. Ze hebben die leeftijd net achter zich gelaten en met terugwerkende kracht is maar een klein deel (20 procent) ervan overtuigd dat je op je zestiende al klaar bent voor de kiezersrol.’
Betrokkenheid jongeren
De minister zegde wel toe werk te willen maken om de betrokkenheid van jongeren bij de politiek te vergroten en ze meer te laten participeren – dit in het belang van de democratie. Voor de zomer beloofde ze daarover met een nota naar de Tweede Kamer te komen.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.