Met sectoraal geld werken aan integrale opgaven
Met sectoraal geld werken aan integrale opgaven. Maar dat vereist wel een integrale, regionaal gedragen aanpak.
Gemeenten staan voor forse uitdagingen in het sociale en in ruimtelijke domein. Ruimtelijk is het tekort aan betaalbare woningen een belangrijke. Het Rijk onderkent dit. De afgelopen jaren kwamen er Regiodeals, Woondeals, een Woningbouwimpuls en een Nationaal Groeifonds. Met deze sectorale gelden, kunnen gemeenten ook werken aan integrale opgaven betogen Arjen van Berkel en Izak van Blijderveen van BMC, maar dat vereist wel een integrale, regionaal gedragen aanpak.
De afgelopen jaren stelde het Rijk de nodige regelingen open voor gemeenten, meestal ging het om “sectoraal” geld, zoals bij de Woningbouwimpuls. Arjen van Berkel: ‘Het huidige kabinet heeft met sectorale geldstromen, verschillende maatschappelijke opgaven opgepakt via een “competitiemodel”: gemeenten deden aanvragen, die al dan niet werden gehonoreerd. Als instrument blijven die van betekenis, verwachten wij. Dus het is goed dat gemeenten hierop voorsorteren.’
Begin vanuit de inhoud
Hoewel het gaat om sectorale gelden is het belangrijk ze integraal te bekijken stelt Izak van Blijderveen. ‘Bij aanvragen moeten gemeenten bepalen welke opgaven ze willen verbinden en hoe? Gemeenten werken voortdurend aan allerlei programma’s en projecten. Er is niet altijd geld om die direct te realiseren. Een collegeperiode van vier jaar is soms simpelweg te kort, maar je moet vooruit blijven kijken en de kansen pakken als ze zich voordoen. Dan moet er wel een plan liggen, daar begint het mee. Je moet beginnen vanuit de inhoud: wat speelt er in onze gemeente en in onze regio en hoe lossen we dat op? Pas dan komen de middelen in beeld en niet andersom.’
Samen optrekken
Werken aan integrale opgaven vraagt bij uitstek om samenwerking constateren beiden. Arjen van Berkel: ‘Neem de woningmarkt. Die is regionaal georganiseerd, en moet je dus met de regio oppakken. Zoek naar gezamenlijke doelen.’ Van Blijderveen: ‘Grote gemeenten hebben vaak geen ruimte voor extra woningen, maar wel slagkracht. Kleinere gemeenten hebben ruimte, maar minder slagkracht. Beide hebben behoefte aan nieuwe of andere woningen. Door samen op te trekken kun je de doelen van dorp en stad gezamenlijk realiseren. Dan moet je wel oprecht willen luisteren naar elkaars behoefte. Dat betekent bijvoorbeeld dat een grote gemeente soms een stap opzij moet zetten ten gunste van een kleine gemeente.’
Buiten ruimtelijke kaders
Wat vereist dit van de gemeentelijke organisatie? Van Blijderveen: ‘Ook binnen gemeenten is meer samenwerking nodig en een bewustere kijk op de totale opgave en de verbanden tussen deelopgaven. Het ruimtelijk domein is vooral bezig met woningbouw, maar woningbouw heeft ook veel niet ruimtelijke aspecten. Vergrijzing, de extramuralisering van de GGZ, klimaatneutraal bouwen; het heeft allemaal impact op de vraag welke woningen je waar bouwt. De Omgevingswet, dwingt gemeenten straks ook om bij ruimtelijk kwesties meer buiten ruimtelijk kaders te denken: ook sociale en gezondheidskwesties spelen een rol.’ Integraal aanpakken dus. ‘En dat is niet altijd even makkelijk’, constateert Izak van Blijderveen. ‘Het duurt soms echt jaren om iedereen aan tafel te krijgen. Maar het is een gezamenlijke problematiek, die moet je ook gezamenlijk aanpakken.
Arjen van Berkel, Managing consultant bestuur & bedrijfsvoering
arjen.van.berkel@bmc.nl / 06 - 22 78 95 72
Izak van Blijderveen, Senior adviseur bestuur & bedrijfsvoering
izak.van.blijderveen@bmc.nl / 06 - 22 45 80 26 (foto bovenaan)
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.