Meicirculaire 2019: gemeenten moeten de broekriem aanhalen
Meicirculaire helpt de gemeenten niet uit de brand
Extra middelen voor de jeugdzorg kunnen de korting op het accres niet compenseren.
Meicirculaire helpt de gemeenten niet uit de brand
In menig gemeentehuis zal reikhalzend zijn uitgekeken naar de komst van de meicirculaire, waarin de laatste stand van de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor 2019 en volgende jaren uiteengezet wordt. Niet alleen vanwege het feit dat de begroting 2020 gebaseerd moet zijn op de meicirculaire, maar stiekem zal ook gehoopt zijn dat de meicirculaire, die vrijdagmiddag 31 mei is verschenen, voldoende ruimte zou bieden om de almaar oplopende tekorten op de jeugdzorg te compenseren, zodat aanvullende bezuinigingsmaatregelen niet of maar zeer beperkt noodzakelijk zouden zijn. De boodschap van de meicirculaire is klip en klaar: er is werk aan de winkel. Met deze meicirculaire ziet het ernaar uit dat de gemeenten die zich nu geconfronteerd zien met grote tekorten op de jeugdzorg, (in ieder geval op termijn) niet meer onder een bezuinigingsoperatie uit kunnen.
Weliswaar extra middelen voor de jeugdzorg…
Voor de periode 2019 tot en met 2021 stelt het Rijk totaal € 1 miljard incidenteel beschikbaar voor de jeugdzorg. Voor 2019 kunnen de gezamenlijke gemeenten € 400 miljoen tegemoetzien en voor de jaren 2020 en 2021 ieder jaar een bedrag van € 300 miljoen. Deze middelen worden verdeeld op dezelfde wijze, zoals ook eerder de middelen voor het sociaal domein zijn verdeeld. Voor een gemiddelde gemeente van 40.000 inwoners met een gemiddelde bevolkingssamenstelling, betekent dat er in 2019 ongeveer € 800.000 beschikbaar komt voor de jeugdzorg. Voor 2020 en 2021 gaat het om een bedrag van € 600.000.
…en een relatief hoog bedrag aan prijsbijstelling voor het sociaal domein…
Voor de algemene uitkering geldt het principe van ‘samen de trap op, samen de trap af’. Stijgen de rijksuitgaven, dan stijgt ook de algemene uitkering evenredig mee. Dalen de rijksuitgaven, dan daalt ook de algemene uitkering in dezelfde verhouding. Het sociaal domein was hier tot nu toe van uitgezonderd. 2019 is het laatste jaar dat het sociaal domein apart gecompenseerd wordt voor loon- en prijsbijstelling. Bij de kabinetsformatie is afgesproken dat vanaf 2019 ook het sociaal domein meedoet in de reguliere ‘trap-op-trap-af’-compensatie. Voor het sociaal domein komt in 2019 een bedrag van bijna € 240 miljoen beschikbaar voor loon- en prijscompensatie. Dit bedrag werkt structureel door naar 2020 en volgende jaren. Voor een gemiddelde gemeente van 40.000 inwoners met een gemiddelde bevolkingssamenstelling betekent dat een voordeel van ongeveer € 400.000. Naast de algemene uitkering, worden ook de decentralisatieuitkeringen voor Beschermd Wonen, Participatie en Voogdij/18+ met de loon- en prijsbijstelling 2019 verhoogd.
…kunnen (op termijn) een lager accres niet compenseren…
Doordat de rijksuitgaven lager uitvallen dan aanvankelijk was begroot, daalt ook de algemene uitkering. Voor 2019 kunnen de gezamenlijke gemeenten een korting tegemoetzien van ruim € 200 miljoen. Het overgrote deel hiervan heeft betrekking op de afrekening uit 2018. In de jaarrekening van het Rijk was minder uitgegeven dan begroot. Dit wordt nu verrekend in 2019. Daarnaast hebben de gezamenlijke gemeenten het afgelopen jaar meer btw gedeclareerd bij het BTW-compensatiefonds dan wat er beschikbaar was. Het gaat om een bedrag van € 67 miljoen. Dit wordt in 2019 verrekend met het accres. In de septembercirculaire zal inzicht worden gegeven in de raming voor 2019.
De komende jaren voorziet het Rijk ook een daling van de uitgaven in de rijksbegroting. Het Rijk verwacht dat de lonen en prijzen minder hard zullen stijgen dan bij de Miljoenennota was voorzien. De korting van ruim € 200 miljoen in 2019 loopt op tot bijna € 400 miljoen in 2021 en € 600 miljoen in 2023. Een gemiddelde gemeente van 40.000 inwoners moet hierdoor nog een dekking zoeken voor een bedrag van ongeveer € 500.000 in 2019, oplopend tot € 1,2 miljoen in 2023.
…waardoor zeker vanaf 2022 een grote financiële opgave ontstaat…
Met het wegvallen van de incidentele compensatie voor de jeugdzorg in 2022 en een grotere afname van het accres, zullen gemeenten in toenemende mate problemen ondervinden om in het najaar over de periode 2020 tot en met 2023 over de hele linie een reëel (zonder ‘zachte’ taakstellingen) en structureel (zonder inzet van reserves en andere eenmalige maatregelen) sluitende meerjarenbegroting te presenteren.
…met nog een klein lichtpuntje in 2023.
Daar staat nog één lichtpuntje tegenover: in de gemeentebegrotingen waar nog niet gerekend is met het accres 2023, is er sprake van een kleine buffer. De toename van het accres in 2023 ten opzichte van 2022 bedraagt na verwerking van de mutaties uit de meicirculaire 3,76%. Dat is meer dan wat in de meeste gemeentebegrotingen wordt gereserveerd voor loon- en prijsstijgingen. Dat zal niet kunnen voorkomen dat er in de zomermaanden nog volop werk aan de winkel is.
Recapitulatie algemene uitkering
Recapitulerend ziet de ontwikkeling van de algemene uitkering ziet er als volgt uit:
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met onze adviseurs Erwin Ormel of Siemen Fuite, of met onze senior adviseur Herman Uffen via telefoonnummer 033 - 496 52 00.
Een e-mail sturen kan ook.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.