Sluitende begroting lijkt voor gemeenten uitzondering op de regel
Sluitende begroting lijkt voor gemeenten uitzondering op de regel. De buffer van de gemeente is op.
Verslag van de online kennissessie 'Herijking van het gemeentefonds: kans of bedreiging?'.
Het wordt een spannende zomer. Dat was de conclusie van de door BMC georganiseerde online kennissessie over financiën, die op 24 juni plaatsvond. ‘Gemeenten moeten het rijk ervan doordringen dat een structurele oplossing nodig is, want de buffer van de gemeente is op.’ Verslag van een boeiend gesprek.
De gemeentefinanciën staan al jaren onder druk. En nu krijgen gemeenten ook nog te maken met de nasleep van de Coronacrisis. Tegelijkertijd moeten gemeenten de laatste begroting voor de gemeenteraadsverkiezingen wel rond zien te krijgen. Voor veel colleges is het dansen op een wankel koord. Gaan we nog bezuinigen of laten we het over aan een nieuwe raad en nieuw college? En hoe maken we de gemeentefinanciën toekomstgericht met het oog op grote opgaven als de Omgevingswet, energietransitie en woningbouwopgave? Genoeg aanleiding om tijdens het webinar over financiën, op 24 juni georganiseerd door BMC, het gesprek aan te gaan.
Afname eigen vermogen
De gemeentefinanciën staan centraal in deze online kennissessie met Barbara de Reijke (wethouder financiën bij gemeente Ouder-Amstel), Helga Witjes (wethouder financiën bij gemeente Lingewaard), Peter Wilms (lid van de Raad voor het Openbaar Bestuur; ROB) en Erwin Ormel (senior adviseur gemeentefinanciën bij BMC). Over het algemeen is het eigen vermogen van gemeenten de afgelopen tien jaar fors afgenomen, vertelt Ormel. Witjes en De Rijke beamen dit. ‘In Ouder-Amstel ging het eigenlijk best goed, tot corona. Het afgelopen jaar was voor ons dramatisch. Alle buffers zijn weg.’ De toehoorders herkennen zich in dit verhaal: 43% van hen vindt dat de financiële buffer in hun gemeente onder de kritische grens is gekomen.
Grondexploitatie
Ormel ziet de laatste jaren een zorgwekkende ontwikkeling: er is een toenemende tweedeling tussen gemeenten met en zonder mogelijkheid tot aan- en verkoop van grond (grondexploitaties). ‘Gemeenten met weinig eigen grond hebben ook geen kans om daar winst op te maken.’ Wilms vult aan: ‘Het is nu heel makkelijk om winst te behalen op grondexploitatie, mits je grond bezit. Er zijn heel weinig gemeenten die altijd een positief saldo hebben. Toch kun je wel stellen: als je nu als gemeente geen grondexploitatie kunt uitvoeren, heb je een achterstand op gemeenten die dat wel kunnen.’ De Reijke sluit zich daarbij aan. ‘Wij hebben als gemeente weinig grond in ons bezit. Amsterdam is grootgrondbezitter in onze gemeente, grondexploitaties gaan daar ook heen. We hebben veel groen, waarin we niets mogen, en bij de provincie zit het ook op slot. Dat laat voor ons weinig mogelijkheden over.’
Verhoging onroerendezaakbelasting
Het afgelopen jaar was zwaar voor gemeenten, stelt De Reijke. ‘Wij zijn afhankelijk van toeristen en juist die inkomsten bleven enorm achter. Terwijl we wel extra kosten maakten op handhaving.’ Gemeenten zoeken andere manieren om inkomsten te genereren, gaat De Reijke verder. ‘De huizenprijzen in onze regio stijgen flink. We hebben de OZB daarom al twee jaar met 10% verhoogd. Dit voelt wel oneerlijk: inwoners betalen meer voor hun huis en moeten ook nog meer OZB betalen. Maar we moeten wel, anders hebben we nauwelijks inkomsten.’ Wilms plaatst daar een kanttekening bij: ‘Dat voelt misschien oneerlijk, maar vergelijk het eens met een krimpgemeente. Daar stijgen de huizenprijzen minder. Een krimpgemeente heeft bij een gelijkblijvend tarief veel minder ozb-inkomsten dan een gemeente met forse prijsstijgingen.’ De Reijke brengt daar tegenin dat gemeenten met hogere WOZ-waardes gekort worden op de rijksbijdrage. Dat is inderdaad zo, beaamt Wilms. Maar door de OZB kunnen gemeenten meer inkomsten vergaren. ‘Houd je minder rekening met de belastingcapaciteit, dan zaag je aan een van de pijlers van de verdeling van de rijksbijdrage.’
Herverdeling gemeentefonds
De voorlopige uitkomsten van de herverdeling van het gemeentefonds pakken niet voor iedereen goed uit. Witjes: ‘Wij hebben een begroting van €125 miljoen. Als de herverdeling doorgaat, krijgen we structureel €1 miljoen minder. Dat verkleint onze uitvoeringskracht.’ Wilms heeft de indruk dat de eenvoud van het model het gewonnen heeft van de uitlegbaarheid: ‘De ROB toetst niet op herverdeeleffecten, maar wel op begrijpelijkheid van de herverdeling. Er is nu te veel een scheiding tussen de systeem- en de leefwereld. De systeemwereld hoeft de leefwereld niet precies te volgen, maar leg ons uit waarom welke bestuurlijke keuzes zijn gemaakt.’ Vooral kleine noordelijke provincies met kleine marges worden ernstig getroffen. ‘Het is niet logisch dat gemeenten die al bovenaan verkeerde lijstjes staan ook nog te maken krijgen met een negatief herverdeeleffect. Leg dat maar eens goed uit,’ aldus Wilms. Hij verwacht wel dat er nog wat gaat veranderen in de herverdeling, waardoor negatieve effecten wat bijgevijld worden.
Structurele tekorten
Het gesprek richt zich op de kadernota’s. Ormel heeft met collega’s 70 kadernota’s onderzocht en bijna de helft van de gemeenten staat er slechter voor dan bij de begroting begin 2021. ‘En dat terwijl er toen al signalen waren dat gemeenten er slecht voor stonden. Zo’n 40% van de gemeenten heeft een structureel tekort en moet aan de bak om de begroting nog sluitend te krijgen. Dat kan nog lastig worden, veel bezuinigingsmogelijkheden zijn al uitgeput.’ Witjes en De Reijke knikken bevestigend. Witjes: ‘Wij hebben de kadernota nu wel sluitend gekregen, maar op gegeven moment houdt het op. Als er niet structureel meer middelen komen, krijgen we het niet meer rond.’ De Reijke vult aan dat het aantal beïnvloedbare posten beperkt is. ‘We hebben een aantal jaar geleden al een hele bezuinigingsoperatie gedaan. Het is lastig om dan nog bezuinigingsposten te vinden.’
Hoge uitgaven sociaal domein
Een ruime meerderheid van de toehoorders (80%) vindt dat gemeenten moeten weigeren taken uit te voeren als er geen extra rijksmiddelen komen. Witjes en De Reijke noemen allebei de hoge kosten voor het sociaal domein als struikelblok. ‘Die taken moet je als gemeente uitvoeren, maar daardoor kom je op andere terreinen tekort.’ Ormel bevestigt dit: ‘Ook gemeenten met positieve saldi op grondexploitatie leveren in op hun vermogen. Zij zetten dat bedrag vaak in om tekorten in het sociaal domein op te vangen. Zolang de rijksfinanciering voor het sociaal domein niet op orde is, blijven er problemen.’ Wilms vult aan dat het niet alleen om geld draait. ‘Het is ook tijd voor een omvormingsagenda. Ik sluit niet uit dat je dan meer aan taakverdeling gaat doen.’ Witjes reageert: ‘Misschien moeten taken inderdaad weer terug naar het Rijk of naar zorgverzekeraars. Maar met structureel meer geld voor jeugdzorg, kun je sowieso meer maatregelen nemen. Dat heeft hoe dan ook tijd nodig, een snelle oplossing is er niet.’ Wilms constateert dat er bij de decentralisatie van de jeugdzorg geen rekening is gehouden met de overgang en belasting voor gemeenten. De Reijke beaamt dat. ‘Zorginkoop is echt een vak. De gedachte dat gemeenten dat wel even gaan uitvoeren is een misvatting. Zeker voor kleine gemeenten, die vaak samenwerkingsverbanden aangaan, is het een flinke kluif.’
Maatschappelijke opgaven
Tot slot kijken de aanwezigen kort naar de financiering van de grote maatschappelijke opgaven. Wilms oppert dat een financieringsarrangement hier een oplossing kan zijn, zoals bij de gebundelde uitkering (BUIG). Volgens Wilms zijn financieringsarrangementen bij bijvoorbeeld de Omgevingswet en energietransitie juist niet wenselijk. ‘Je moet die opgaven met andere overheden aanpakken. Idealiter gaat financiering daarvan buiten het gemeentefonds om.’ Ormel: ‘Dan draag je ook een deel van de bevoegdheden over en zet je raden verder op afstand.’ De ROB heeft hier advies over uitgebracht: regio’s zijn niet meer weg te denken, maar let op dat je de gemeenteraad niet verliest. Witjes beaamt dat: ‘We zitten een kwart van de tijd in regionale overleggen om alles goed af te stemmen. Voor raden is dat moeilijk te volgen. Bij beleidsmatige kwesties zou je de raad sterker in positie moeten brengen, maar dat is lastig.’
Actie is nodig
Als afsluiting vat gespreksleider Roest de online kennissessie kort samen. ‘Gemeentefinanciën staan onder druk en dat zal voorlopig ook nog wel zo blijven. Niet alleen de herstructurering van het gemeentefonds zorgt voor problemen. Met name de uitgaven van gemeenten in het sociaal domein wegen zwaar. We moeten kijken naar een hogere structurele bijdrage van het rijk én naar de taakverdeling. Zoals nu gaat het niet langer. De buffer is op. Veel gemeenten moeten aan de bak om de begroting sluitend te krijgen. Het wordt een spannende zomer.’
Meer weten?
Meer weten over wat BMC op het gebied van financiën en bedrijfsvoering voor u kan beteren? Neem dan contact op met een van onderstaande collega’s:
-
Erwin Ormel, senior adviseur, 06 - 10 63 16 53
-
Herman Uffen, managing consultant, 06 - 12 84 77 59
-
Michel Wolters, managing partner, 06 - 15 47 93 84
BMC organiseerde ook online kennissessies over gebiedsontwikkeling en de aanpak van kansenongelijkheid. Ook deze kunt u terugkijken.
Bekijk de opname van de online kennissessie op bmc.nl
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.