Bij werven personeel zijn basiswaarden van de rechtsstaat het ‘nieuwe normaal’
Gemeenten zijn een simpel bedrijf. Ze hoeven maar op één vraag antwoord te geven. Welke relevantie heb ik voor de maatschappij? Daar begint meteen de ellende. Haar inwoners weten niet meer waar ze aan toe zijn. Virtuele kletskamers vullen zich met kritiek op van alles en nog wat. Beelden en sentimenten winnen steeds meer van waarden en feiten. Omdat aanraden hun mond te houden niet helpt komen groeperingen als Code Oranje naar voren.
Grootscheeps is het gemeentelijke antwoord. Er komt steeds meer personeel. Wat niet de bedoeling is. Dat heb je als je oplossing in het verleden zoekt. Juist nieuwe skills en vaardigheden moeten er komen nu de samenleving verbrokkelt. Moeilijk te behappen door oudere medewerkers die de grootschalige digitalisering en andere technologie lastig vinden. Komt bij dat hun motivatie tot nul is gedaald nu ze langer moeten werken door de pensioenroof.
Pogingen zijn er wel. Op papier worden nieuwe talenten in de watten te gelegd om als werkgever zo aantrekkelijk mogelijk te zijn. In reclamedialoogjes staat een flexibele organisatie garant met forse daadkracht. Uiteraard wordt de dienstverlening beter. Dan worden er een aantal targets genoemd die in lineair verband in modellen wordt uitgelegd. Kortom, aan de slag. Aan de theorie is voldaan. Het doet me denken aan de televisieserie ‘Leef je droom’. Volledig irreëel om te denken dat dit gaat werken.
Wat wel werkt is aan het begin beginnen. Het ‘nieuwe normaal’ door richting bepalen via toepassen van de basiswaarden van onze rechtstaat. De overheid is er immers bij uitstek de verdediger van. Meer dan ooit zijn ook voor medewerkers vrijheid, compromisloze gelijkwaardigheid en boven alles rechtvaardigheid van belang. De overheid garandeert immers dat vanaf de geboorte ieders kansen en mogelijkheden gelijk zijn. Vrijheid eist een neutrale overheid die medewerkers tegen elkaar en tegen de overheid zelf beschermt.
De 21e eeuwse medewerker is immers uit ander hout gesneden. Mondig, gericht op zelfsturing met een andere verwachting op alle fronten binnen de organisatie. Niet voor niks zijn er zoveel idealisten die zich bewust afkeren van het overheidsbedrijf en bierbrouwerijen en repaircafés opstarten. Laten deze types nou juist tegelijk bijklussen in de flexibele schil. Veel huidige leidinggevenden zien dit niet. Hen valt aan te raden om de ‘Donut economie’ van Kate Raworth lezen.
Recent toont onderzoek door Vrij Nederland de ander kant. Vaste en flexkrachten worden tegen elkaar uitgespeeld. Ze toont de diepe ongelijkheid tussen vaste en flexbanen. Sommige flexwerkers gaan elke dag met lood in je schoenen naar het werk, hartkloppingen, bang om ontslagen te worden als ze iets verkeerd zeggen laat staan als ze ziek mochten worden. Vorige maand heb ik dit beleid ondermijnende gebrek aan moreel leiderschap - https://www.binnenlandsbestuur.nl/flexambtenaar - via het Amsterdamse flexpokerspel geschetst.
Door toepassen van de basiswaarden van de rechtstaat heft niet alleen het vernederende verschil tussen vast en flex op. Ze boort juist bij de flexers een enorme talentvijver aan. Een bak vol creatieve obsessieve idealisten die hun persoonlijke ontplooiing willen koppelen aan een betere maatschappij. Juist met hen kunnen de vereiste wendbare organisaties opgezet worden. Zo gaat het ‘nieuwe normaal’ hand in hand met het vernieuwen van de democratie. Kan het mooier?
Piet van Mourik
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.