Advertentie

Opheffing deelgemeenten is jammerlijk mislukt

Columnist Douwe Jan Elzinga betoogt dat de afschaffing van de deelgemeenten jammerlijk is mislukt.

07 juni 2013

De gemeente Amsterdam heeft minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken, PvdA) gevraagd precies aan te geven wat de marges zijn voor de nieuwe stadsdelen.

In zijn antwoord heeft de minister de vraag naar nauwgezette grenzen van het nieuwe stelsel wijselijk afgehouden, waarschijnlijk om zich op voorhand niet te committeren aan diverse specifieke grensafbakeningen. In het antwoord van de minister worden echter al wel enkele piketpalen neergezet. 

Dat betreft in de eerste plaats de bestemmingsplanbevoegdheid. De minister schrijft dat hier het formele en materiële primaat ondubbelzinnig bij de raad dient te berusten. Voldoet het voorstel nu aan deze eis? Daar lijkt het niet op. In de toelichting op de verordening wordt gemeld dat wordt gezocht naar een constructie die een formeel- wettelijke toets kan doorstaan, maar dat moet ‘wel een oplossingsrichting zijn die de inzet van het college materieel het dichtst benadert.’

Anders gezegd: formeel moet het in orde zijn, maar materieel hoeft dat niet. De inzet is om de bestuurscommissies materieel zeggenschap te geven over een groot deel van het ruimtelijke beleid in de stadsdelen. En als dat doel wordt gerealiseerd, dan voldoet deze figuur niet aan het criterium van de minister. Indien de gemeenteraad als stempelmachine gaat functioneren voor de door de stadsdelen voorbereide bestemmingsplannen, dan zal er geen sprake zijn van een materieel primaat van de gemeenteraad.

Een tweede piketpaal in de brief van de minister betreft het budgetrecht van de gemeenteraad. De minister schrijft dat de bevoegdheid uit de Gemeentewet onderverdeeld en onverkort bij de raad dient te berusten. ‘Constructies als door de bestuurscommissies te beheren wijkbudgetten passen daarin, mits het budgetrecht van de raad formeel noch materieel wordt aangetast.’

Voldoet nu de toekenning van een integraal budget aan de bestuurscommissies aan de gestelde eis? Wijkbudgetten zijn in de bestaande praktijk beperkte sommen geld ter volvoering van eveneens beperkte uitvoeringstaken. Het takenpakket van de bestuurscommissies is echter vele malen groter dan wat gebruikelijk is bij de toekenning van een wijkbudget. Het totale budget voor de stadsdelen wordt geschat op een bedrag van rond de één miljard euro.

Op de nettolasten van Amsterdam is dat een aandeel van een kleine 30 procent. Bij de stadsdelen was dat rond de 36 procent, weliswaar een verlaging, maar geen substantiele reductie. Vastgesteld moet dan ook worden dat de Amsterdamse bestuurscommissies voor hun omvangrijke takenpakket een groot budget ter beschikking krijgen. De benaming ‘wijkbudget’ lijkt daar niet erg geëigend voor te zijn. Uit diverse onderdelen van de toelichting op de verordening blijkt dat het de evidente bedoeling is dat de algemene en dagelijkse besturen van de stadsdelen zoveel mogelijk vrijheid krijgen om over de uitoefening van die taken en de besteding van de beschikbare middelen te beslissen.

Dat de materiële positie van de gemeenteraad op de beide onderdelen – budget en ruimtelijk beleid – onder druk komt te staan, wordt vervolgens verder gestimuleerd door het houden van directe verkiezingen voor de bestuurscommissies. Omdat de kiezers moeten worden bediend ontstaat er een permanente druk op het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur om de belangen van het stadsdeel zo goed mogelijk te behartigen. Daarbij zal – vooral in de richting van de gemeenteraad − voortdurend ruimte en vrijheid worden geclaimd en ook zal om die reden de centrale gemeenteraad zelden interveniëren.

Ook de vergoedingsregelingen geven aan dat een volwaardig politiek stelsel in het leven wordt geroepen dat als twee druppels water lijkt op dat van de deelgemeenten. De volksvertegenwoordigers ontvangen een bedrag van meer dan 1.500 euro per vergadering, terwijl de bestuurders per maand meer dan 7.500 euro verdienen.

De conclusie moet dan ook zijn dat bij invoering van dit stelsel de afschaffing van de deelgemeenten is mislukt. Dat is niet zo erg, want de deelgemeenten voorzien in een duidelijke behoefte. De gekozen constructie is echter rommelig en gammel en Amsterdam trekt een lange neus naar de wetgever die iets anders wilde.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie