Aanhalingstekens
Een keer in mijn leven is mij de ongelooflijke eer te beurt gevallen om met de Koningin te spreken. Nou ja, spreken... Majesteit hield in de tuin van de kanselarij in de hoofdstad van het land waar ze op staatsbezoek was, een korte uiteenzetting over wat haar zoal was opgevallen. Het ging derhalve vooral over het weer, het drukke verkeer en de alleszins nijvere volksaard van de ingezetenen.
(Wij voelden ons die middag sowieso enigszins opgelaten en ongemakkelijk, maar dat schijnt erbij te horen. Majesteit schijnt nu eenmaal die invloed te hebben op haar onderdanen, zeker als ze voor het eerst met haar mogen kennis maken. Zo is er het verhaal - te mooi om niet gebeurd te zijn - van dat ene D66-Kamerlid dat ooit een sherrytje met Beatrix mocht drinken. Hij was zo door zenuwen overmand, dat hij, voordat het gesprek goed en wel was begonnen, eerst een handjevol pistachenootjes naar binnen gooide. Ongepelde, wel te verstaan).
Gelukkig waren wij, onnozelaars in het verkeer met échte staatshoofden, nog gebriefd door een vriendelijke en voorkomende medewerker van de Rijksvoorlichtingsdienst over hoe ons tegenover de Koningin op te stellen. Les één: zelf het initiatief nemen was uit den boze. Majesteit zou zelf subtiel aangeven wat wel en wat vooral niet in het gesprek aan de orde mocht komen.
Over de status van het gesprek ging het ook nog. Normaal gesproken diende een dergelijk oponthoud alleen ter duiding van hetgeen zich op het staatsbezoek voltrok. Niets van wat de Koningin mededeelde, zou de andere dag te lezen mogen zijn in de kolommen van de krant. Dat had, zo hoefde de RVD ons hopelijk toch niet uit te leggen, alles te maken met het vraagstuk van de ministeriële verantwoordelijkheid.
Voor deze bijzondere gelegenheid echter wilde de dienst de teugels wel een beetje laten varen. Het letterlijk citeren van Majesteit bleef een brug te ver, maar op omfloerst toeschrijven zou geen verdere actie van regeringszijde worden ondernomen. 'De Koningin zei: het was vandaag een mooie dag', mocht dus niet. Maar 'Majesteit liet doorschemeren dat ze in haar leven wel eens slechtere dagen had meegemaakt', kon dus wel door de beugel van de Rijksvoorlichtingsdienst, die niet naliet ons op het hart te drukken welk een bijzonder privilege ons was vergund. Het scheelde voor de buitenstaander maar misschien een paar aanhalingstekens, maar voor de ingewijde Oranjekenners was er hier sprake van een welhaast revolutionaire gebeurtenis.
Natuurlijk ging het mis. De nuances in de omgang met het hof waren aan mij en aan de meeste van mijn collega's niet besteed. In tal van vaderlandse kranten was ´s anderendaags uitgebreid te lezen wat de Koningin vond van het weer in Tokio. Volledig gequoted, met aanhalingstekens en al.
Naar verluidt heeft deze gebeurtenis de verhouding tussen Koningshuis en vaderlandse pers weer voor jaren op scherp gezet. Een Boekesteijntje avant la lettre. Ook toen al.
Ad Burger
Als we de monarchie willen behouden wordt het toch echt tijd voor de post-Beatrix periode. "Dag mevrouw",