Advertentie

2011

Zal het jaar dat net is aangevangen - voor een nieuwjaarswens ben ik helaas te laat - politiek en bestuurlijk veel verrassingen brengen? De eerste weken beloven heel veel.

14 januari 2011

De onbedwingbare behoefte om duizenden kilometers verderop een niet te winnen oorlog te voeren heeft al weer de kop opgestoken. Generaal Couzy heeft zich meteen tamelijk vernietigend uitgelaten over wat ze aldaar verstaan onder een politiemacht die wij schijnen te gaan trainen.

 

Als we dan de nieuwe dienders hebben opgeleid zijn er volgens ingewijden twee mogelijke uitkomsten: de Taliban nemen wraak op hen of lijven ze in als gratis opgeleide rekruten. In beide gevallen is weer eens aangetoond dat deze oorlog niet te winnen valt, ook al bekreunen we ons nog zo veel om wederopbouw.

 

De Russen hadden beduidend minder scrupules als het gaat om mensenrechten en oorlogsconventies, en zonken met hun immense troepenmacht diep weg in het Afghaanse moeras. Op de een of andere manier blijven we denken dat de bestrijding van terreurnetwerken vraagt om het bombarderen van hoofdkwartieren. We hebben weinig geleerd: netwerken kenmerken zich door de afwezigheid van hoofdkwartieren. Ooit geprobeerd het internet te bellen?

 

Als het om internationale verhoudingen gaat, telt slechts reaalpolitiek. Moraal is een slechte gids. We kunnen tenslotte niet overal rechtsschendingen bestrijden. Dat heeft de huidige minister van Buitenlandse Zaken goed begrepen. Als hij akkoord is met onze deelname aan deze oorlog kan dat dus slechts begrepen worden uit machtspolitieke overwegingen. Onze positie in de NAVO, onze relatie met de Verenigde Staten. Is dat deze prijs waard?

 

Op een heel ander gebied heeft het kabinet ook een stevige klaroenstoot afgegeven. Minister Schippers wil de marktwerking in de zorg op een zacht pitje zetten. Voor wie het alweer vergeten is: marktwerking in de zorg is al vele jaren het streven van zowel liberalen als christendemocraten. Deze marktwerking zou moeten leiden tot lagere prijzen en tot gematigde omzetontwikkeling. Bovendien zou dankzij concurrentie de kwaliteit van de zorg stijgen.

 

Markten zijn transparant en consumenten kunnen daardoor beter kiezen. Dat was altijd al een geweldige combinatie van ideologisch wensdenken en misleiding. Iemand ooit een reële markt gezien waarop zowel lage prijzen als bescheiden omzetten worden gerealiseerd? Lage prijzen zijn alleen mogelijk bij forse omzetten en bescheiden omzetten vragen om hoge prijzen. Wibra versus Ferrari, zal ik maar zeggen.

 

En de relatie tussen kwaliteit en prijs is veel complexer dan in de marktideologie van het neoliberalisme wordt gedacht. Hoge kwaliteit is meestal kostbaar. Denk aan kleren, auto’s, kunst. Maar de volkswijsheid dat goedkoop duurkoop is, maakt dat hoge kwaliteit zich ook vaak terugverdient.

 

En markten zijn allesbehalve transparant. Een prijs is vaak wat de gek ervoor geeft. Denk maar aan consultancytarieven. En waarom zijn, ondanks alle gejeremieer over het belang van bèta’s, topadvocaten veel en veel duurder dan ingenieurs? Wie transparantie vraagt, krijgt als vanzelf formulieren. Dat hebben we in de zorg de afgelopen periode geweten.

 

De DBC’s (diagnose behandeling combinaties) zijn ooit ingevoerd om kostenstructuren transparant te maken. Die zijn op een echte markt natuurlijk zeer geheim. 30 duizend DBC’s later krijgen we nu DOT’s: DBC’s Op weg naar Transparantie. Het beleid is altijd cynischer dan een columnist kan verzinnen. Van Max Weber weten we dat geen organisatie transparanter is dan de bureaucratie. Schrale troost voor Schippers: ze hoeft helemaal niets te doen om marktwerking in de zorg stil te zetten. Die was er toch al niet.

 

En dan was er natuurlijk weer de gebruikelijke aanvaring tussen de politieke klasse en een van haar meest prominente wetsuitvoerders: de korpschef van Amsterdam. Natuurlijk moeten politiefunctionarissen de wet uitvoeren. Het argument van de politiestaat klinkt echter wat schril.

 

In politiestaten wordt de wet meestal tamelijk nauwgezet uitgevoerd. En het is vooral in politiestaten dat mensen vanwege kleding of religieus vertoon worden gearresteerd. Volgens mij zijn de meeste boerkadraagsters in Nederland bepaald geen onderdrukte slachtoffers. Je moet tenslotte maar durven om zo de straat op te gaan. Mij doet het meer denken aan punkgedrag.

 

Bovendien vind ik de confrontatie met de straks wel toegestane halve naaktheid die de Nederlandse straten soms tonen wel spannend. Ik kan me zo maar partijen in ons parlement voorstellen die dat ook graag zouden verbieden. Misschien brengt het simpele antropologische feit dat alle kleding religieuze (en, om precies te zijn, ook erotische) connotaties heeft, het parlement nog tot wijze en relativistische inkeer.

 

Paul Frissen is decaan en bestuursvoorzitter van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur, hoog leraar bestuurskunde aan de Universiteit van Tilburg en lid van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie