Advertentie
sociaal / Nieuws

CRvB: geen inlichtingenplicht na bijstand

De burger moet wel meewerken, maar als hij of zij dat niet doet, kan op dat enkele feit geen boete worden opgelegd.

29 november 2023
De Centrale Raad van Beroep in Utrecht
De Centrale Raad van Beroep in Utrecht

Een ex-bijstandsgerechtigde krijgt brieven van de gemeente Almere, met daarin het verzoek om informatie te verstrekken om haar recht op bijstand in het verleden te kunnen beoordelen. De burger verzuimde en kreeg een boete van 1.190 euro opgelegd. Zij zou de inlichtingenverplichting hebben geschonden door geen gehoor te geven aan de brieven, aldus de gemeente. Onterecht, zegt de Centrale Raad van Beroep. De vrouw kreeg op dat moment namelijk geen bijstand meer.

Projectleider Verduurzamen Bedrijven en Maatschappelijk Vastgoed

JS Consultancy
Projectleider Verduurzamen Bedrijven en Maatschappelijk Vastgoed

Directeur uitvoeringsorganisatie Hart van de Heuvelrug (via PublicSpirit)

Provincie Utrecht
Directeur uitvoeringsorganisatie Hart van de Heuvelrug (via PublicSpirit)

Een alleenstaande vrouw ontving tussen 12 juni 2015 en 11 januari 2018 een bijstandsuitkering. In diezelfde periode kreeg de gemeente Almere echter een melding: de inwoonster zou samen met haar ex-partner een artiestenbureau met veel muzikanten runnen. De gemeente startte een onderzoek naar de rechtmatigheid van de verleende bijstand. De vrouw in kwestie werd uitgenodigd voor een gesprek op 9 en 11 januari 2018, maar kwam niet opdagen. Het college van burgemeester en wethouders besloot daarom met ingang van 11 januari de bijstand in te trekken. De vrouw is niet tegen dat besluit ingegaan.

Brieven

De gemeente zette het onderzoek voort en de inwoonster werd opnieuw uitgenodigd voor een gesprek met een sociaal rechercheur, op 22 mei. Deze keer was de vrouw wél aanwezig. Naar aanleiding van dat verhoor heeft het college de vrouw per brief (7 juni) verzocht om uiterlijk 21 juni aanvullende informatie te verstrekken. Dat heeft de vrouw niet gedaan, waarna het college per brief (2 juli) de vrouw de gelegenheid gaf om dit verzuim vóór 10 juli te herstellen. Wederom liet de vrouw niks van zich horen.

Boete

Het bleef even stil, tot enkele maanden later het college op 5 november de vrouw een boete van 1.190 euro oplegde. De reden: de inwoonster heeft de inlichtingenverplichting geschonden door geen gehoor te geven aan de brieven van 7 juni en 2 juli, die enkele maanden ná het stopzetten van de bijstand naar de vrouw zijn gestuurd. De inwoonster was het hier niet mee eens en stapte naar de rechter.

Nu heeft het college de schending gebaseerd op een periode na bijstandsverlening

Kim Brummans, jurist en vakredacteur Participatiewet bij Wolters Kluwer Schulinck

Zwijgrecht

De rechtbank Midden-Nederland gaf haar gelijk. Het college heeft de boete in het bijzonder gebaseerd op de verklaring die de vrouw op 22 mei aflegde. Omdat zij toen niet van tevoren is gewezen op haar zwijgrecht, mag deze verklaring niet worden gebruikt als bewijs, beredeneerde de rechter. Volgens het college was de boete echter helemaal niet gebaseerd op de verklaring van de vrouw op 22 mei, en ging daarom in hoger beroep.

Geen schending

De Centrale Raad van Beroep (CRvB) geeft net als de rechtbank de vrouw gelijk, maar kiest een andere weg, licht Kim Brummans toe. Zij is jurist en vakredacteur Participatiewet bij Wolters Kluwer Schulinck. ‘De CRvB zegt eigenlijk tegen het college: jullie hebben vanwege het schenden van de inlichtingenverplichting een boete opgelegd. Dit omdat de vrouw geen gehoor gaf aan de brieven die de gemeente in juni en juli 2018 naar haar stuurde. Maar de vrouw kreeg op dat moment geen bijstand meer’, vertelt Brummans.

Grondslag

Bij het opleggen van een boete moeten gemeenten dus goed kijken op welke grondslag zij dat doen, verklaart Brummans. Hoewel de jurist wel begrijpt dat het kan leiden tot misverstanden. ‘In principe is de Participatiewet hier helder over: ook ná het stopzetten van een bijstandsuitkering mag een gemeente van een inwoner verlangen dat hij of zij bepaalde informatie levert die van belang kan zijn voor het recht op bijstand. En die brieven van juni en juli gaan natuurlijk wel over de periode dat de vrouw bijstand kreeg.’

Bewijs

De burger moet dus wel meewerken, maar als hij of zij dat niet doet, kan op dat enkele feit geen boete worden opgelegd. Brummans: Voor een invordering moet de gemeente de schending van de inlichtingenverplichting aannemelijk maken. En voor het opleggen van een boete, moet de schending worden bewezen. Als de gemeente dit kon bewijzen had ze de boete moeten opleggen voor het niet melden van haar werkzaamheden in de muziekwereld. Dat waren namelijk ‘op geld waardeerbare activiteitentijdens de bijstandsperiode. Nu heeft het college de schending gebaseerd op een periode na bijstandsverlening.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Hielco Wiersma
De Gemeente moet simpel bewijzen dat de gedaagde ten onrechte bijstand heeft ontvangen door het feit dat in de desbetreffende bijstandsperiode ook nog ander betaald werk werd verricht en die inkomsten voor de Gemeente zijn verzwegen.
Vervolgens kan op basis van die informatie en via een nieuwe invorderingsprocedure (dus voor de tweede keer) alsnog bijstand worden teruggevorderd.
Wél volhouden Gemeente want voor deze situatie is bijstandsverlening helemaal niet bedoeld !!!!.
Advertentie