Rijk verwacht 121 miljoen minder kosten bijstand
Gemeenten hielden in 2023 76 miljoen over van de gelden die zij kregen voor de uitvoering van de bijstand en de loonkostensubsidie.
Het rijk verwacht gemeenten in 2024 121,6 miljoen euro minder te hoeven geven voor de uitbetaling van bijstandsuitkeringen en loonkostensubsidie. Dat blijkt uit de bijstelling van het nader voorlopige macrobudget. Het macrobudget 2024 gaat daarin van 6,958 miljard naar 6,836 miljard euro.
Conjunctuur
De neerwaartse bijstelling van 121,6 miljoen is gedaan op basis van de conjunctuur en de realisaties over 2023. Zo gaat het CPB op dit moment uit van een lagere werkloosheid dan vorig jaar werd voorspeld. Als gevolg daarvan is de bijstandsraming voor 2024 nu met 53,9 miljoen naar beneden bijgesteld.
Realisaties
Daarnaast laten de voorlopige uitgavenrealisaties over 2023 zien dat gemeenten minder uitkeringsgerechtigden in het bestand hadden. Wel waren de kosten per uitkering hoger voor gemeenten. Per saldo valt de bijstandsraming door die bijstellingen 19 miljoen euro lager uit. Ook het budget voor loonkostensubsidie daalt aanzienlijk, met 30,9 procent. Het voorlopige budget van 507,1 miljoen was opgesteld op basis van realisaties in 2022, maar de cijfers vielen in 2023 lager uit.
Overschot
De voorlopige realisatiecijfers over 2023 laten zien dat de feitelijke landelijke uitgaven 76 miljoen lager waren dan het verstrekte macrobudget. Het landelijk overschot bij gemeenten bedraagt daarmee ongeveer 1,1 procent. Individuele gemeenten kunnen uiteraard grotere- of kleinere overschotten hebben.
De bijstelling wordt niet direct in de maandelijkse betalingen aan gemeenten verwerkt. Eind september wordt het macrobudget pas definitief vastgesteld.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.