In dit UWV Kennisverslag (UKV) aandacht voor de invoering van inkomstenverrekening als onderdeel van de Wet werk en zekerheid (Wwz), die als neveneffect leidt tot een toename van het aantal WW-uitkeringen. Het betreft hier een louter statistische vertekening.
De invoering van inkomstenverrekening als onderdeel van de Wet werk en zekerheid (Wwz) leidt tot een toename van het aantal WW-uitkeringen. Maar het gaat hier om een louter statistische vertekening. Hierdoor wordt de interpretatie van de ontwikkeling van de WW ernstig bemoeilijkt. UWV heeft gezocht naar een mogelijkheid om deze vertekening zichtbaar te maken, zodat we er rekening mee kunnen houden. De uitkomst daarvan is dat we WW-uitkeringen differentiëren naar WW-rechten waarop daadwerkelijk een uitkering wordt uitbetaald enerzijds en WW-rechten waarop geen uitkering wordt uitbetaald (nuluitkeringen) anderzijds, waarbij we nuluitkeringen nader typeren. De belangrijkste punten zijn daarbij:
• We onderscheiden 3 hoofdtypen van nuluitkeringen: nuluitkeringen bij toekenning van
de WW; nuluitkeringen als gevolg van een maatregel; en nuluitkeringen bij het einde
van de WW (staartnuluitkeringen).
• De toename van het aantal WW-uitkeringen als gevolg van de invoering van
inkomstenverrekening wordt veroorzaakt door een toename van het aantal
staartnuluitkeringen.
• Door een nieuwe grootheid ‘gedifferentieerde WW-uitkeringen’ te definiëren, die gelijk
is aan het aantal WW-uitkeringen minus het aantal staartnuluitkeringen, krijgen we
beter zicht op de ontwikkeling van het aantal WW-uitkeringen.
Inhoudsopgave
Inkomstenverrekening
Nuluitkeringen nader geanalyseerd
Hoe gaan we om met het registratie-effect?