Het bestaansminimum van een flinke groep mensen in Nederland staat onder druk. Dat heeft grote gevolgen voor de mensen die het betreft. Deze gevolgen zijn niet alleen
financieel, maar veel breder te zien: zoals op het gebied van gezondheid, wonen en kansengelijkheid.
De landelijke overheid praat al langer over het verhogen van het bestaansminimum. Er zijn wel stappen gezet, zoals het verhogen van het minimumloon en diverse toeslagen. Gemeenten voelen de urgentie, zij willen niet wachten op landelijk beleid en nu al mensen helpen. Ook al omdat zij vanuit het Rijk de opdracht hebben om bestaanszekerheid te bieden aan hun inwoners. Maar gemeenten zijn ook gebonden aan bestaande wet- en regelgeving en het uitgangspunt dat alleen het rijk generieke inkomenspolitiek mag voeren. Zomaar een extra bedrag per maand geven aan gezinnen onder een bepaalde inkomensgrens is dus niet toegestaan. Veel gemeenten helpen hun inwoners door het pakket aan minimaregelingen uit te breiden. Heel goed en belangrijk voor de inwoners, maar kan het ook anders?