Veel plattelandsgemeenten zullen de komende jaren te maken krijgen met bevolkingsdaling. De bevolking vergrijst, jongeren trekken naar de stad en gezinnen verhuizen naar aantrekkelijker woongebieden met meer voorzieningen.
Op lokaal niveau kan dit negatieve gevolgen hebben, zoals leegstand, stagnatie op de woningmarkt en het verdwijnen van voorzieningen. Gemeenten waar krimp zich zal voordoen, staan voor een nieuwe uitdaging. Hoe pakken zij de gevolgen het beste aan? En hoe zorgen zij dat de leefbaarheid en het welzijn van de inwoners op peil blijven?
In de discussie over krimp ligt de focus vooral op wonen en de woningmarkt. In deze publicatie staat juist de sociale kant van krimp centraal. Aan de hand van een casestudy in de gemeente Borger-Odoorn in Drenthe wordt een beeld geschetst van de dagelijkse realiteit van het wonen in een krimpgebied. Welke effecten hebben bevolkingsdaling, vergrijzing en ontgroening op het leven van bewoners en wat voor beleid kan de gemeente hierop voeren? In het bijzonder wordt gekeken naar lokale verschillen. Hoe pakt de krimp uit voor twee sterk van elkaar verschillende gebieden binnen de gemeente?
Inhoudsopgave
Inleiding1. Bevolkingskrimp in perspectief
1.1 De gevolgen van krimp
1.2 Krimp en beleid: bestrijden of begeleiden
1.3 Krimp is onontkoombaar, maar hoe nu verder?
2. Borger-Odoorn en de krimp in cijfers
2.1 Borger-Odoorn: een gemeente met twee gezichten
2.2 Demografische ontwikkelingen
2.3 Werk en inkomen
2.4 Wonen
2.5 Voorzieningen en bereikbaarheid
3. Het dagelijks leven in een krimpgebied
3.1 Demografische veranderingen
3.2 Veranderingen op de woningmarkt
3.3 Voorzieningen verdwijnen
3.4 Minder sociale samenhang
3.5 Beleid en communicatie van de gemeente
4. Conclusies
4.1 De oorzaken en sociale gevolgen van krimp in Borger-Odoorn
4.2 Lessen uit Borger-Odoorn
Literatuur