Alle whitepapers

Kennis maken met decentrale overheden

Het omgevingsbeleid is gedecentraliseerd. Dit betekent dat provincies, gemeenten en waterschappen (de decentrale overheden) de afgelopen jaren stapsgewijs verantwoordelijk zijn geworden voor grote delen van het Nederlandse beleid voor water, natuur, ruimtelijke ordening, mobiliteit en verstedelijking. Zij moeten dus (strategisch) omgevingsbeleid opstellen en dit vervolgens uitvoeren en monitoren. Hierbij zijn de decentrale overheden steeds meer afhankelijk van bedrijven, maatschappelijke instellingen, burgers én van elkaar. En dit allemaal in een tijd waarin de decentrale overheden stevig moeten bezuinigen.

De Rijksoverheid houdt op nationaal niveau een systeemverantwoordelijkheid voor het omgevingsbeleid: ze moet adequate wetgeving maken, op passende wijze toezicht houden en, als nodig, de spelregels van het beleid handhaven. Vanuit die verantwoordelijkheid wil de Tweede Kamer weten of gemeenten, provincies en waterschappen wel voldoende toegang hebben tot de strategische kennis die nodig is voor succesvol omgevingsbeleid. Weten decentrale overheden hun weg te vinden in de (rijks)kennisinfrastructuur om de benodigde strategische kennis te vergaren? Hoe voorkomen de Rijksoverheid en de andere overheden dat kennis versnipperd raakt (fragmentatie), of dat iedere overheid voor zichzelf het wiel opnieuw gaat uitvinden (duplicatie)?

Het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) heeft daarom op verzoek van de ministeries van Infrastructuur en Milieu en Economische Zaken een studie uitgevoerd naar de vraag: Hoe kan de Rijksoverheid, vanuit haar systeemverantwoordelijkheid voor het gedecentraliseerde omgevingsbeleid, de provincies, gemeenten en waterschappen faciliteren bij hun zoektocht naar strategische kennis? We hebben daarvoor via zes pilotstudies en een aantal interviews verkend in hoeverre decentrale overheden daadwerkelijk op zoek zijn naar die strategische kennis en of de rijkskennisinfrastructuur daarop aansluit.

Conclusies
De decentrale overheden maken ieder op hun eigen manier gebruik van de producten van de tot nu toe bestaande rijkskennisinfrastructuur voor de fysieke leefomgeving. Zo benutten gemeenten de statistieken van het CBS en provincies scenario’s van de planbureaus. Daarnaast zijn (rijks)kennis- en uitvoeringsprogramma’s een belangrijke bron van kennis voor decentrale overheden; denk aan Kennis voor Klimaat en het Investeringsprogramma Stedelijke Vernieuwing.

De rijksbudgetten voor kennisontwikkeling krimpen echter en de prioriteit van de Rijksoverheid ligt nu meer dan voorheen bij kennisontwikkeling voor het rijksbeleid. In de rijkskennis-programmering is daardoor nauwelijks ruimte meer voor vragen van decentrale overheden. We signaleren een aantal belangrijke aandachtspunten voor de toekomstige kennisarchitectuur voor zowel het Rijk als de decentrale overheden.

Inhoudsopgave

Samenvatting

1 Inleiding

2 Wat is de rol van kennis binnen de systeemverantwoordelijkheid van de Rijksoverheid?

2.1 Decentralisatie: middel om inhoudelijke beleidsdoelstellingen dichterbij te brengen
2.2 Zorg voor kennis voorlopig geen hot topic in vele uitwerkingen van systeemverantwoordelijkheid
2.3 Beleid stuurt op gezamenlijk kennis ontwikkelen en delen in bestuursakkoorden

3 Leerpunten uit de pilotstudies
3.1 Studies in samenwerking met en in opdracht van decentrale overheden
3.2 Leerpunten uit de pilotstudies

4 De strategische kennisbehoefte van decentrale overheden: kennisinfrastructuur, ontwikkelingen, kansen en risico’s
4.1 Pilotonderzoek verbreden via interviews en literatuurstudie
4.2 Hoe ziet de strategische kennisvraag van decentrale overheden er uit?
4.3 Is de huidige decentrale kennisinfrastructuur geschikt voor de nieuwe beleidstaken?
4.4 Ontwikkelingen in de rijkskennisinfrastructuur

5 Conclusies en aanbevelingen
5.1 Decentrale strategische kennisbehoefte en kennisinfrastructuur
5.2 Aanbevelingen om binnen de systeemverantwoordelijkheid van de Rijksoverheid een plaats te bieden aan de decentrale strategische kennisbehoefte

Literatuur

Bijlage 1

Whitepaper aanvragen

Aanhef