Rampenbestrijding is een complexe aangelegenheid. Hulpverleningsdiensten dienen bij een grootschalig incident of bij een ramp van het ene op het andere moment vanuit hun dagelijkse routine te schakelen naar een intensieve samenwerking met elkaar, zowel in een operationele als in een bestuurlijke context. Zo snel mogelijk moet vanuit de verschillende disciplines een organisatie worden opgezet die in staat is het incident adequaat te bestrijden. Naast de brandweer, de politie en de GHOR vormen de gemeenten en de betrokken bestuurders een belangrijk onderdeel van de multidisciplinaire rampenbestrijdingsorganisatie.
Het thema ‘rampenbestrijding’ heeft de afgelopen decennia regelmatig op de agenda gestaan. Soms waren rampen of grootschalige incidenten de directe aanleiding. Zowel naar aanleiding van de Vuurwerkramp van Enschede op 13 mei 2000 als de Cafébrand in Volendam in de oudejaarsnacht van 2000 heeft de toenmalige regering een onafhankelijke onderzoekscommissie in het leven geroepen. De bevindingen van beide commissies hebben geleid tot het besef dat de voorbereiding op rampen aanzienlijk moest worden verbeterd en zij hebben impulsen gegeven aan de versterking van de organisatie van de rampenbestrijding.
Voor het kabinet Balkenende IV vormde veiligheid een van de belangrijkste thema’s en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties benoemde versterking van de veiligheidsregio’s tot een van haar speerpunten. Om deze versterking te realiseren heeft de minister onder andere het initiatief genomen tot nieuwe wetgeving die moet waarborgen dat de regio’s voldoen aan de basisvoorwaarden om een grootschalig incident of een ramp aan te kunnen. De normen die in de nieuwe regelgeving zijn opgenomen, vinden hun oorsprong grotendeels in de Basisvereisten Crisismanagement, zoals het Landelijk Beraad Crisisbeheersing die in november 2006 op verzoek van de minister van BZK heeft opgesteld.
Om de rampenbestrijding op een hoger niveau te krijgen, is de minister een bestuursakkoord overeengekomen met de VNG. Ook heeft zij convenanten afgesloten met het merendeel van de 25 veiligheidsregio’s. Deze convenanten bevatten afspraken over regionalisering van de brandweer en over het in ieder geval per 1 januari 2010 al voldoen aan een aantal eisen van de nieuwe wetgeving, los van het moment van inwerkingtreding daarvan. Begin februari 2010 is de wet door de Eerste Kamer aangenomen. Deze zal naar verwachting in de loop van 2010 in werking treden.
Inhoudsopgave
Voorwoord
Samenvatting en slotbeschouwing
A Algemeen deel
1 Inleiding
2 Opzet onderzoek
3 Rampenbestrijding in Nederland
4 Organisatie rampenbestrijding
5 Onderzoek Inspectie OOV
B Onderzoeksresultaten
B1 Risicoprofiel en bovenregionale samenwerking
1 Inleiding
2 Toetsingskader en opzet onderzoek
3 Achtergrondinformatie
4 Onderzoeksresultaten
5 Conclusies
6 Aandachtspunt
B2 Multidisciplinair opleiden en oefenen
1 Inleiding
2 Toetsingskader en opzet onderzoek
3 Onderzoeksresultaten
4 Conclusies
5 Aandachtspunten
B3 RADAR
1 Inleiding
2 Toetsingskader, onderzoek en rapportage
3 Onderzoeksresultaten
4 Conclusies
5 Aandachtspunt
B4 Gemeentelijke deelprocessen
1 Inleiding
2 Opzet onderzoek
3 Onderzoeksresultaten
4 Conclusies
5 Aandachtspunt
C De veiligheidsregio’s afzonderlijk bekeken (apart opgenomen in de whitepaperbibilotheek)
Bijlagen
I Politie in hoofdstructuur rampenbestrijding en crisisbeheersing
II Organisatie geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen
III Gebruikte afkortingen