Rotterdams ‘zomeroffensief’ banenmarkt
Rotterdam is zo tevreden over de banenmarkten voor bijstandsgerechtigden dat de gemeente de aanpak voortzet. ‘We kijken naar wat iemand kan.’
Waarom hij een pet op heeft? Omdat hij kaal begint te worden, zegt Giovanny Janga tegen de medewerker van het Rotterdamse werkgeversservicepunt. Dat hij kaal wordt, komt door de stress, vertelt Janga. Op 24-jarige leeftijd moet hij al voor drie kinderen zorgen. En dan is een uitkering van 709 euro per maand geen vetpot. ‘Vier pakken luiers kosten me al 40 euro.’
Janga valt onder de Wet investeren in jongeren (Wij), waarbij jongeren tot 27 jaar van de gemeente een werk- of leertraject (of een combinatie) aangeboden krijgen, en is één van de 238 Rotterdamse jongeren die deze middag zijn uitgenodigd voor een banenmarkt in Rotterdam-Zuid.
Insteek van de banenmarkten is om alle bijstandsgerechtigden, niet alleen jongeren, een baan aan te bieden waarop gesolliciteerd moet worden. Bij een weigering kan de uitkering gekort worden. Ook de jongeren die zonder geldige reden deze middag afwezig zijn, worden gekort op hun uitkering.
De Rotterdammer ging voor het laatst naar school in 2002. Hij zat ruim 3 maanden vast wegens vermeende medeplichtigheid bij de beroving van een mobiele telefoon. Toen Janga vrij kwam ging het ‘weer niet zo goed’. Een cursus bleek niets voor hem en verschillende baantjes werden ook geen succes. Janga zegt deze middag niet alleen naar de banenmarkt in Rotterdam-Zuid te zijn gekomen omdat het verplicht is. Hij is er ook van overtuigd dat werken beter is dan een uitkering. ‘Met een baan krijg ik misschien wel 1.100 euro.’
Gerda van Benthem, de jongerencoach van Janga bij het Rotterdamse Jongerenloket, denkt juist dat hij het wel ‘best vindt zo’, vertelt ze nadat Janga het pand heeft verlaten met op zak een afspraak voor over een kleine 2 weken. Volgens Van Benthem heeft hij al 5 jaar een uitkering, maar dat moet maar eens afgelopen zijn. ‘Hij is gezond en kan werken. Voor Giovanny is er geen enkel excuus meer, hij moet nu een voorbeeld worden voor zijn kinderen.’
Megaopgave
De bijeenkomst in Rotterdam-Zuid is de zesde banenmarkt in een serie van elf, die Rotterdam onder de noemer ‘Match & Werk’ organiseert. De banenmarkten gaan uit van het principe work first (zie kader). In totaal moeten 2.400 bijstandsgerechtigden een baan aangeboden krijgen. Werkgeversbemiddelaar DAAD biedt sinds enige tijd enkele honderden nieuwe vacatures per maand aan in zes sectoren zoals de zorg, schoonmaak, horeca en detailhandel. De verantwoordelijke wethouders Marco Florijn (PvdA) en Korrie Louwes (D66) zijn zo tevreden over het ‘zomeroffensief’ dat ze de aanpak de rest van het jaar voortzetten en indien nodig langer.
Rotterdam telt nu zo’n 35 duizend bijstandsgerechtigden. Voor een kleine 7 duizend daarvan krijgt de gemeente geen geld meer van de rijksoverheid. Het participatiebudget gaat met bijna tweederde omlaag: van 168 miljoen euro dit jaar naar 60 miljoen in 2014. Het komend halfjaar moet 28,5 miljoen euro op de uitkeringsgelden worden bespaard. En vanaf volgend jaar geeft de gemeente 12 miljoen euro minder uit aan loonkostensubsidies.
Door de bezuinigingen op het participatiebudget kan Rotterdam ‘niet altijd meer maatwerk bieden’, zegt Florijn. Rotterdamse werkzoekenden krijgen volgens de wethouder minder persoonlijke begeleiding. ‘Voor groepen die het dichtst bij de arbeidsmarkt staan, zetten we alleen nog maar grootschalige middelen in zoals banenmarkten.’
Aan uitkeringsgerechtigden die verder van de arbeidsmarkt verwijderd zijn - Rotterdam heeft zo’n 16 duizend inwoners die langer dan een jaar werkloos zijn - biedt Rotterdam nog wel reïntegratietrajecten aan. Rotterdam staat voor een ‘superingewikkelde megaopgave’, zoals Florijn het noemt. ‘Het is niet langer hier en daar wat minder, we moeten naar een doorbraak toe.’ Florijn wil de instroom beperken door nieuwe bijstandsaanvragen strenger te beoordelen. De nieuwe wethouder van sociale zaken vindt niet dat hij een ‘asociaal beleid’ moet voeren, zoals zijn voorganger Schrijer vreesde.
Schrijer, fel tegenstander van de bezuinigingen, stapte afgelopen voorjaar op na een conflict binnen het college en zijn eigen PvdA. ‘ Iedereen die zorg nodig heeft, krijgt zorg en een inkomensvoorziening’, garandeert Florijn. ‘Maar de mensen die kunnen werken, moeten werken.’ Ook al is dat maar voor 30 procent, Florijn wil mensen meer dan voorheen parttime inzetten. ‘We kijken naar wat iemand kan.’
Daarmee neemt Rotterdam in wezen een voorschot op de ‘Wet werken naar vermogen’, die 1 januari 2013 van kracht wordt en die de Wet investeren in jongeren vervangt, de Wet werk en bijstand, de Wet op de sociale werkvoorziening (Wsw) en de Wet arbeidsongeschiktheid voor jonggehandicapten (Wajong).
Een van de voornaamste doelen van de nieuwe wet is dat meer mensen met een uitkering gaan werken. In totaal worden op dit moment zo’n 1,2 miljoen uitkeringen verstrekt. Staatssecretaris De Krom (Sociale Zaken en Werkgelegenheid, VVD) verwacht van de 355 duizend mensen die nu in de bijstand zitten er 150 duizend tot 200 duizend geheel of gedeeltelijk uit te halen.
Maatwerk
Ambtenaren van de gemeente en het Rotterdamse Jongerenloket zijn positief over de eerste serie banenmarkten. De opkomst neemt bij elke banenmarkt toe, merken ze. Alice Vlaanderen, manager van het Jongerenloket, durft geen voorspelling te doen hoeveel van de aanwezige jongeren daadwerkelijk een baan zullen vinden. Ze beseft dat werkgevers huiverig zijn om jongeren met schulden aan te nemen. Daarnaast missen veel van deze jongeren bepaalde basisvaardigheden als iemand aankijken tijdens een gesprek of een hand geven.
‘Deze jongeren zitten in een hele andere wereld met compleet andere omgangsvormen’, zegt Vlaanderen. Die basisvaardigheden en omgangsvormen kunnen ze overigens in een zogenaamd ‘zelfredzaamheidstraject’, wel aanleren.
Ook al vindt slechts een handvol jongeren op de banenmarkt werk, dan is de bijeenkomst volgens Vlaanderen al geslaagd. Ook noemt ze het signaal dat van de wet Wij en de banenmarkten uitgaat goed. ‘Jongeren moeten echt wat gaan doen, zomaar een uitkering krijgen is er niet meer bij. Nu wordt bovendien duidelijk wie echt niet wil, maar dan is het ook afgelopen.’
Adri den Bakker, beleidsmedewerker sociale zekerheid bij vakbond FNV, is daarentegen niet erg enthousiast over de bijeenkomsten op werkpleinen, die zo’n driekwart van de gemeenten organiseert. ‘Banenmarkten hebben tot nu toe vrijwel niets opgeleverd. Er staan bijna alleen maar reïntegratiebedrijven. Mensen aan een leerwerkplek helpen lukt nog wel, maar dat is nog geen volwaardige baan.’
Ook Giovanny Janga krijgt van de medewerker van het werkgeversservicepunt een werkervaringstraject aangeboden. Hij had graag als beveiliger willen werken, maar dat gaat niet met een strafblad. Bij de Roteb, het reinigingsbedrijf van de gemeente, kan hij wel aan de slag.
Janga kan er mee leven. Zijn schoonvader en een paar vrienden werken ook bij Roteb, en in het verleden heeft hij al eens 3 maanden als vuilnisophaler gewerkt. Daarbij, weigeren is niet verstandig, want daarmee zet Janga zijn uitkering op het spel. ‘Ik zal er toch wát voor moeten doen.’
Work first
Het gebruik van work first, waarbij uitkeringsgerechtigden in ruil voor bijstand werkzaamheden moeten verrichten, is iets afgenomen. Dat blijkt uit een enquête van de Raad voor Werk en Inkomen (RWI) onder 182 gemeentelijke sociale diensten. Hanteerde in 2008 nog bijna 90 procent van de geënquêteerde gemeenten een vorm van work first, in 2010 is dat nog bij 85 procent van de gemeenten het geval.
Ook gaven gemeenten minder geld uit aan work first. Volgens de RWI, waarin gemeenten, werkgevers en vakbonden zitten, blijkt van work first een ‘minder preventieve werking’ uit te gaan. In de enquête noemen de sociale diensten van de gemeenten het belangrijkste element van work first het ‘actief houden van cliënten’.
Vakbond FNV vindt work first een prima methode mits het wordt ingezet als opstap naar een volwaardige baan. ‘Het moet niet gebruikt worden om mensen van de straat te houden’, zegt Adri den Bakker, beleidsmedewerker sociale zekerheid. De trajecten moeten ook aan bepaalde criteria voldoen zoals rekening houden met de duur dat iemand werkloos is. Ook moeten de trajecten aantoonbaar bijdragen aan het vinden van een baan.
De Centrale Raad voor Beroep bepaalde 1,5 jaar geleden dat work first geen dwangarbeid is. Zo weigerde Bennie Beck uit Arnhem 2 jaar geleden om te schoffelen om zijn bijstandsuitkering te behouden. De rechter gaf de ‘schoffelweigeraar’ gelijk: schoffelen was voor hem geen passende arbeid was.
Er is maar één oplossing. De werkgever moet worden gedwongen om mensen met een uitkering aan te nemen, en niet iemand die thuis een partner met een vet inkomen heeft. Maar als de liberale partijen zwaar in de meerderheid zijn, met hun asociale, inefficiënte "geen overheidsinmenging", dan zitten wij straks met een miljoen daklozen en/of gedetineerden. Want over een paar jaar is een dak boven je hoofd, samen met een afgedwongen veel te hoge zorgpremie een onmogelijkheid geworden. En dan begrijpt niemand hoe dat nou toch zo is gekomen.