Jeugdzorgmedewerkers geven transitie onvoldoende
Medewerkers in de jeugdzorg zijn niet tevreden over de zorg die sinds de transitie geboden kan worden.
Gezinnen die in problemen komen weten de weg naar jeugdhulp nog niet goed te vinden. Dat blijkt uit onderzoek onder 750 medewerkers in de jeugdzorg door Totta Research in opdracht van vakbond FNV. Medewerkers in de jeugdzorg zijn niet tevreden over de zorg die sinds de transitie geboden kan worden, blijkt ook.
Wachtlijsten
Een half jaar na de decentralisatie van jeugdzorgtaken is de zorg voor kinderen en gezinnen verre van op orde, blijkt uit het onderzoek. Nieuwe aanvragen voor jeugdzorg kunnen vaak niet adequaat opgepakt worden en kinderen en gezinnen weten niet waar ze terecht kunnen. Ook is de werkdruk bij jeugdzorgorganisaties nog steeds te hoog. De helft van de jeugdzorgmedewerkers laat weten dat er op dit moment in hun organisatie wachtlijsten voor hulpverlening zijn.
Prijskaartje
Jeugdzorgmedewerkers hebben kritiek op de manier waarop gemeenten de jeugdzorg organiseren. Het is vaak onduidelijk hoe gemeenten toezicht houden op de kwaliteit van de zorg. Ook weten gemeenten volgens een meerderheid niet welke zorg nodig is. Volgens FNV-bestuurder Gijs van Dijk gaat het de gemeenten te vaak om geld in plaats van om goede zorg. ‘Gemeenten kijken te veel naar het prijskaartje bij het afsluiten van contracten. Ze weten te weinig over de zorg die echt nodig is.' De FNV wil dat gemeenten langere en betere contracten met jeugdzorgorganisaties afsluit waarbij kwaliteit voorop staat.
Werkdruk
Jeugdzorgmedewerkers die in een wijkteam samenwerken zijn positief over de samenwerking en de samenstelling van die teams. Medewerkers die niet tot een wijkteam behoren maar wel contact hebben met het wijkteam zijn minder tevreden over de kennis en de deskundigheid binnen het team. De meeste medewerkers zeggen dat de werkdruk een groot probleem is. Volgens 75% is de werkdruk de afgelopen tijd toegenomen door meer administratie en bureaucratie. Tweederde zegt het werk met minder mensen te moeten doen. De FNV wil dat er goede afspraken gemaakt worden om de werkdruk te verlagen.
Wie zijn we en wie zijn jullie?
Het hangt sterk af van welke gemeente, wat voor jeugdwerkers en hoe hun caseload is.
Ik zie jeugdwerkers die het weekend nodig hebben om hun werkzaamheden af te krijgen en veel tijd kwijt zijn om meer te moeten registreren in nog ontwikkelende, dus continu veranderende nieuwe systemen. Daarnaast zijn gemeenten nog bezig om zich de jeugdzorg materie eigen te maken, men heeft vaak geen idee wat het werk inhoudelijk behelst en wie welke verantwoordelijkheid heeft, waar vallen de werkzaamheden onder: jeugdzorgwerkers, Bureau Jeugdzorg of Veilig Thuis. Hierdoor is de communicatie tussen gemeenten en partijen en hun jeugdzorgwerkers verwarrend en tijdrovend.
Men vergeet ook dat de jeugdzorgwerker onder het tuchtrecht valt en zijn/haar eigen afwegingen moet maken. Opdrachten en richting geven, uit eigen gemeente visie of financiële motivatie, welke zorg uitgevoerd moet worden of welke instelling de zorg uit moet voeren is tegen de richtlijn dat de jeugdzorgwerker zelf verantwoordelijk is voor de zorg die hij/zij uitvoert dan wel uit laat voeren door een instelling. De jeugdzorgwerker valt onder het tuchtrecht en zij komen voor de rechter als er iets niet goed gaat en niet de gemeente, de jeugdzorgwerker dient het laatste woord te hebben, zij zijn de eerste die aangesproken worden op hun verantwoordelijkheid en de kwaliteit van zorg.